Eurasian Sparrowhawk, Accipiter nisus - Sperwerachtigen (Accipitridae)
Met zijn korte, brede vleugels en zijn lange poten is de sperwer goed toegerust om vogels te vangen in bossen en tuinen. Belangrijkste prooien zijn zangvogels zoals mussen, mezen en spreeuwen. Het mannetje is een stuk kleiner dan het vrouwtje. De grotere vrouwtjes pakken ook wel grotere vogels, zoals Turkse tortels en leven in een meer open gebied. Sperwers zijn drieste en volhardende jagers.
Kleine roofvogel. In essentie licht van onderen, grijs van boven met breed gebandeerde staart. Altijd gebandeerd op de onderzijde (ook jonge sperwers). Tamelijk korte, brede vleugels en lange staart met scherpe hoeken. Kop steekt niet ver uit. Lange en dunne gele poten en tenen. Kenmerkende vlucht: paar keer snel slaan met de vleugels en dan glijden. Schroeft ook op thermiek.
Kekkerende geluiden op de broedplaats; ook hoge, schrille roep.
28-40 cm, spanwijdte 56-78 cm
Territoriaal. Heeft baltsvlucht hoog in de lucht. Bouwt jaarlijks een nest , waardoor in lang bezette territoria veel oude nesten zijn. Nest vaak dicht tegen de stam in dicht bos. Soms in struiken. Broedt van eind april-juni, jongen vliegen meestal in juni uit. Broedduur 32-34 dagen per ei, begint met broeden na leggen eerste ei. Eén legsel, meestal 3-4 jongen. Vliegvlug na 26-30 dagen, worden nog 3-4 weken gevoerd.
Broedt in bossen, soms tuinen en parken, meestal in een dicht, jong bos met naaldbomen (fijnspar, lariks), het liefst in halfopen landschappen. Soms ook in de stad of in tuinen, in open boerenland in windsingels, bosjes en op erven. Buiten de broedtijd vaak in open land, vooral de vrouwtjes. Mannetjes jagen meer in bos. Jaagt soms ver van het nest.
Vooral kleine zangvogels als mezen, mussen en vinken, maar de grotere vrouwtjes ook grotere als lijsters en spreeuwen. Soms vogels ter grootte van een Turkse tortel en in open gebieden steltlopers als tureluurs. Jongen komen uit in de piektijd van het uitvliegen van het stapelvoedsel, mezen. Jaagt vaak in dicht bos, waarbij de sperwer van zitplaats naar zitplaats verhuist, onderwijl goed luisterend en kijkend naar geschikte prooi. Vaak vanuit hinderlagen in tuinen, soms ook van grote hoogte schroevend.
Nederlandse broedvogels voornamelijk standvogel. Groot deel van broedgebied in Fenno-Scandinavië en Noord-Rusland wordt 's winters verlaten, trekken naar West- en Zuidwest-Europa, ook wel Noord-Afrika. Trek van augustus tot in november, terugtrek vooral in maart en april. Trekt over breed front, met wat stuwing langs kustlijnen. Dagtrekker, trekt liefst bij wind mee en thermiek, maar is daarvan niet afhankelijk.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in vrij klein aantal
In vergelijking met de jaren zeventig is het aantal sterk gestegen, door het verbod op giftige landbouwstoffen. Neemt sinds 2000 weer af. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn: toename van haviken (grootste vijand van de sperwer) en minder voedsel (bijvoorbeeld op de Veluwe). Is ook als wintergast afgenomen, wellicht doordat zangvogels op het boerenland sterk zijn afgenomen.
Aantal broedparen | 2250-2700 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 10.000-15.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Eigenlijk overal te zien, maar vooral in halfopen landschap met veel kleine vogels. Vaak alleen maar in vlucht; leeft verborgen en is vrij schuw. Soms mooi in de tuin te zien vanuit huis, vooral als er een voertafel is.
Sperwers komen in geheel Europa voor, behalve in de echt boomloze gebieden. Vooral in halfopen gebieden met een afwisseling van dorpen, landbouwgebied en bos.
Is Europees gezien niet bedreigd, maar neemt in veel landen nu wel af. Dit komt vermoedelijk vooral doordat de vogelrijkdom van kleinschalige landbouwgebieden afneemt.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De sperwer staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
Vogelbescherming streeft naar natuurlijkere inrichting en beheer van tuinen, parken en bossen; dit is goed voor zangvogels (prooidieren). Ook is zij voorstander van meer natuurvriendelijke landbouw, met meer voedsel voor overwinterende zangvogels van het boerenland. Verder probeert zij door middel van een Gedragscode Bosbeheer te voorkomen dat er in de broedtijd nesten worden verstoord.
Door het bijvoeren van kleine zangvogels op voedertafels worden indirect ook de sperwers bijgevoerd. Duurzamer is een natuurvriendelijke inrichting en onderhoud van tuin en park. Maatregelen die de zangvogelrijkdom van boerenland vergroten, zowel in de zomer als in de winter, zijn ook goed voor sperwers. Hierbij valt te denken aan het laten liggen en niet direct onderploegen van oogstresten, het creëren van vogelakkers, het behoud van heggen en bosjes e.d. Bosbeheerders kunnen helpen door te zorgen voor dichte percelen naaldbos (geschikt als broedgebied), het bevorderen van zangvogelrijkdom (creëren van rijke structuur van het bos, zowel verticaal als horizontaal) en door niet te werken in het bos in de broedtijd (naleven gedragscode).
De sperwer is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn sperwers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de sperwer is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
De Wet natuurbescherming biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van sperwers zijn het gehele jaar beschermd.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal