Navigatie overslaan
Grote barmsijs / Shutterstock Alle berichten
Grote barmsijs / Shutterstock Gert Ottens

Door Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming

Systematiek en taxonomie van vogels voor beginners

Geplaatst op 24 mei 2023

Waarom zijn sommige sterk op elkaar lijkende vogels aparte soorten en waarom zijn sommige uiterlijk van elkaar sterk verschillende vogels toch dezelfde soort? Waarom worden soorten ‘gesplit’ of juist samengevoegd? Wie bepaalt dat en waarom?

Systematiek en taxonomie: wat is wat?

Taxonomie betekent: het benoemen van taxa, ofwel het naamgeven van soorten en vaststellen van hun plaats in de stamboom van het leven, de systematiek. Taxonomie en systematiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De grens tussen systematiek en taxonomie is niet altijd even duidelijk. Systematiek gaat vooral over de verwantschappen tussen soorten en de systematische weergave daarvan. Die weergave vindt vooral plaats aan de hand van stambomen waarin de verwantschappen tussen soorten worden weergegeven. Taxonomie is de tak van biologie die dus gaat over het geven van namen aan organismen. Daarbij kan het gaan om het beschrijven van nieuwe (onder)soorten, maar ook om splitten (waarbij twee of meer ondersoorten van een soort soortstatus krijgen) of lumpen (waarbij twee of meer soorten één worden) van soorten. De systematiek vormt dus als het ware de voedingsbodem voor taxonomie.

Merel / Frank Terstappen De merels in koude klimaten zijn over het algemeen groter dan tegenhangers in het zuiden. Merel / Frank Terstappen

Wat is een (onder)soort?

Een soort wordt meestal gezien als een populatie van bijvoorbeeld vogels waarvan alle individuen zich onder natuurlijke omstandigheden onderling kunnen voortplanten, en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen. De individuen binnen één soort vertonen uiterlijke en genetische overeenkomsten, maar ook onderlinge verschillen, zoals kleurvarianten, verschillen in afmeting of variatie in gedrag. Ondersoorten zijn uiterlijk van elkaar verschillende populaties bínnen een soort. De vraag hoeveel verschillen er moeten zijn om van een ondersoort te kunnen spreken is lastig te beantwoorden. Meestal zijn de verschillen tussen ondersoorten goed te zien. Vaak echter is er ook variatie doordat lokale omstandigheden aanzienlijk verschillen. Zo zijn individuen in koude klimaten over het algemeen groter dan tegenhangers van dezelfde soort in het zuiden. Dit is bijvoorbeeld bekend van merels. In droge klimaten hebben individuen vaker een lichtere kleur dan in natte klimaten. Dit is bijvoorbeeld experimenteel aangetoond bij de huismus. Enigszins arbitrair is de indeling in ondersoorten dus wel. Als ondersoorten maar lang genoeg gescheiden van elkaar blijven, een proces van zeker honderdduizenden jaren, kunnen ze uiteindelijk aparte soorten vormen.

Huismus op zonnebloem / Shutterstock Experimenteel is aangetoond dat huismussen in droge klimaten vaker een lichtere kleur hebben. Huismus op zonnebloem / Shutterstock

Gereedschappen van een systematicus

Maar wat bepaalt of we te maken hebben met een ondersoort of soort en welke kenmerken moet een groep individuen hebben voordat ze de status van (onder)soort krijgen? Tot voor kort werd hierbij vooral gekeken naar de mate waarin dieren zich met elkaar (vruchtbaar) kunnen voortplanten. Want als vogels elkaar niet als potentiële broedpartner herkennen dan zijn het vaak verschillende soorten. Recent is de tendens ontstaan in de taxonomie om zowel naar zichtbare/meetbare verschillen in uiterlijk als naar reproductieve en genetische verschillen te kijken.

Uiterlijke kenmerken
Meestal wordt bij onderzoek naar de verschillen tussen (onder)soorten een combinatie van uiterlijke kenmerken gebruikt, zoals kleuren en patroon van het verenkleed. Deze worden statistisch vergeleken, waarbij duidelijk van elkaar gescheiden groepen zichtbaar worden (= soorten).

Vocale variatie
Verschillen in geluid worden ook met regelmaat gebruikt om verschillen tussen soorten te onderzoeken. Hierbij kunnen zowel verschillen in zang als in roepjes worden gebruikt. Voor de professionele ornitholoog is een parabole microfoon met geluidsrecorder dan ook standaard uitrusting. Het geluid kan vervolgens op dezelfde manier worden geanalyseerd als de uiterlijke kenmerken.

Genetische variatie
Tegenwoordig wordt de mate van verschil tussen soorten ook gemeten aan de hand van het DNA. Zo kan bijvoorbeeld een bepaald gen van verschillende individuen worden vergeleken met elkaar en kan worden nagegaan hoeveel ze verschillen. Met daarbij de kennis over hoe snel het gen evolueert kan worden uitgerekend hoe lang geleden de twee vogels uit elkaar zijn ‘gegroeid’. Met deze informatie kan een soort stamboom worden gemaakt waarin genetische verwantschap wordt weergegeven.  

Overige lijnen van bewijsvoering
Naast de bovengenoemde vormen van bewijsvoering kunnen ook andere kenmerken worden gebruikt bij het splitten of lumpen van soorten. Dit betreft vaak ecologische kenmerken, zoals verschillen in habitat of voedselbron (zoals bij de bekende Darwinvinken; verschillen in voedsel en bodem zorgden ervoor dat met name de snavel van de vinken zich verschillend heeft ontwikkeld). Hoewel deze ecologische kenmerken niet altijd de oorzaak zijn dat de soorten zijn ontstaan, zijn ze vaak wel een factor die reproductieve of genetische scheiding en daarmee soortvorming teweegbrengt.

Ook verspreiding op zich kan een goede indicatie van soortvorming zijn: als populaties van elkaar gescheiden zijn, wordt voortplanting lastig. Uiteindelijk kunnen uit dergelijke populaties nieuwe soorten ontstaan. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat tussen de Nederlandse tapuitpopulaties in duingebieden en het binnenland vrijwel geen genetische uitwisseling plaatsvindt; dit komt echter door de - door mensen veroorzaakte - landschapsfragmentatie.

Tapuit / Jan Lok Tussen tapuitpopulaties in duingebieden en het binnenland vindt vrijwel geen genetische uitwisseling plaats. Tapuit / Jan Lok

Over vogellijsten en hun volgorde

De taxonomie van vogels is door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht de afgelopen tientallen jaren ingrijpend veranderd. Het zal de komende jaren, vooral door genetisch werk, ook blijven veranderen. Bijvoorbeeld door de al eerder genoemde ‘lumps’ en ‘splits’, maar ook om veranderingen in de volgorde in de stamboom, waarbij een soort soms in een lijst of veldgids van plek verandert.

Maar ondanks de vorderingen in taxonomische inzichten, is er nog geen universele wereldlijst van vogelsoorten. Dit komt vooral omdat verschillende groepen experts andere methodieken aanhouden om soorten te erkennen. Momenteel zijn er vier belangrijke wereldwijde taxonomieën die vooral verschillen in hoe snel ze soorten erkennen. Om een beeld te schetsen van de verschillen tussen deze lijsten: de meeste progressieve taxonomie hanteert anno nu ongeveer duizend soorten meer dan de meest conservatieve. Overigens is er wel een beweging gaande om uiteindelijk samen te gaan in één universele taxonomie.

Taxonomische probleemgevallen in Nederland

Ook in Nederland kennen we groepen vogels die taxonomische probleemgevallen zijn, zoals de barmsijzen. In ons land – en sommige andere landen - worden drie soorten barmsijzen erkend: grote barmsijs, kleine barmsijs en witstuitbarmsijs. Kleine en grote barmsijs zijn uiterlijk vrij gemakkelijk uit elkaar te houden. De meest recente en meest uitgebreide studie, gebaseerd op duizenden genen, laat zien dat er hooguit van zeer recente, en nog niet geheel voltooide, soortvorming sprake is. Mogelijk zijn er wel genetische verschillen die verantwoordelijk zijn voor variatie in snavelvorm en grondkleur, waarbij een lichtere kleur en kleinere snavel aanpassingen zijn aan een kouder klimaat. Grote- en witstuitbarmsijs zijn dus geen aparte soorten en ook van kleine barmsijs staat dit nog niet vast. ‘Lumpen’ tot één soort is daarom waarschijnlijk het beste.

Grote barmsijs / Hennie Gunnink - Fotogalerij Barmsijzen zijn taxonomische probleemgevallen. Grote barmsijs / Hennie Gunnink - Fotogalerij

Conclusie

Taxonomie vormt de basis van de beschrijving van biodiversiteit. Door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht is de taxonomie van vogels in een constante staat van flux. Nieuwe soorten worden nog jaarlijks ontdekt, maar ook binnen de Nederlandse avifauna zijn er nog regelmatig wijzigingen. Zo moet het taxonomisch eindoordeel over de status van de barmsijzen nog vallen.

Meer weten?

Dit artikel is gebaseerd op Van Els (Limosa 95:196-206)

Voor het voor volledige artikel, geschreven door Paul van Els (Sovon), zie Limosa jaargang 95 (2022), op pagina’s 196-206 (voor leden). Sowieso is een lidmaatschap op Limosa aan te bevelen. Het publiceert artikelen, korte bijdragen en andere informatie op veldornithologisch gebied betreffende vogels in Nederland, en verschijnt vier keer per jaar.

Wil je meer lezen over de systematiek of evolutionaire geschiedenis van vogels? Enkele tips:

  • Ian Newton – Speciation and Biogeography of Birds, ISBN 012517375X.
  • Trevor Price – Speciation in Birds, ISBN 0974707783.
  • John Reilly – The Ascent of Birds: How Modern Science is Revealing their Story. ISBN 1784271691.

Partner van BirdLife International

Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.

Bekijk de video over BirdLife International

Vogels herkennen

In de webshop van Vogelbescherming vind je alles voor en over vogels. Zoals een vogelgids om ze te herkennen. Bezoek onze winkel in Zeist of onze webshop voor een grote variatie aan de beste vogelgidsen.

Boeken in onze webshop