Pied Avocet, Recurvirostra avosetta - Kluten (Recurvirostridae)
De kluut is uniek door zijn opvallende zwart-witte verenkleed, lange poten en zijn opgewipte snavel. Hiermee zeeft hij door het slik om bijvoorbeeld wormpjes en garnaaltjes te vinden. Broedt in kolonies, vooral in zoute gebieden aan de kust, maar ook in het binnenland. Als hij kuikens heeft suggereert een kluut dat hij gewond is. Hij laat dan een vleugel hangen om de aandacht van de belager af te leiden.
Onmiskenbaar. Wit met opvallende zwarte tekening. Opgewipte snavel, lange lichtblauwe poten. Ook in vlucht onmiskenbaar door de zwartwitte tekening en de lange poten.
Meestgebruikte roep luidt "kluut-kluut", roept zijn eigen naam. Daarnaast ook een zacht gekwetter.
42-46 cm, spanwijdte 77–80 cm
Paartjes baltsen opvallend. Broedt meestal in kolonies. Nest een kuiltje in de grond, soms wat opvallender met een echte nestrand. Op slik, kaal weiland, akkers. Eén broedsel, 3-4 eieren. Kan na verlies nieuw legsel op tientallen km afstand maken in een nieuw nest. Eileg half april-eind juni. Broedduur 23-25 dagen, jongen zijn nestvlieders, na 35-42 dagen vliegvlug.
Vooral zoute milieus: slikgebieden met eilandjes met kale grond, schelpen, wat planten, kort gras, vaak met plevieren en sterns. In zoete gebieden ook op kort grasland en in open bouwland (bieten, zomergranen, aardappelen, mais). Korte vegetaties zijn essentieel. Kan zich snel ergens vestigen. Is dus een pionier, die na successie vegetatie weer verdwijnt.
Zeeft in ondiep water met maaiende bewegingen van de opgewipte snavel dierlijk voedsel uit het slik, op de tast. Vooral zeeduizendpoten (Nereïs diversicolor). Tijdens de broedtijd foerageren kluten meer door roeren en pikken. Uit feces-onderzoek is gebleken dat in de Dollard hierbij veel Corophium volutator (slijkgarnaaltjes), Copepoda (roeipootkreeftjes), Columbola (springstaarten) Ostracoda (mosselkreeftjes) worden gevangen en ook allerlei insecten en insectenlarven.
Kluten die in Nederland broeden, trekken in het najaar weg naar Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika, maar overwinteren steeds vaker in Nederland, in zowel de Delta als het Waddengebied. Tijdens trek sterk kustgebonden, maar wordt soms aangetroffen langs rivieren en meren in het binnenland. Vanaf februari (zachte winters) of maart (koudere winters) keren kluten terug.
vrij talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Het aantal broedparen in Nederland neemt vanaf 1990 met minder dan 5% per jaar af.
Aantal broedparen | 6350-6650 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 2900-4600 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 12.000-17.000, jul,apr (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Kluten zijn vooral aan de waddenkust en in de Delta te zien. Kleinere aantallen ook elders, onder meer langs de rivieren.
De kluut komt voor in Europa langs de continentale Noordzeekust en in Zuidoost-Engeland. Ook in Zuid-Frankrijk, Sardinië, Italië, Griekenland en langs de Zwarte Zee.
Is op Europese schaal niet bedreigd (Least Concern). Bedreigingen van de populatie kluten in Europa zijn er in de vorm van watervervuiling door PCB's, pesticiden, selenium, lood en kwik. Belangrijke overwinteringsgebieden in Europa worden bedreigd door infrastructurele ontwikkelingen (Portugal), landaanwinning, vervuiling en verstoring. Kluten zijn gevoelig voor botulisme en vogelgriep. De afname in Nederland hangt samen met nestpredatie, het door vegetatiesuccessie ongeschikt worden van broedplaatsen, voedselproblemen en het verdwijnen van tijdelijk geschikte broedlocaties.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De kluut staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
De kluut is een van de doelsoorten van het Beschermingsplan Duin- en Kustvogels van Vogelbescherming. Daarnaast spant Vogelbescherming zich al heel lang in voor een adequate bescherming van de Waddenzee en de Delta. In de Waddenzee onder meer via het programma Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen.
Houd voldoende afstand ten opzichte van broedende kluten en groepen kluten op hoogwatervluchtplaatsen. Heeft u als agrariër broedende kluten op uw land, schakel dan de lokale agrarische natuurvereniging in. Nesten moeten dan beschermd worden tegen vertrapping door vee. In het beheer kunnen kluten tegemoet worden door het toelaten van plasdrassituaties met modderige plekken, flauwe slootkanten met slik en het toelaten van enige dynamiek van water. Eilandjes met kale grond in combinatie met ondiep water kunnen kluten verleiden om te gaan broeden. Om kluten te houden, dient de broedlocatie kaal of laag begroeid te blijven. Dit kan door opzetten van water in het vroege voorjaar en door intensieve voorbeweiding met schapen.
De kluut is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kluten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kluut is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende natuurgebieden die door de kluut worden gebruikt als broedgebied, foerageergebied en/of als slaapplaats zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal