Feral Pigeon, Columba livia - Duiven (Columbidae)
Een gedomesticeerde variant van de rotsduif (Columba livia), die in ons land niet voorkomt. Ze kunnen zich uitstekend handhaven in een stedelijke omgeving. Als echte opportunisten weten ze voedselbronnen te benutten en jongen groot te brengen. Het verenkleed van stadsduiven is zeer variabel.
De stadsduif leeft in groepen. Hun verenkleed is zeer variabel. Sommige stadsduiven hebben vrijwel precies het kleed van de wilde voorvader van alle stadsduiven, de rotsduif. Andere zijn geheel wit of glanzend grijsgroen, om enkele van de vele mogelijkheden te noemen.
Zeer laag, ritmisch gekoer, lijkt wel wat op dat van holenduif.
30-35 cm
Broedt bijna het hele jaar door. Heeft meestal twee tot vier legsels per jaar met elk meestal 2 eieren. Dat kunnen ook zeven legsels zijn. Broedperiode 17 dagen. Na 35-37 dagen zijn de jonge vogels vliegvlug. Deze duiven bouwen een slordig nest. Nestelen vaak op harde ondergrond zoals vensterbanken, zolders, verandakasten en balkons. Ze hebben een voorkeur voor donkere plaatsen.
Stadsduiven komen vooral in het stedelijk gebied voor, waar ze met name broeden op randen en richels van gebouwen en bruggen. Ze kunnen echter tot enkele kilometers buiten de stad foerageren op akkers met granen maar ook op andere gewassen.
Ze eten graag zaden, maar in stedelijk gebied is zwerfafval (zoals patat en brood) een belangrijke voedselbron.
De stadsduif is een echte standvogel.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
Stadsduiven worden maar sporadisch geteld, maar resultaten uit het Meetnet Urbane Soorten laten een matige afname zien in de periode 2006-2012.
Aantal broedparen | broedvogel in onbekend aantal |
Bron: sovon.nl
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Bijvoorbeeld de Dam in Amsterdam. Stadsduiven brengen hun jongen op de meest onmogelijke plekken groot, bijvoorbeeld ook veel op grote stations.
De 'wilde' natuurlijke variant van de stadsduif is de rotsduif. Deze soort is wijdverspreid in Europa. De stadsduif komt in alle steden ter wereld voor en behoort tot dezelfde soort, maar is ecologisch gezien totaal anders.
De stadsduif is geen inheemse soort maar vormt geen bedreiging voor de inheemse vogelsoorten, Vogelbescherming Nederland voert daarom geen op stadsduiven gerichte activiteiten uit.
Stadsduiven zijn echte zaadeters, die in de wintermaanden sterk profiteren van het bijvoeren. Met bijvoeren kunnen soms grote aantallen stadsduiven aangetrokken worden. Om ook kleine vogels een kans te geven om van het voedsel te profiteren, is het mogelijk om speciale voederkooien over het strooivoer te leggen. Kleine vogels kunnen dan wel bij het voer, maar duiven niet. Ook voedersilo's zijn zeer geschikt voor het voeren van alleen kleine zangvogels.
De stadsduif is geen beschermde soort. De soort geniet geen bescherming op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Nederlandse Wet natuurbescherming, omdat de soort niet van nature in het wild voorkomt in de Europese Unie. Het gaat om nakomelingen van gedomesticeerde dieren die door de mens zijn geïntroduceerd en zich in de vrije natuur hebben weten te handhaven en voortplanten. Er zijn verschillende regels van toepassing op deze soorten.
De Wet natuurbescherming bevat verschillende algemene regels die ook van toepassing zijn op uitheemse soorten. Het gaat om:
Het algemene verbod op dierenmishandeling uit de Wet dieren (artikel 2.1) is ook van toepassing op verwilderde dieren.
Geen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal