Navigatie overslaan
Kramsvogel / Elwin van der Kolk

Kramsvogel

Fieldfare, Turdus pilaris - Lijsters (Turdidae)

Rode lijst

De kramsvogel is in Nederland vooral in de winter te zien. Hoewel de soort wel broedt in het zuiden en oosten van het land zijn deze aantallen in het voorjaar erg laag. In najaar en winter is het 'tsjak-tsjak-tsjak' van groepen kramsvogels zeer regelmatig te horen. Ze zijn dol op bessen en appels en daarom goed in fruitteeltgebieden te zien. Maar ze zoeken ook voedsel op weilanden, soms samen met koperwieken.

Kramsvogel / Agami

Herkenning

Tijdens de vlucht zijn de lichtgrijze stuit en witte ondervleugels goed te zien, net als de lange staart met geheel zwart uiteinde. Verder hebben kramsvogels een bruine mantel en een overwegend grijze kop. De onderzijde is zwaar getekend met een oranjegele tint op de borst. Heeft als hij zit vaak 'afhangende' vleugels.

Geluid

Roept karakteristiek, "tsjakkend". Zang met scherpe, krassende tonen.


22-27 cm

Deze soort lijkt op:

Mijn tuin een vogelparadijs

Doe gratis de Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven, en ontvang van Vogelbescherming makkelijke en praktische tips. Ook voor vlinders en vleermuizen kun je aan de slag. Doe je mee?

Doe de Postcode Vogelcheck

tuin / shutterstock

Leefwijze

Broeden

Kramsvogels broeden nog maar zelden in Nederland. Broedt vanaf eind april met meestal 5-6 eieren. Heeft vaak twee legsels per jaar. Als het habitat goed is, broeden ze in kolonies. Broeddduur: 10-13 dagen. Nesten bevinden zich vaak in populieren, wat hoger in de boom. Het nest is meestal goed te zien, in een vork van dikke takken of tegen de stam. Predatoren zoals zwarte kraaien worden fel verjaagd en soms in de vlucht ondergepoept. De jongen zitten zo'n 12-16 dagen op het nest voor ze uitvliegen. Jongen zijn vanaf twee weken (maar ook wel pas na ca. 30 dagen) zelfstandig.

Video in nieuw venster openen

Leefgebied

De kramsvogel broedt in halfopen cultuurlandschap met vochtige graslanden en boomgroepen, vooral in Limburg, de Achterhoek en Twente. In het noorden ook in kleine gebieden met bomen in open, ruig, landschap. De kramsvogel broedt vaak in een kolonie, met meerdere nesten per boom en meerdere aangrenzende bomen bewoond. Voedsel wordt gezocht in bossen, parken, tuinen en op weilanden.

Voedsel

Kramsvogels eten vooral wormen en insecten. In Nederland foerageren ze op weilanden op de bekende lijstermanier. Hippen, stilstaan, een regenworm pakken en weer doorgaan. In de winter eten kramsvogels ook bessen; bessenstruiken als vuurdoorns kunnen in korte tijd door hongerige kramsvogels geplunderd worden. Rottend fruit is ook erg populair bij kramsvogels.

Vogeltrek

De (weinige) kramsvogels die in Nederland broeden trekken 's winters weg naar België en Frankrijk (monding van de Gironde en de loop van Rhône en Loire). Het zijn geen langeafstandstrekkers. Veel kramsvogels uit Noord- en Oost-Europa komen massaal naar Nederland in de winter om hier te blijven of om verder zuidelijk door te trekken. Dat begint in september tot ver in november, en vooral in oktober. Als er sneeuw komt vanuit het noorden, trekken de vogels massaal naar het zuiden. Breed uitwaaierende groepen 'tsjakkers' laten zich zien in het open gebied. Bij kou trekken kramsvogels meer naar de stad. In het voorjaar trekken de vogels weer naar het noorden vanaf februari tot begin mei, met het hoogtepunt eind maart.

Online cursus Tuinvogels van Nederland

In deze vogelcursus voor beginners leer je in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes, ezelsbruggetjes en leuke weetjes om nog meer van vogels te genieten.

Meld je aan voor de gratis cursus

Pimpelmees / Pixabay

Verspreiding en aantal

uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Midden jaren 1960 koloniseerde de kramsvogel Nederland, nadat dat ook was gebeurd in het Rijnland (Duitsland) en de Ardennen (België). Vanaf 1972 broedden er jaarlijks steeds meer kramsvogels, tot een maximum van zo'n 800 tot 900 paren in de jaren '80, waarna een sterke daling inzette. Aantal broedparen in Nederland: 15-40 (2013). De reden van de achteruitgang is onbekend.

Aantallen in Nederland

Aantal broedparen 10-25 (in 2018-2020)
Geschat maximum aantal overwinteraars 200.000-500.000 (in 2013-2015)
Doortrekkers 200.000-1.000.000 (in 2008-2012)

Bron: sovon.nl

Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.

Waarnemingen

Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl

Kijktip

's Winters zijn kramsvogels veelal te vinden in fruitteeltgebieden waar ze zich in boomgaarden te goed doen aan rottende appels, maar ook in graslanden. Goede trefkans in de winter ook in de duinen waar ze foerageren op duindoorn.

In Europa

Kramsvogels komen voor van Zuidoost-Frankrijk en Benelux, noordwaarts tot in het uiterste noorden van Fenno-Scandinavië en oostwaarts tot de Amoer-rivier in Rusland. De kramsvogel is een van de meest voorkomende vogelsoorten van Noord-Europa. In Fenno-Scandinavië broedt zo'n 60% van de Europese populatie.

Meer informatie


Bescherming

De oorzaken voor de opkomst en vervolgens de sterke afname van de kramsvogel zijn onduidelijk. Wel is bekend dat deze trend onderdeel is van een veel groter proces. De kramsvogel lijkt haar verspreidingsgebied te verkleinen, waarbij de rand van de verspreiding in oostelijke richting opschuift. Veranderingen in het landschap, waardoor er minder regenwormen te vinden zijn, lijken niet de ware oorzaak te zijn. Op Europees niveau geldt de soort niet als bedreigd.

De kramsvogel staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.

Wat wij doen

Vogelbescherming geeft veel voorlichting over hoe tuinen en erven vogelvriendelijk kunnen worden ingericht. Veel soorten zoals de lijsterachtigen kunnen daarvan profiteren.

Wat kun jij doen

Je kunt mogelijk overwinterende kramsvogels overhalen je tuin te bezoeken door (rottende) appels op het gazon te leggen. Ook kun je in je tuin bessenstruiken planten. Die zijn bij alle lijsterachtigen populair.

Meer weten?

Actuele berichten

Eropuit met MijnVogelvinder.nl

MijnVogelvinder heeft wat te bieden voor alle soorten vogelaars: beginnend, gevorderd of prof. Deze handige vogelwegwijzer vertelt je welke soorten je tijdens het wandelen of fietsen kunt tegenkomen en waar je op moet letten om ze daadwerkelijk te zien. Hoe leuk is het om tijdens een wandeling erachter te komen dat de appelvink met zijn snavel wel een drukkracht van 50 kilogram kan uitoefene

Meer over MijnVogelvinder

MijnVogelvinder appelvink

Wet- en regelgeving

De kramsvogel is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kramsvogels beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kramsvogel wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Algemene regels

De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:

  • vogels opzettelijk te doden of vangen;
  • nesten, rustplaatsen en eieren van vogels opzettelijk te vernielen of beschadigen of nesten weg te nemen;
  • eieren van vogels te rapen en onder zich hebben;
  • vogels opzettelijk te storen;
  • vogels, dood of levend, dan wel delen of producten daarvan in bezit te hebben, te vervoeren en in de handel te brengen.

Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.

De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:

  • de algemene zorgplicht die stelt dat iedereen voldoende zorg moet dragen voor de fysieke leefomgeving;
  • de specifieke zorgplichten voor natuurgebieden en inheemse vogels die erop gericht zijn om nadelige effecten te voorkomen, beperken of herstellen;
  • de verplichting om onnodig lijden te voorkomen bij het legaal doden of vangen van dieren in het wild;
  • het algemene verbod op dierenmishandeling (Wet dieren).

Bijzondere regels

De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van kramsvogels zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies kunnen de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.

Meer weten?

© Foto's: AGAMI   © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk   © Video's: Natuur Digitaal