Navigatie overslaan
Huismussen op paal / Shutterstock Alle berichten
Huismussen op paal / Shutterstock Nadja Jansma

Door Nadja Jansma
Medewerker Vogelbescherming

Geluk is een huismus

Geplaatst op 12 september 2023

Geen vogel is zo huiselijk als de huismus. Ze doen alles samen en komen in hun leven nauwelijks verder dan een paar honderd meter van hun geboorteplek. Wie zo’n vrolijk kwetterende groep in zijn buurt heeft, behoort tot de gelukkigen. Helaas is deze soort sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in aantal gehalveerd. Al lijkt er her en der sprake van enig herstel, er kan nog veel meer gebeuren om deze soort weer toe te laten nemen.

Een tijdje geleden hoorde ik het ineens in mijn achtertuin: tsjilp, tsjilp, tsjilp. Huismussen! Nooit eerder had ik dat heerlijke geluid in mijn buurt gehoord; ik werd er instant gelukkig van. Kennelijk kun je mussen missen zonder dat je het weet. Maar nu ik erover nadenk; als ik bij mijn ouders de huismussenrijke straat inrijd, of een dierbare collega aan de telefoon heb waar de mussen in de tuin kwetteren dat het een lieve lust is, piekt er altijd een geluksmomentje. 

Huismus / Pixabay Huismus / Pixabay

Weinig avontuurlijk

Huismussen: je hebt ze of je hebt ze niet. Ze zijn enorm plaatstrouw, blijven hun hele leven in de buurt waar ze geboren zijn. Sommige blijven zelfs het hele jaar in dezelfde tuin! Ze doen hun naam niet alleen eer aan door hun weinig avontuurlijke karakter, ook nestelen ze in of aan gebouwen. In de buurt van mensen dus. Ze leven ook nog eens in groepsverband, dus als je de huismus ‘hebt’, zijn ze altijd met meer. Dat samenleven heeft grote voordelen. Ze leren van elkaar wat de beste voerplaatsen zijn en jagen samen de kat of sperwer weg die het op de eieren of jongen heeft voorzien. Daarnaast levert het tijd op die kan worden gebruikt voor sociale activiteiten zoals gezamenlijk tsjilpen en kwetteren in een boom of struik. 

Huismussen op conifeer / Pixabay Huismussen op conifeer / Pixabay

Adverteren

Ze doen alles samen: broeden, slapen, eten zoeken, baltsen, badderen. Zelfs paren doen ze open en bloot, meestal met de eigen partner aan wie ze hun hele leven (van gemiddeld drie, vier jaar) trouw zijn. Zo’n vijftien procent van de jongen is van een ander mannetje; zowel mevrouw als meneer mus rijdt weleens een scheve schaats. Ze ‘doen’ het trouwens frequent: de kus van de cloaca, zoals de paring wel wordt genoemd, kan wel twintig keer binnen een kwartier plaatsvinden. Voordat het zover is moet het mannetje zorgen voor een geschikte nestplaats. Met een ferm getjilp – het zogenaamde adverteren – maakt hij aan het vrouwtje duidelijk dat hij er een heeft gevonden. Dat tjilpen doet hij trouwens ook om andere mannen te laten weten dat dit zíjn territorium is: wegwezen! 

Huismussen bij minivijver / Pixabay Huismussen bij minivijver / Pixabay

Alleseter

Ook voor voedsel zijn huismussen afhankelijk van wat wij mensen ze bewust of onbewust aanbieden. Ze zijn niet erg kieskeurig: bij een onderzoek zijn wel 838 verschillende soorten voedsel gevonden in de magen van huismussen! Ze eten zaden, granen, bloemknoppen, fruit, brood, bessen, pinda’s, vetbollen. In de broedtijd eten ze vooral insecten en dat geven ze de eerste dagen ook aan hun jongen. Kuikens die na zo’n twee weken uitvliegen worden overigens nog twee weken door hun ouders gevoerd. Laat een op de grond zittend klein piepend pluizig musje dus altijd met rust; zijn ouders zijn nooit ver weg. 

Huismussen in tuin / Roos van Dijk - Fotogalerij Huismussen in tuin / Roos van Dijk - Fotogalerij

Minder mussen

Doordat huismussen altijd met z’n allen zijn vallen ze op. Bij de Nationale Tuinvogeltelling eindigen ze dan ook altijd met stip op 1. Toch zijn de aantallen sinds de jaren zeventig gehalveerd; er zijn nu honderdduizenden huismussen minder. Waarschijnlijk komt dat doordat er minder geschikte plekken zijn om te broeden, onder andere door renovatie en isolatie van oude woningen. Ook zijn onze tuinen en parken minder rommelig geworden waardoor er minder te halen is voor huismussen. In 2024 komt er naar verwachting een nieuw Bouwbesluit, waarin waarschijnlijk komt te staan dat in elk nieuwbouwhuis plek moet zijn voor gebouw-bewonende soorten zoals huismussen. Da’s alvast een fantastische stap! We willen onze mus toch niet missen? 

Wat kun je zelf doen om de huismus te helpen?

  • Plant in je tuin een heg of dichte struik die ’s winter groen blijft.  
  • Kies planten die insecten aantrekken. 
  • Maai en snoei niet te veel, zodat er volop zaden zijn. 
  • Zorg voor een vijvertje met aflopende oever, of een lage waterschaal. En ergens een zanderig hoekje. 
  • Heb je huismussen in je omgeving dan loont het om een nestkast, liever nog meerdere, aan je gevel te hangen. 
  • Wil je ons helpen de huismus te helpen? Ga naar vogelbescherming.nl/steundehuismus.

Ook ’n vogelvriendelijke tuin?

De Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming adviseren tegen een klein bedrag (leden krijgen korting) hoe je tuin vogelvriendelijk kan worden ingericht. Zelfs op het kleinste lapje is er van alles mogelijk.

Vind een tuinvogelconsulent in de buurt

Help de huismus

Het aantal huismussen is in de afgelopen decennia gehalveerd. Een duurzame en groenere leefomgeving is noodzakelijk. Meer natuurinclusief bouwen, meer onderzoek, voldoende voedsel, rustplekken en nestgelegenheid voor de huismus.
Help ook mee en doneer.

Ja, ik help mee