Navigatie overslaan
Veluwerandmeren / Hans Peeters

Standpunt Windenergie

De opwarming van de aarde heeft grote gevolgen voor mens en dier. Om te zorgen dat deze opwarming niet verder stijgt dan de 2°C die is afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs, moet volop worden ingezet op de ontwikkeling van duurzame energie. Windenergie is een duurzame vorm van energie waar Nederland op grote schaal voor kiest. Windmolens worden geplaatst in open, windrijke gebieden, op zee en op land. Vaak zijn dit ook voor vogels belangrijke gebieden. Dat betekent dat belangen van vogels en windenergie regelmatig op gespannen voet met elkaar staan.

Probleem

Klimaatverandering is een zeer urgent probleem. Er moet nu gehandeld worden. Windmolens vormen een deel van de oplossing, maar kunnen tegelijkertijd grote risico’s voor vogels met zich meebrengen. De effecten op vogels zijn onder te verdelen in directe sterfte door aanvaringen met windmolens, verlies van leefgebied en barrièrevorming. Welke problemen precies spelen, hangt af van de locatie, het aantal en de hoogte van de windmolens; de opstelling en de uitvoering van de windmolens; de periode (dag of nacht, de seizoenen) en de weersomstandigheden. Vooral vogels met een lange levensduur die weinig jongen grootbrengen, zijn kwetsbaar.

Standpunt

  • De overstap van fossiele brandstof naar duurzame energieopwekking is cruciaal om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Vogelbescherming is voorstander van de toepassing van duurzame vormen van energieopwekking en dus ook van windenergie.
  • Vogels kennen geen landsgrenzen. Vogelbescherming vindt dat verduurzaming van de energievoorziening internationaal moet worden opgepakt. Dit vereist dat afzonderlijke landen en de EU als geheel de potentiële bijdrage van verschillende energiebronnen, waaronder windparken, aan de energievoorziening moeten beoordelen. Deze beoordelingen moeten vervolgens ook onderdeel zijn van een strategisch ruimtelijk ordeningsproces dat rekening houdt met soorten en habitats.
  • Vogelbescherming vindt dat de keuze voor windparken te allen tijde onderdeel moet zijn van een integrale aanpak. Een aanpak waarin duurzame energieopwekking en energiebesparing in samenhang worden bekeken én waarin windenergie onderdeel is van een pakket aan maatregelen. Gevoeligheidsanalyses, (strategische) milieueffectrapportages en, waar wettelijk vereist, passende beoordelingen moeten de basis vormen van alle windparkinitiatieven.
  • De locatiekeuze voor een windpark is van grote invloed op de impact die de windmolens hebben op vogels. Vogelbescherming vindt dat locatiekeuze, ontwerp en beheer van windparken zo moet worden vormgegeven, dat er geen significant negatieve gevolgen voor vogels optreden.
  • Vogelbescherming vindt dat windmolens uit voorzorg niet geplaatst mogen worden in de belangrijkste vogelgebieden en hun directe omgeving. Het gaat daarbij onder andere om locaties op belangrijke migratieroutes, Natura 2000-gebieden, weidevogelgebieden en alle andere belangrijke vogelgebieden (Important Bird Area’s). In de overgebleven gebieden zouden windmolens geplaatst kunnen worden, mits er geen belangrijke negatieve effecten op vogelpopulaties te verwachten zijn.
  • Om de mogelijke negatieve effecten voor te zijn, vindt Vogelbescherming dat onderzoek moet worden gedaan naar maatregelen binnen en buiten windparken om soorten waarvan bekend is dat ze kwetsbaar zijn voor windmolens, beter te beschermen, dan wel de populaties van deze soorten veerkrachtiger te maken.
  • Bij alle plannen dient de wettelijke bescherming van vogels en hun leefgebieden in acht te worden genomen. Wanneer negatieve effecten niet zijn uit te sluiten, dient tijdig mitigatie en compensatie te worden uitgevoerd.
  • Vogelbescherming vindt dat technologische innovatie maximaal gestimuleerd moet worden. Onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe vormen van windmolens die efficiënter zijn en minder risico opleveren voor vogels, moet worden ondersteund.
  • Onafhankelijk onderzoek en monitoring, betaald door de overheid en windenergie-industrie, moet bijdragen aan het vergroten van de kennis over de effecten van windmolens op vogels en de effectiviteit van mitigatie- en compensatiemaatregelen. Dit dient internationaal opgepakt en afgestemd te worden.
  • Vogelbescherming vindt dat medegebruik in windmolenparken alleen mag worden toegestaan op basis van maatwerk. De ene locatie leent zich hier beter voor dan de andere. Waar mogelijk moeten natuurherstel- of versterkingsmaatregelen getroffen worden. Bij het toestaan van medegebruik moet volop worden ingezet op innovatieve methoden met minimale impact op het systeem. Het openstellen van een windpark voor economisch medegebruik moet bovendien bijdragen aan het verminderen van de druk op kwetsbare (mariene) natuur elders.

Wat doet Vogelbescherming?

  • Vogelbescherming heeft een rapport laten uitbrengen als leidraad bij de aanwijzing van potentiële locaties voor windenergie, de Nationale Windmolenrisicokaart voor vogels.
  • Vogelbescherming komt op voor de belangen van vogels bij de plannen voor grootschalig aanleg van windparken en de bijbehorende infrastructuur op de Noordzee. De inzet hierbij is om belangrijke vogelgebieden te vrijwaren van windmolens en in te zetten op maximale mitigatie van de effecten in andere gebieden. Een en ander leidde bijvoorbeeld tot de aanwijzing van de Bruine Bank als Natura-2000 gebied.
  • Vogelbescherming stimuleert monitoring van en onderzoek naar de effecten van windmolenparken op vogels, zowel op land als op zee.