Door
Astrid Doesburg
Jurist Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 20 juni 2019
De uitstoot van landbouw, verkeer en industrie zorgt in Nederland voor veel te veel stikstof. Via de lucht verspreidt de stikstof zich en dat zorgt voor grote natuur- en milieuproblemen. Dier- en plantsoorten verdwijnen.
Zo verrijkt stikstof onder meer de bodem. Zeldzame planten die het goed doen op voedselarme grond verliezen het van planten die van voedselrijke grond houden. Brandnetels verdringen dus bijvoorbeeld de zeldzame orchidee. Dieren en insecten die van de zeldzame planten leven, verdwijnen in het kielzog hiervan.
Ammoniak, een veelvoorkomende stikstofverbinding, is giftig voor kwetsbare mossen en korstmossen. Vooral in voedselarme natuurgebieden, met bijvoorbeeld heide, duinen en hoogveen, neemt door de neerslag van ammoniak ook het aantal planten en dieren af.
Uit onderzoek bleek ook dat ammoniak funeste gevolgen voor vogels heeft, doordat het de bodem verzuurt. Die verzuring lost de kalk in de bodem op. Voor vogels, insecten en slakken is die kalk onmisbaar. Mezen leggen er eieren door met een te dunne schaal en hebben jongen die met gebroken botten in het nest liggen. De overdaad aan stikstof leidt ook tot een sterke afname van insecten die als voedsel dienen voor bos- en heidevogels.
Onder het PAS gaf de overheid toestemming voor activiteiten die leiden tot extra stikstof-emissie op Natura 2000-gebieden. Tegelijk bevat het PAS herstelmaatregelen voor de natuur en bronmaatregelen die gericht zijn op een daling van de stikstofdepositie.
Een voorbeeld van een maatregel is het in stallen plaatsen van luchtwassers die ervoor zorgen dat een groot deel van de stikstof uit stallucht wordt gezuiverd voordat de lucht de stal verlaat. De verwachte voordelen van deze maatregelen werden meegenomen bij het verlenen van toestemming voor nieuwe activiteiten. Omdat de positieve effecten van die maatregelen echter niet vaststaan, oordeelde de Raad van State dat het PAS in strijd is met de Habitatrichtlijn. De Habitatrichtlijn en de Wet natuurbescherming bepalen namelijk dat in beginsel alleen toestemming voor een activiteit mag worden verleend als belangrijke negatieve effecten voor een Natura 2000-gebied zijn uitgesloten.
Verder heeft de Raad van State geoordeeld dat het beweiden van vee en bemesten van landbouwgrond ten onrechte was vrijgesteld van de vergunningplicht onder de Wet natuurbescherming. In de gevallen waarbij die activiteiten mogelijk negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden (bijvoorbeeld boerenbedrijven in de nabijheid van die gebieden) moet er dus een vergunning worden aangevraagd, waarbij de effecten op de natuur getoetst worden.
De consequenties van deze uitspraken zijn verstrekkend. Veel activiteiten zullen alsnog moeten worden onderworpen aan de vergunningplicht. Het is zeer de vraag of deze vergunningen kunnen worden verleend, omdat niet makkelijk kan worden voldaan aan het vereiste dat negatieve effecten voor een Natura 2000-gebied zijn uitgesloten. Dit geldt voor grote projecten als Lelystad airport, maar ook de vele kleinere activiteiten die leiden tot een toename in stikstofdepositie in de betrokken natuurgebieden.
De PAS-uitspraak van de Raad van State biedt kansen voor vogels, hun leefgebieden en andere natuur, volgens Vogelbescherming. Dit is hét moment om te starten met het herstellen van de balans tussen natuur en economie.
Om te beginnen is het positief dat de natuur in Natura 2000-gebieden nu niet langer risico loopt op schade door de extra stikstofemissie van nieuwe activiteiten. Voortaan mag er namelijk alleen toestemming worden verleend voor zo’n activiteit als van te voren de overdaad aan stikstof die inwerkt op het desbetreffende Natura 2000-gebied, is terug gedrongen.*
Verder is de PAS-uitspraak een uitstekende stimulans om natuurherstelmaatregelen in de getroffen natuurgebieden met meer daadkracht uit te voeren, in combinatie met vergaande brongerichte maatregelen. Een reductie van de veestapel lijkt daarbij onvermijdelijk. Ook inzetten op de transitie naar een extensief landgebruik rond natuurgebieden, moet meer prioriteit krijgen.
De uitspraak biedt een goede kans om nu door te pakken en een basiskwaliteit voor natuur in heel Nederland na te streven. Want er zijn meer grote problemen voor Natuur in Nederland dan alleen de stikstofdepositie. Bijvoorbeeld op het platteland waar weidevogels als de grutto, akkervogels, bloemen en insecten sterk in de verdrukking zijn door verdroging, vermesting en gifgebruik, en in de stad waar kool- en pimpelmezen gif binnen krijgen. Alleen door een basiskwaliteit van de natuur vast te stellen, kunnen we de biodiversiteitscrisis keren, houden we het Nederlands landschap en de natuur overeind en blijven we zelf gezond.
* Toestemming kan ook worden verleend als aan de ‘ADC-criteria’ wordt voldaan. Die criteria houden in dat alleen toestemming voor een activiteit mag worden gegeven, als er geen alternatieve oplossingen zijn voor de activiteit, de activiteit nodig is om dwingende redenen van groot openbaar belang en de schade die de activiteit zal veroorzaken vooraf wordt gecompenseerd.