Navigatie overslaan

Standpunt Exoten

'Exoten' zijn uitheemse soorten die van nature niet in Nederland voorkomen. Op het gebied van vogels gaat het bijvoorbeeld om soorten als nijlgans, rosse stekelstaart, halsbandparkiet en huiskraai. Exoten zijn door menselijk handelen, bedoeld en onbedoeld, verspreid buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied. Daar kunnen zij zich vestigen, populaties vormen en zogenaamd ‘invasief’ worden.

Vogelbescherming gebruikt de definitie van de IUCN voor exoten en op basis daarvan delen we ze in vier categorieën in.

Die indeling is vervolgens bepalend voor de opstelling van Vogelbescherming Nederland ten aanzien van een exotische vogelsoort. In alle gevallen gaat het om zichzelf in stand houdende populaties.

  1. Ingeburgerd: 'door de mens geïntroduceerd, en heeft zich minimaal 100 jaar na introductie zelfstandig kunnen handhaven (voortplantend).'
  2. Soort waarvan op termijn geen negatieve effecten op inheemse vogelsoorten te verwachten zijn.
  3. Soort waarvan op termijn negatieve effecten op inheemse vogelsoorten te verwachten zijn, d.w.z de invasieve exoten, soorten die én sterk in aantal toenemen én die een negatief effect hebben op inheemse soorten of andere natuurwaarden.
  4. Soort waarvan onvoldoende informatie beschikbaar is om eventuele negatieve effecten in te kunnen schatten.

Probleem

Exoten worden na habitatvernietiging mondiaal als de belangrijkste oorzaak van de bedreiging van de biodiversiteit gezien. Ook in Nederland komen veel exotische (vogel)soorten voor. Een toenemend aantal soorten vogels vormt zichzelf in stand houdende populaties. Dit kan een probleem worden indien een exoot een bedreiging vormt of kan worden voor het voortbestaan van inheemse vogelsoorten of andere natuurwaarden in Nederland en daarbuiten.
Beoordelen of een zich vestigende exoot een probleem kan worden is meestal moeilijk. Pas bij gevestigde en zich uitbreidende populaties van een exotische soort komen eventuele negatieve effecten aan het licht. Dan is ingrijpen en inperken van een populatie al moeilijk geworden.
Een benadering vanuit de ecologische invalshoek is er slechts één. De beleving en waardering van planten- en diersoorten worden vaak door andere motieven bepaald. Deze motieven zijn medebepalend of voorgestelde acties die voortkomen uit het standpunt van Vogelbescherming Nederland wel ten uitvoer gebracht kunnen worden. Zo kunnen exoten populair zijn bij het publiek, economische schade veroorzaken of een negatieve invloed hebben op natuurbeleving.

Standpunt

  • Vogelbescherming zal, waar zij kan, voorkomen dat exoten in Nederland worden ingevoerd.
  • Wanneer inheemse vogelsoorten op populatieniveau of andere natuurwaarden bedreigd worden door de aanwezigheid van één of meer exoten, zal Vogelbescherming Nederland stimuleren dat maatregelen ter bestrijding van exoten door derden genomen worden (zie categorie 3). Hierbij moet de daaruit voortkomende bestrijding inheemse vogelsoorten niet onevenredig schaden. Ingrijpen dient in een zo vroeg mogelijk stadium te gebeuren (het hanteren van een ‘voorzorgsbeginsel’).
  • Wanneer exoten grote risico’s voor de volksgezondheid betekenen of de vliegveiligheid bedreigen zal Vogelbescherming geen bezwaar maken tegen effectieve planmatige bestrijding van de exoot.
  • Wanneer exoten belangrijke economische schade veroorzaken maakt Vogelbescherming geen bezwaar tegen schadebestrijding en populatiebeperking van de exoot ter voorkoming van die schade, mits deze bestrijding inheemse vogelsoorten niet onevenredig schaadt. (NB als inheemse vogelsoorten economische schade veroorzaken zal Vogelbescherming in beginsel wél bezwaar maken tegen populatiebeperkende maatregelen waarbij dieren worden gedood).

Wat doet Vogelbescherming?

  • Vogelbescherming bevordert dat door middel van monitoring, aanvullend onderzoek in Nederland en daarbuiten en gedegen risico-inschattingen de status van exoten en de potentiële risico’s voor inheemse vogelsoorten en andere natuurwaarden bekend zijn (zie categorie 4).
  • Vogelbescherming zal gericht voorlichting geven en indien gewenst bevorderen dat verantwoordelijke instanties voorlichting geven. Verder zijn we aanspreekpunt/gesprekspartner en stellen we ons actief op.