Hen Harrier, Circus cyaneus - Sperwerachtigen (Accipitridae)
Rode lijst
Blauwe kiekendieven leven in open, vochtige gebieden: duinen, moerassen, akkers en graslanden. Opvallend in alle kleden is de witte stuit die in vlucht een duidelijk onderscheid met de bruine kiekendief vormt. Op het menu staan kleine zoogdieren en konijnen. Maar ook kleine vogels worden af en toe verschalkt.
Mannetjes zijn opvallend licht, met zwarte vleugelpunten. Vrouwtjes en jongen zijn bruin en hebben zwarte banden over de staart en ondervleugels. De blauwe kiekendief is veel minder slank dan de grauwe kiekendief. Het mannetje is onder meer door de witte stuit te onderscheiden van de grauwe kiekendief.
Kekkerende geluiden in de broedtijd, ook fluitende, hoge roepen.
42-50 cm, spanwijdte 100-121 cm
Man heeft opvallende baltsvlucht hoog in de lucht. Territoriaal, maar paren kunnen dicht bij elkaar broeden. Jaagt ver van het nest. Man kan meerdere vrouwtjes met nesten hebben; meestal 2-3. Broedt op de grond, in hoge heide, in droog rietland, tussen lage wilgen, in graanvelden. Eén legsel met 3-6, soms 7 eieren. Broedtijd april-juni. Broedduur 29-39 dagen, begint na het eerste ei. Jongen vliegen uit na 32-42 dagen en worden daarna nog weken gevoerd.
Broedt in duinvalleien met struweel, in rietvelden op vochtige bodem en in graanvelden. Vroeger ook in vochtige heidevelden. Jaagt in duinvalleien, kwelders, grazige ruigten, cultuurgraslanden, akkerbouwgebieden en jonge bosaanplantingen. 's Winters ook veel in weilanden. Jaagt vaak ver van het nest.
Jaagt laag en vaak snel boven de grond op kiekendievenmanier: flappend, glijdend af en toe draaiend of kort biddend. Leeft van kleine zoogdieren (vooral woelmuizen, ook jonge konijnen), maar ook van zangvogels en jongen van grotere vogels (steltlopers, hoenders).
Broedgebieden in Fenno-Scandinavië en Noord-Rusland worden geheel verlaten. Trekt over een breed front naar West- en Zuid-Europa, deels ook Noord-Afrika. Doortrek in Nederland van eind augustus tot in november, overwintert hier ook. Terugtrek van maart tot in mei.
uiterst schaarse broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend
Vanaf 1990 sterk afgenomen als broedvogel; ook als overwinteraar sinds 1980 afnemend in aantal.
Aantal broedparen | 8-12 (in 2020-2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 400-800 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 500-2000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In de winter vooral in Laag-Nederland, in gebieden met veel ruigte en riet. Ook wel in duinen, op heide en in hoogveengebieden. In de broedtijd vooral in de duinen op Texel en in Noord-Groningen.
Broedt in vrijwel het gehele Euraziatische laaglandgebied, maar is op veel plekken schaars of zeldzaam. Het grootste deel van de Europese populatie broedt in Frankrijk, Finland en Zweden.
Is sinds 2000 in Europa afgenomen, vooral in Rusland, het belangrijkste land voor de soort. Wordt bedreigd door intensivering van landbouw, bebossing van open land en verdwijnen van moerassen en hoogvenen. Wordt ook vervolgd op veel plaatsen (bijv. grouse moors in Groot-Brittanië).
De blauwe kiekendief staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
De blauwe kiekendief is één van de soorten van het Actieplan Bedreigde Vogels van Vogelbescherming. Samen met Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels heeft Vogelbescherming muizen- en vogelrijke akkers ingericht, vooral in het Waddengebied.
Gebaat bij extensieve begrazing in duinen en moerasgebieden, dit is beter voor de stand van woelmuizen. Cruciaal is het agrarisch gebruik van het landschap. Gebruik van zomergranen en laten staan van stoppelvelden zijn effectieve middelen om zangvogels en muizen aan te trekken. Verstoring kan voorkomen worden door toezicht en door zonering van recreatie. Tegengaan van successie van open landschappen door toelaten van natuurlijke dynamiek is op lange termijn een belangrijk beschermingsmiddel. Internationale aanpak van bescherming is gewenst, omdat onze broedvogels deel uit maken van een grotere populatie in het Noordwest-Europese laagland.
De blauwe kiekendief is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen zijn blauwe kiekendieven beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de blauwe kiekendief is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende natuurgebieden die door de blauwe kiekendief worden gebruikt als broedgebied en foerageergebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal