Navigatie overslaan
Ortolaan / Birdphoto Alle berichten

Boekentip: 100 jaar vaderlandse broedvogels

Geplaatst op 1 februari 2022

De afgelopen eeuw is Nederland volledig van gedaante verwisseld. Dat laat zijn sporen na in de samenstelling van de Nederlandse broedvogelbevolking. Klimaatverandering doet er nog een schepje bovenop. Het boek Verschenen of verdwenen, Ruim een eeuw Nederlandse broedvogels in beweging biedt een spectaculair overzicht van alle veranderingen.

Dat vogels als griel, klapekster en ortolaan zijn verdwenen als broedvogel, is alom bekend. Het zieltogende korhoen en de strijd om zijn behoud is nu welhaast voorpaginanieuws, net zoals de komst van zeearend, oehoe en kraanvogel. Maar dat algemene broedvogels als kuifeend, knobbelzwaan, kleine mantelmeeuw en bonte vliegenvanger eigenlijk nog maar kort in ons land broeden, weten niet veel mensen.

Systematisch veldonderzoek

Over alle soorten broedvogels die zijn verdwenen, of juist verschenen, in de laatste honderd jaar valt een heleboel te vertellen. Sovon Vogelonderzoek Nederland houdt al zo’n vijftig jaar bij hoe het onze vogels vergaat. De schrijvers zijn medewerkers van Sovon-huize en weten dus waar ze over praten. Het boek grijpt zelfs nog verder terug: naar bronnen vanaf 1900.

Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam, met de oprichting van SOVON, het systematisch opgezette, grootschalige veldonderzoek naar aantal en verspreiding van vogels goed van de grond. SOVON stond toen nog voor Stichting Ornithologisch Veld Onderzoek Nederland. Sindsdien wordt de vogelstand minutieus bijgehouden door inmiddels duizenden, vooral vrijwillige vogeltellers en -onderzoekers, resulterend in degelijke monitoringsresultaten en diverse atlassen.

Zwarte zwaan / Jan Lok Zwarte zwaan / Jan Lok

Nest gevonden

Het boek Verschenen of verdwenen, Ruim een eeuw Nederlandse broedvogels in beweging behandelt alle soorten broedvogels die sinds 1900 zijn verdwenen óf verschenen in ons land. Soorten die slechts incidenteel hebben gebroed, zoals de noordse nachtegaal, doen niet mee.

De volgorde van de soortbeschrijving is chronologisch en begint met de kuifeend, waarvan in 1904 een nest werd gevonden bij Vlijmen (NB) en eindigt met de visarend, die in 2016 voor het eerst in Nederland jongen grootbracht in de Biesbosch. Deze volgorde maakt het doorbladeren en lezen van het boek verrassend. In totaal zeventig soorten worden besproken, waaronder ook exoten: soorten die zich door toedoen van mensen hebben gevestigd, zoals de zwarte zwaan en de halsbandparkiet.

Landschap veranderd

Sinds 1900 is ons land zo goed als volledig op de schop gegaan. De verstedelijking is het meest in het oog springend; de oppervlakte bebouwing en infrastructuur is gigantisch toegenomen. Daarnaast zijn er veel bossen aangelegd, ten koste van hoogveen, heide en stuifzanden. Er zijn enorme inpolderingen geweest – denk aan de IJsselmeerpolders. In de laatste decennia is er weer natuur gewonnen door natuurontwikkelingsprojecten. De landbouw kan allang niet meer kleinschalig en extensief genoemd worden. En, ten slotte, milieuvervuiling nam sterk toe én werd deels weer teruggedrongen.

Bosruiter / Jelle de Jong Bosruiter / Jelle de Jong

39 broedvogels méér

Opvallend is dat het aantal soorten broedvogels tussen 1900 en 2020 is gestegen van ongeveer 148 naar 187. Is dan de biodiversiteit toegenomen? Zeker niet, stellen de auteurs, want biodiversiteit meet je niet aan puur het aantal voorkomende soorten. Het zijn met name de specialisten van vooral voedselarme leefgebieden die zijn verdwenen, zoals die van hoogvenen (goudplevier, bosruiter), duinen (griel) en heide (duinpieper, klapekster, korhoen). Ook enkele boerenlandvogels zijn verdwenen (grauwe gors en ortolaan), net als een broedvogel van bebouwd gebied (kuifleeuwerik). Het zijn tekenen van een verarmde biodiversiteit.

Ook de samenstelling van de Nederlandse broedvogelbevolking is – in onderlinge verhouding – behoorlijk veranderd. Boerenlandvogels maakten honderd jaar geleden bijna de helft uit, tegenwoordig minder dan 15%. Het aandeel bosvogels steeg echter flink, van 9% naar 23%, net als het aandeel van soorten die we ‘generalisten’ noemen; vogels die weinig eisen stellen aan hun leefgebied. Zij gingen van 9 naar 3%. Het heeft geresulteerd in een steeds homogenere vogelbevolking. Allerlei regionale verschillen zijn afgevlakt omdat de diversiteit van de landschappen afneemt; er is nu sprake van eenheidsworst.

Raaf / Shutterstock Raaf / Shutterstock

Roofvogels

Interessant is om te weten of bescherming heeft bijgedragen aan de vestiging van nieuwe broedvogels. Dat is zeker het geval, dankzij belangrijke wetgeving, zowel nationaal als internationaal. Daarbij moet je denken aan onder meer eider, reigers, roofvogels, meeuwen en sterns. Herintroducties in combinatie met beschermingswerk hebben geleid tot (her)vestiging van ooievaar, raaf en oehoe. Zeker op Europese schaal is ook de instelling van beschermde gebieden, zoals Natura 2000-gebieden, van grote invloed.

Aanpak stikstof schiet tekort

Niet alleen een betere wettelijke bescherming blijkt nodig, habitatherstel en verbetering van milieuomstandigheden zijn ook van belang. Dan gaat het bijvoorbeeld om het verbod op gebruik van zeer giftige stoffen in de landbouw (DDT), waardoor roofvogels en uilen uit een diep dal konden kruipen. Veel water- en moerasvogels zijn toegenomen door verbeterde waterkwaliteit en natuurontwikkeling, waardoor vestiging van nieuwe soorten werd vergemakkelijkt.

De aanpak van stikstofdepositie schiet echter tekort. Vogels van bos, hei, duin en hoogveen hebben het daardoor moeilijk. Bescherming van boerenlandvogels blijkt ook grotendeels een farce, ondanks de grote inspanningen van het agrarisch natuurbeheer. Het lukt maar niet om de trend positief om te buigen, waardoor veel soorten in de gevarenzone blijven zitten.

Bijeneter / Jelle de Jong Bijeneter / Jelle de Jong

Bijeneter

Klimaatverandering, en dan met name de opwarming, heeft ook zijn weerslag op vogels. In de periode 1900 tot 1980 vestigden zich bij ons vooral soorten van noordelijke en oostelijke origine, zoals eider, stormmeeuw en kramsvogel. Sinds 1980, het moment waarop ons klimaat flink begon op te warmen, hebben we elf soorten mogen verwelkomen die vooral in Zuid-Europa broeden, waaronder kleine zilverreiger, steltkluut, bijeneter, Cetti’s zanger en orpheusspotvogel.

Overigens zijn de veranderingen vooral goed te zien als je naar de hele broedvogelgemeenschap kijkt, dus inclusief de algemenere soorten. Dan blijkt dat de 'warmte-minnende' soorten relatief talrijker zijn geworden ten opzichte van de soorten met een voorkeur voor koele gebieden. Broedvogelgemeenschappen in ons land beginnen daarom steeds meer te lijken op die van pakweg Noord-Frankrijk zo’n veertig jaar geleden.

Toekomst

En wat brengt de toekomst? Het is niet helemaal te voorspellen, maar er zijn vogels die in de nabije toekomst regelmatig in Nederland zouden kunnen broeden. Die bij ons geschikt leefgebied vinden, waar de populatie van toeneemt, soms geholpen door klimaatverandering. De zwarte ooievaar is er zo een, net als de dwerguil en de koereiger. De tijd zal het leren.

Cover boek Verschenen of verdwenen Cover boek Verschenen of verdwenen

Verschenen of verdwenen

Verschenen of verdwenen, Ruim een eeuw Nederlandse broedvogels in beweging. Sovon Vogelonderzoek Nederland, 2021.
Verkrijgbaar in winkel en webshop van Vogelbescherming en via uw lokale boekhandel. Tot 25 februari 2022 geldt een actieprijs van € 40,00, daarna is de prijs € 50,00.

Online cursus Vogels van Nederland

In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.

Inschrijven gratis cursus

Webshop Vogelbescherming

In onze webshop vind je alles voor en over vogels. Van vogelgidsen en verrekijkers tot nestkasten en vogelvoer. Met elke aankoop steun je ons werk en help je kwetsbare vogels beschermen.

Ga naar de webshop