Navigatie overslaan
Grauwe gans - Jouke Altenburg

Standpunt over het doden van vogels ter bestrijding van schade

De Wet natuurbescherming biedt de mogelijkheid om in het kader van schadebestrijding een uitzondering te maken op de bescherming van inheemse vogels. Deze uitzondering kan uitsluitend worden gebruikt indien er geen andere bevredigende oplossing is, het nodig is ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren, in het belang van de volksgezondheid of de openbare orde, in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer of ter bescherming van flora en fauna en de maatregelen niet leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort.

Probleem

Schadebestrijding door middel van afschot of anderszins doden van vogels heeft een sterk negatief effect op vogels, waaronder soorten waarvoor Nederland een belangrijke internationale verantwoordelijkheid heeft. Negatieve effecten treden op door ingrepen in de populatie middels afschot, maar ook door verstoring van rust als gevolg van afschot. Dit geldt voor zowel beschermde natuurgebieden als daarbuiten. Bovendien leidt afschot tot onnodig lijden van dieren. Veel vogels sterven niet onmiddellijk of blijven rondvliegen met hagelkorrels in hun lijf.

Standpunt

  • Vogelbescherming vindt dat in het geval van belangrijke schade aan gewassen een reële financiële vergoeding uitgekeerd dient te worden aan de gedupeerden. Vogelbescherming Nederland is tegen afschot of anderszins doden van vogels uit het oogpunt van schadebestrijding, tenzij er zwaarwegende belangen zijn die het belang van vogels overstijgen. Economische belangen beschouwt Vogelbescherming niet als zwaarwegend, tenzij er aantoonbaar sprake is van ernstige schade. Bij landbouwgewassen bestaat hiervoor de mogelijkheid tot schadevergoeding uit het faunafonds. In uitzonderlijke gevallen kan afschot als uiterste middel worden ingezet. Alleen als alle andere middelen om schade te beperken aantoonbaar falen, er geen andere mogelijkheid overblijft en er zwaarwegende belangen zijn die het belang van vogels overstijgen. Het aantal te doden vogels dient dan wel beperkt te blijven tot het minimum dat nodig is om belangrijke schade op te heffen of te voorkomen. Afschot mag niet plaatsvinden als dit kan leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort.
  • Vogelbescherming heeft ernstige twijfels over de manier waarop landbouwschade door vogels wordt getaxeerd en vastgesteld, speciaal waar het gaat om schade aan graslanden door overwinterende ganzen en smienten. Recent onderzoek bewijst dat de begrazing door ganzen in de wintermaanden (tot 1 maart) geen gevolgen heeft voor de uiteindelijke grashoogte en grasopbrengst.

Wat doet Vogelbescherming?

  • Vogelbescherming voert lobby voor wetgeving waarbij zo min mogelijk afschot of het anderszins doden van vogels in het kader van schadebestrijding wordt toegestaan.
  • Vogelbescherming ziet erop toe dat de wet correct wordt uitgevoerd en gehandhaafd en onderneemt juridische stappen indien omvang en aard van de overtredingen hiertoe aanleiding geven.