Common Wood Pigeon, Columba palumbus - Duiven (Columbidae)
De houtduif is de grootste en ook de meest voorkomende duif van Nederland. Hij komt in steden voor in tuinen en parken maar ook in het buitengebied op akkers. Meestal zijn ze op de grond naar voedsel aan het zoeken of zitten ze in een boom luid te koeren. Bij het opvliegen maken ze nogal wat kabaal doordat de vleugels boven en onder het lichaam tegen elkaar klappen.
Grootste duif van ons land. De adulte houtduif heeft een witte vlek in de nek, een brede roze borst en een zeer kenmerkende witte streep op de vleugels, die goed zichtbaar zijn tijdens de vlucht. Door die witte vleugelstreep is de houtduif op grotere afstand gemakkelijk te onderscheiden van de stadsduif en holenduif. Jonge houtduiven missen de witte halsvlek.
Laag, zwaar gekoer.
40-42 cm, spanwijdte 68-77 cm
De houtduif kan eigenlijk het hele jaar tot broeden komen, voornamelijk in het voorjaar en de zomer. Kan drie legsels per jaar hebben met meestal 2 eieren. De late legsels zijn in de regel succesvoller doordat de nestpredatiedruk dan minder is. Houtduiven maken rommelige nesten van wat takken, die nog wel eens uit een boom komen vallen. Daarna maken zij weer een nieuw nest. Broedduur 16-17 dagen. De jongen zitten 28-29 dagen op het nest, vanaf 35 dagen volledig vliegvlug.
Houtduiven komen voor in vrijwel het hele land, zij ontbreken alleen in de meest boomloze landschappen. Zij broeden in uiteenlopende biotopen, van tuinen en parken tot bossen. Voor hun voedsel bezoeken ze daarnaast ook vaak akkers waar graanresten te vinden zijn. Hoewel zij in het broedseizoen vaak solitair zijn, kunnen ze buiten het broedseizoen in grote groepen worden aangetroffen. In herfst en winter soms massaal in eikenbossen om eikels te eten.
Op het menu staat voornamelijk plantaardig materiaal, zoals zaden, knoppen en bladeren. Net als oogstresten (granen) zijn deze te vinden op akkers, maar ook in de bebouwde omgeving is voldoende voedsel te vinden. Zoals in tuinen, maar ook rondslingerende etensresten zijn in trek. Jongen worden de eerste week gevoed met 'duivenmelk' uit de krop van de ouders.
De meeste broedvogels in ons land zijn standvogels, maar een klein deel trekt weg richting Frankrijk en Spanje. In de winter komen er in Nederland ook houtduiven bij uit Duitsland en de Scandinavische landen, een deel blijft hier tot in april.
zeer talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal
Sinds de jaren '70 van de vorige eeuw is het aantal houtduiven met zeker een derde gedaald, voornamelijk door een veranderende landbouw. In de periode 2006-2012 bleek de houtduif in steden in hoog Nederland een negatieve trend te laten zien, terwijl die in laag Nederland stabiel was.
Aantal broedparen | 290.000-580.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1.000.000-2.000.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 200.000-1.000.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Overal waar te nemen.
De houtduif is een Palearctische vogelsoort, dus met een breed voorkomen van Europa en noordelijk Afrika tot in Azië ten noorden van de Himalya. Europa vormt echter het voornaamste verspreidingsgebied. De houtduif ontbreekt vrijwel nergens, alleen op IJsland is het een onregelmatige broedvogel.
Veranderingen in de landbouw hebben er mede voor gezorgd dat de aantallen houtduiven zijn afgenomen.
Met het Meetnet Urbane Soorten (MUS) monitoren Sovon en Vogelbescherming de populatieontwikkeling van de houtduif. De houtduif staat op de lijst van vrij bejaagbare soorten in Nederland. Vogelbescherming pleit ervoor deze lijst af te schaffen.
Houtduiven eten onder meer zaad op de grond. Als u houtduiven in de winter een handje wilt helpen, moet u het dus ook daar strooien willen de vogels ervan kunnen profiteren. Het beste werkt om niet te voorzichtig het wintervoer op de voedertafel te strooien, zodat u flink morst. Andere vogelsoorten die daar ook van profiteren, zijn roodborst, heggenmus en verschillende lijstersoorten.
Wat houtduiven nodig hebben in een tuin is een hoge boom om een nest in te kunnen maken. Houtduiven zijn geen holenbroeders en broeden niet in nestkasten, hoewel ze incidenteel in een torenvalken- of bosuilenkast aangetroffen kunnen worden.
De houtduif is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn houtduiven beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de houtduif is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
De houtduif is onder de Wet natuurbescherming aangewezen als soort die onder strikte voorwaarden mag worden bejaagd door jachtgerechtigden gedurende bepaalde periodes van het jaar (van 15 oktober tot en met 31 januari).
De houtduif is door een aantal provincies onder de Wet natuurbescherming aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante provinciale verordeningen is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal