Razorbill, Alca torda - Alken (Alcidae)
Alken zijn zeevogels die alleen voorkomen in het Noord-Atlantisch gebied. Ze hebben een snelle vlucht. Daarbij kunnen de vogels laag over het water vliegen en tussen golven door manoeuvreren. Dat maakt het waarnemen met een verrekijker moeilijk vanaf de Nederlandse kust, waar hij alleen als wintergast is te zien. Een bezoek aan de broedgebieden zoals in IJsland of Engeland in het late voorjaar biedt een betere gelegenheid alken goed te bekijken.
Alkachtige, te herkennen aan lage ligging in het water, met lang achtereind. Ook in vlucht lang achtereind, maar door dik lichaam torpedo-vormig. Witte onderdelen en zwarte bovendelen en kop. Van boven zwart, zeekoet is bruin. Snavel het grootste verschil met zeekoet: zwart, erg hoog en stomp, met witte verticale lijn, en in zomerkleed een witte horizontale lijn van de bovenkant van de snavel naar het oog. In winterkleed witte wangen en keel.
Wordt nauwelijks gehoord in Nederland, alleen in de broedkolonie.
38-43 cm, spanwijdte 60-69 cm
Broedt vanaf mei/juni. Heef één legsel met 1 ei. Start van broeden gerelateerd aan temperatuur van het oppervlaktewater. Broedduur 35-37 dagen. Eieren om en om bebroed door man en vrouw in rondes van 12-24 uur. Broedt in (soms gemengde) kolonies van enkele 100-en tot 1000-en vogels. Heeft geen nest. Na het uitkomen blijft het jong nog ongeveer 18 dagen op het nest en na uitvliegen wordt het nog minstens 3 weken verzorgd.
Alken zijn echte zeevogels: ze zoeken hun voedsel op open zee, soms vlak onder de kust. Alken kunnen goed duiken terwijl ze voedsel zoeken. Het nest wordt gebouwd op steile rotswanden.
Het voedsel bestaat uit kleine vissoorten, zoals spiering en haring, en kreeftachtigen die worden opgedoken van soms een aanzienlijke diepte. Hierbij gebruiken ze hun vleugels en poten.
Begint al vanaf juli met wegtrek van kolonies. Trek voornamelijk gerelateerd aan hoeveelheid voedsel en (dus) watertemperatuur. Pas later in de herfst in Nederland te verwachten. Is hier van oktober tot en met april waar te nemen. Vanaf midden april tot en met begin mei komen ze weer in hun noordelijk broedkolonie aan. Soms ook al eerder. Trekt laag over zee in kleine groepen.
wintergast in groot aantal
Jaarlijks kleine aantallen langs de kust. In sommige jaren (2007, 2012) grotere aantallen door weersomstandigheden ten noorden van Nederland. Door overbevissing en vervuiling van olie-industrie gaat het op internationaal niveau niet goed met de alk.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Tijdens de najaarstrek langs de kust. Soms in havens en op pieren, maar minder vaak dan zeekoet.
Meer dan de helft van de wereldpopulatie broedt langs de IJslandse kust. Op een goede tweede plaats staan de kusten van Groot-Brittannië en Ierland, gevolgd door de Noorse kust.
Op Europees niveau gaat de alk achteruit en geldt de soort als bedreigd. De soort is net als de zeekoet erg kwetsbaar voor olie die door menselijk toedoen op het zeeoppervlak belandt. Jaarlijks spoelen vele tientallen olieslachtoffers aan, bij een olieramp zijn de aantallen vogelslachtoffers stukken hoger. Daarnaast heeft de soort te lijden onder overbevissing, jacht en raken zeekoeten verstrikt in netten. Ook het opwarmen van het water door klimaatverandering kan negatief uitpakken voor alken.
Vogelbescherming pleit voor duurzame visserij en het aanwijzen van natuurreservaten op de Noordzee. Dat doen we zowel op nationaal niveau als bij de EU in Birdlife-verband.
Overheden en de visserijsector staan voor een belangrijke opgave: verduurzamen. Niet alleen om visserij ook in de toekomst mogelijk te maken, maar ook om de natuur te respecteren. Consumenten kunnen kiezen voor duurzaam gevangen vis. Illegale olielozingen zijn sterk verminderd in de Noordzee door betere controle en strengere straffen, maar komen nog steeds voor. Ook het lozen van andere chemische stoffen of bijvoorbeeld palmolie kan desastreus uitpakken voor zeekoeten en andere zeevogels. Na lang aandringen van natuurorganisaties zoals Vogelbescherming zijn er beschermde gebieden aangewezen in de Noordzee, maar nog niet genoeg en ook zijn de beschermingsdoelstellingen voor die gebieden nog onvoldoende uitgewerkt.
De alk is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn alken beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de alk is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
De Bruine Bank is aangewezen als Natura 2000-gebied voor alken op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Het Friese Front is ook aangewezen als Natura 2000-gebied op zee, maar niet voor alken omdat er volgens de overheid onvoldoende gegevens zijn om vast te stellen dat is voldaan aan de selectiecriteria. Het Friese Front is wel aangewezen voor de zeekoet en de alk profiteert daar indirect ook van. Verschillende andere gebieden in de Noordzee (onder meer de Doggersbank en de Klaverbank) komen mogelijk ook in aanmerking voor aanwijzing als Natura 2000-gebied voor alken, omdat ze daar in aanzienlijke aantallen geregeld voorkomen. Dat wordt onderzocht. Voor de aangewezen Natura 2000-gebieden gelden strenge regels voor alle plannen en projecten die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
Er zijn nog geen natuurgebieden die door alken worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Verschillende gebieden in de Noordzee (onder meer het Friese Front en de Bruine Bank) komen daar mogelijk wel voor in aanmerking, omdat alken daar in aanzienlijke aantallen geregeld voorkomen. Het Friese Front is niet aangewezen voor de alk, omdat er volgens de overheid onvoldoende gegevens zijn om vast te stellen dat is voldaan aan de selectiecriteria. Het Friese Front is wel aangewezen voor de zeekoet en de alk profiteert daar indirect ook van. Voor het Friese Front gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal