Boek eens een insectenhotel

Insecten kruipen vaak in holletjes en gaatjes. Daarin schuilen en slapen ze, en vaak leggen ze er hun eitjes in. De larven kunnen zich zo veilig ontwikkelen tot volwassen insecten. Bijen- en insectenhotels zijn daar uitermate geschikt voor. Een gemengd hotel krijgt vaak niet alleen bijen te gast, maar ook allerlei andere insecten, pissebedden en spinnen. Dat kan alleen in een gezonde tuin waarin voldoende voedsel en nestplaatsen te vinden zijn, én waarin gif ontbreekt. Precies dus waar vogels zich ook prettig in voelen.

En omdat je je (klein)kinderen ook op een leuke manier bezig wilt houden, kun je samen met hen de mooiste bijen- en insectenhotels gemakkelijk zelf maken. De insecten, én de vogels, zullen je dankbaar zijn.

Om te beginnen moet je kiezen wat voor soort hotel je wilt maken. Wil je een speciaal bijenhotel of maak je liever een gemengd hotel voor verschillende insecten, zoals lieveheersbeestjes, vlinders, gaasvliegen, oorwurmen en solitair levende wespensoorten? Zo’n gemengd hotel ziet er gezellig uit, een soort vakkenkast waarin je allerlei verschillende materialen kunt stoppen.

Wil je het bijvoorbeeld geschikt maken voor oorwurmen, plaats er dan ook ondersteboven een terracotta bloempot met stro in. Een hokje met horizontale spleten trekt lieveheersbeestjes aan, terwijl verticale spleten juist de aandacht trekken van vlinders. Plaats er wat takjes met dor blad, schors of houtsnippers in om ze extra bescherming te bieden. Voor alle hotels geldt dat je het hout niet moet behandelen of verven, want daar houden insecten niet van. Je kunt je kunstwerk wel voorzien van gaas en een afdakje om de levensduur ervan te verlengen.

De kamers voor bijen hebben juist gladde randen nodig, zodat ze zich niet kunnen verwonden aan gerafeld hout. Hardere houtsoorten, zoals eik, beuk en esdoorn, zijn daarom geschikter, aangezien die minder rafelen als je ze gladschuurt. Bijen hebben ronde ruimtes nodig, zoals holle stengels. Maar je kunt ook met een boor diepe gaten met een diameter van tussen de 2 en 9 millimeter boren. Daarin leggen wilde bijen, zoals metselbijen, hun eitjes. Wilde bijen variëren van heel klein tot formaat honingbij, dus kun je het best verschillende formaten buizen nemen.

Voor bijen is het belangrijk dat de gang aan de achterkant dicht is, want ze houden niet van vocht. Hang een bijenhotel (anders dan een gemengd insectenhotel dat op meer plekken kan) in de zon, uit de wind, met de uitgang op het zuiden.

Insecten in je tuin moeten ook wat kunnen eten. Plant daarom (inheemse) bloemen en struiken aan, zoals verschillende soorten klaver, wilde marjolein, longkruid, duizendblad, zonnehoed, klimop, struikhei, meidoorn, enzovoort. En natuurlijk mogen ook bomen niet ontbreken, als je daar tenminste de ruimte voor hebt.

Zorg ervoor dat er van het vroege voorjaar tot de late herfst altijd wel iets in bloei staat. Daar word je ook zelf gelukkig van. Je kan op veel plekken je slag slaan om biologisch geteelde, inheemse planten te verkrijgen – al vinden we dat veel tuincentra nog achterblijven. Om je te helpen hebben ook het aanbod in onze eigen webshop recentelijk uitgebreid.

We zeggen het nog maar eens omdat het zo belangrijk is: gebruik nóóit gif in je tuin. Koop biologische zaden, planten en bloembollen. Meestal zit er wel een biologische kweker in de buurt. Ten slotte geven we je nog enkele tips om op een gifvrije manier om te gaan met planten of insecten die je misschien liever niet in de tuin ziet.