Navigatie overslaan
Visdief / Shutterstock Alle berichten

Gaan de visdieven weer eens een goed jaar beleven?

Geplaatst op 25 juli 2017

Het IJsselmeergebied is in potentie een prachtig vogelgebied. Maar het ontbreekt aan ondieptes en natuurlijke overgangen. Ook de aansluiting van vissen met de Waddenzee en het binnenland laat te wensen over. Om de kwaliteit van de natuur in het gebied te verhogen is onderzoek nodig. Vogelbescherming, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hebben daarvoor de handen ineen geslagen en onderzoeken het broedsucces van visdieven in het IJsselmeergebied.

Jarenlang hield het broedsucces van de visdief in en om het IJsselmeer niet over. Daarom doet Vogelbescherming Nederland in samenwerking met andere natuurorganisaties onderzoek naar deze fraaie sternsoort. We onderzoeken kolonies in Wieringermeer, De Kreupel, de sluizen van Lelystad, de Marker Wadden en een eiland in het Eemmeer. Op de Kreupel (2500) en Marker Wadden (1800) bevinden zich de grootse kolonies. Elders zijn de aantallen veel kleiner met enkele tientallen tot ongeveer 175 paar op een fraai nieuw eiland in het Eemmeer.

Twee geboortegolven

In de afgelopen jaren was het broedsucces meestal slecht, maar dit jaar zijn de eerste indrukken goed. Er zijn duidelijk twee reproductie golven. Vanaf mei vestigden zich veel visdieven en in de loop van juni volgde een tweede ‘golf’ legsels. Wellicht omdat op 7 juni een storm over Nederland raasde en vele visdiefparen hun nesten verloren. Op de Marker Wadden kwamen diverse nesten onder het zand. Van de eerste ‘golf’ zijn de eerste jongen al vliegvlug, terwijl die van de tweede golf begin juli uitgekomen zijn. De komende weken zal blijken of deze jongen ook voldoende vis krijgen en of er wezenlijke verschillen in broedsucces zijn tussen de kolonies.

Visdief Eemmeer / Bernd de Bruijn Eiland in het Eemmeer (Foto's: Bernd de Bruijn) Visdief Eemmeer / Bernd de Bruijn

Visdief is een ambassadeur

Als visdieven veel jongen kunnen grootbrengen weten we dat er veel kleine jonge vis aanwezig is. Bijvoorbeeld spiering in het diepe water of jonge witvis in de ondiepe zones langs de oever. Daarvoor zijn onderzoekslocaties van noord naar zuid in diepe en ondiepe delen van het gebied gekozen. We hopen er zo achter te komen waar het goed of slecht gaat met visdieven en wat we kunnen verbeteren.

De visdief is daarbij een fijne ambassadeur voor een natuurlijker IJsselmeer. Als het goed gaat met visdieven, gaat het ook goed met andere watervogels als futen, nonnetjes, zwarte sterns en grote zaagbekken. Visdiefjes broeden op kale eilanden die van nature thuishoren in zoetwaterwetlands met veel dynamiek. Ze eten kleine vis die volop aanwezig zou moeten zijn in een natuurlijk zoetwatermeer dat aansluit op de zee en rivieren.

Instant succes in het Eemmeer

Met veel sterns in ons land, waaronder de visdief, gaat het niet goed. Vogelbescherming werkt daarom – mede dankzij de financiële steun van de Stern Groep – aan het herstellen van broedeilandjes in voedselrijke gebieden. Sterns houden van onbegroeide maar voldoende hoge eilanden, zandplaten en strandjes, bij voorkeur moeilijk bereikbaar voor predatoren en recreanten.

Soms komt natuurbeschermingssucces snel. Eind 2016 hebben Vogelbescherming en Natuurmonumenten drie dichtbegroeide eilandjes in het Eemmeer weer geschikt gemaakt voor broedvogels als de visdief. Het was een instant succes: er werden dit jaar dus maar liefst 175 visdiefnesten geteld, tegen slechts één vorig jaar! Het is daarmee meteen een van de grootste kolonies van de Randmeren.