Navigatie overslaan
Fluiter / Agami Alle berichten

Nu in beeld: de fluiter

Geplaatst op 3 juni 2025

Van alle onopvallende vogels in Nederland is de fluiter zeker niet de onaanzienlijkste. Maar omdat fluiters pas terugkomen als er al blad aan de bomen zit én in vrij dichte bossen leeft, is dit juweeltje niet bij iedereen bekend. Herken je zijn opvallende zang, dan zul je hem niet snel vergeten.

Ook al vallen fluiters niet zo op. Toch mogen ze er zeker wezen. Dat geldt voor hem en voor haar, want de geslachten zien er gelijk uit. Beide hebben een mosgroene bovenzijde die fraai contrasteert met de citroengele keel, borst en wenkbrauwstreep en de vlekkeloos witte onderzijde. Om de afwerking nog te verfijnen zijn de staart en de uiteinden van de vleugelveren, de zogeheten tertials, donkergrijsbruin. Al met al een (on)opvallend fraaie verschijning.

Sahara

In de tweede helft van april komen de meeste fluiters weer terug uit hun overwinteringsgebieden in tropisch Afrika. Voor veel Europese vogels is dat het Congo-bekken, wat betekent dat deze kleine krachtpatsers helemaal de Sahara moeten oversteken, en dat twee keer per jaar. Opvallend genoeg leven de mannetjes en vrouwtjes dan gescheiden van elkaar.

In de broedgebieden hebben ze een voorkeur voor bossen met vrij weinig ondergroei. Meestal zijn dat beukenbossen, maar ook bossen met eiken en soms zelfs enkele naaldbomen. Ze zoeken hun voedsel – insecten – heel actief hoog in de bomen, ook in de tropen, en zijn daardoor niet altijd gemakkelijk te vinden.

Tijdens het broedseizoen in mei en juni zijn ze bij ons goed te horen. En daardoor kan je ze hier natuurlijk ook makkelijker zien zitten. Na juni vallen ze stil en zijn fluiters druk bezig met de voorbereidingen voor de lange reis naar Afrika, die ze vaak al in de tweede helft van juli beginnen.

Grondbroeder

Hoewel fluiters dus meestal hoog in de bomen vertoeven om eten te zoeken, broeden ze op de grond. Daar bouwt het vrouwtje een kunstzinnig bolvormig nestje van gras en bladeren. Vrouwtje fluiter broedt de eieren in haar eentje uit, maar manlief is wel zo betrokken om te helpen met het opvoeden van de jongen.

De 5 tot 7 fluitereieren komen na een kleine 2 weken uit, waarna de jongen nog een dag of 11-12 in het nest blijven. Het mannetje is na de paring al grotendeels opgehouden met zingen, maar de vogelouders houden intensief contact via een opvallend luide pju-roep, vaak nog luider dan de zang. Die roep vormt een duidelijk hulpmiddel om de aanwezigheid van een paar in hun broedgebied vast te stellen.

Als de jongen zijn uitgevlogen, struint de hele familie nog een paar weken door het bos om de jongen de fijne kneepjes van het vak te leren.  Daarna volgt onherroepelijk het afscheid en gaat ieder zijn eigen weg. Een enkeling blijft nog tot in augustus, of heel soms zelfs september hangen, hier overwinteren doen ze nooit.

Loofzanger

De fluiter is een typische loofzanger. Alle loofzangers zijn kleine, beweeglijke vogeltjes die rusteloos op zoek zijn naar insecten tussen de bladeren en die behoorlijk veel op elkaar lijken.

Vaak wordt de fluiter in één adem genoemd met zijn algemenere familieleden, de fitis en de tjiftjaf. Fluiters lijken nog het meest op fitissen, maar zijn wat groter en helderder gekleurd. Daardoor valt de vergelijking met de beduidend bruinere en bijna overal voorkomende tjiftjaf al snel in het niet. Bovendien maken die heel andere geluiden, en dat blijft altijd het beste kenmerk om ze uit elkaar te houden.

Slecht gekozen naam

Wat hebben we de fluiters eigenlijk slecht bedeeld met hun naam. Waar de tjiftjaf zijn naam duidelijk zelf heeft aangedragen (een onomatopee) en ook ‘fitis’ vermoedelijk een klanknabootsing van de aflopende zang is, brengen fluiters allesbehalve een geluid voort waarvoor we ze met het weinigzeggende ‘fluiter’ zouden moeten belonen. Dan zouden we andere zangvogels ook allemaal fluiter kunnen noemen. De Duitsers noemen de fluiter Waldlaubsänger, terwijl de Engelsen spreken van Wood Warbler, dus waarom hebben wij niet gekozen voor het prachtige bosloofzanger of boszanger?

De vogels zelf zullen er niet mee zitten, want die laten hun zang – een langgerekte triller van heldere fluittonen die naar een hoogtepunt toewerken – met duidelijk plezier horen. Het geluid wordt soms vergeleken met een rondtollende munt en lijkt ook wel op de zang van de vink, maar dan sneller en zonder een duidelijke verhoging aan het eind. Vaak volgt er na afloop een reeks van 5 tot 7 dju-dju-dju-tonen, alsof de vogels zelf even stoom moeten afblazen. Overigens zingt het mannetje duidelijk korter en minder vaak als het vrouwtje dat hij heeft gevonden begonnen is met de nestbouw.

(Nog) niet bedreigd

Omdat fluiters een vrij groot verspreidingsgebied hebben en niet in de te droge Sahel-landen overwinteren, worden ze niet in hun voortbestaan bedreigd. Nog niet, moeten we misschien zeggen. Want door de toenemende ontbossing in hun Afrikaanse winterkwartieren en de uitbreiding van de Sahara is het voor de vogels steeds moeilijker de reis tussen Europa en Afrika zonder problemen af te leggen. De aantallen hangen hier onlosmakelijk mee samen en schommelen van jaar tot jaar. Fluiters zijn echter wel duidelijk zeldzamer dan enkele decennia geleden, een beeld dat in heel Europa zichtbaar is. Dus, snel naar het bos om dat mooie rollertje van de fluiter nog te horen.

Online cursus Vogels van Nederland

In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.

Inschrijven gratis cursus

Een Tikkie voor vogels

Hopelijk pik je veel op over vogels in deze cursus en geniet je nu nog meer van vogels. Hun aanwezigheid is niet vanzelfsprekend. Veel vogels dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Duizenden supporters van Vogelbescherming helpen met een gift. Jij kunt vogels ook een tikkie helpen. Doe je mee?

Ja, ik help een tikkie mee