Er geldt een groot aantal wettelijke eisen voor de uitoefening van de jacht. De wet wijst drie vogelsoorten aan als bejaagbaar wild: fazant, wilde eend en houtduif. Jacht op deze soorten is uitsluitend toegestaan gedurende het jachtseizoen: voor fazant en houtduif van 15 oktober tot en met 31 januari en voor de wilde eend van 15 augustus tot en met 31 januari.
Jacht heeft een sterk negatief effect op vogels, waaronder soorten waarvoor Nederland een belangrijke internationale verantwoordelijkheid heeft. Dit vindt plaats door ingrepen in de populatie middels de jacht zelf, maar vooral ook door verstoring van rust. Dit geldt voor zowel beschermde natuurgebieden, als gebieden daarbuiten. Bovendien leidt jacht tot onnodig lijden van dieren. Veel vogels sterven niet onmiddellijk of blijven rondvliegen met hagelkorrels in hun lijf. Deze hagelkorrels beperken de vogels in meer of mindere mate in hun natuurlijke gedrag en verkleint daarmee de overlevingskans. Recreatieve jacht dient bovendien geen enkel maatschappelijk belang.