Lesser Black-backed Gull, Larus fuscus - Meeuwen (Laridae)
De kleine mantelmeeuw leeft vooral aan de kust en in toenemende mate in het binnenland. Algemene broedvogel met kolonies op de Waddeneilanden maar ook op de Maasvlakte. In het Waddengebied en in de Zeeuwse Delta is het aantal kleine mantelmeeuwen het grootst. Bijna een vijfde deel van de totale Europese populatie verblijft in het voorjaar aan de kust van de Nederlandse Noordzee.
Van de grote meeuwen die in ons land voorkomen hebben alleen de geelpootmeeuw en de kleine mantelmeeuw gele poten. Mantel en vleugels zijn veel donkerder dan die van geelpootmeeuw en de zilvermeeuw. De grote mantelmeeuw heeft roze poten en is een stuk groter dan de kleine mantelmeeuw. Het uit elkaar houden van eerste winter kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen vraagt om een blik op de tertials, de binnenste armpennen van de vleugel. Bij de zilvermeeuw hebben die duidelijk gekartelde randen. Ook hebben jonge kleine mantelmeeuwen donkere ondervleugels. Raadpleeg voor meer verschillen gespecialiseerde vogelgidsen.
Lager en nasaler dan zilvermeeuw.
51-61 cm, spanwijdte 124-127 cm
Broedt vanaf eind april. Maakt jaarlijks één nest van gras, stro, korstmossen en veren in een gebied met dichtere vegetatie dan de zilvermeeuw. Broedt ook op gebouwen en in weilanden. Legt gemiddeld 2-3 eieren. Bij voedselschaarste zijn de eieren kleiner dan normaal. De eieren worden in 24-28 dagen uitgebroed, de jongen kunnen na 30-40 dagen vliegen.
De kleine mantelmeeuw broedt vooral in kustgebieden zoals duinen, strandvlakten, kwelders, schorren en dijken, steeds vaker ook in graslanden met veel water. Broedt ook op gebouwen in steden en industriegebied om vossen te mijden. Meer dan 90 procent van de broedparen bevindt zich op de Waddeneilanden of in de Delta. Op de Maasvlakte bevindt zich een grote kolonie van zo'n 30.000 paren, vermoedelijk de grootste van Europa. Is vrijwel altijd in een groep aanwezig, samen met zilvermeeuwen en grote mantelmeeuwen. Zoekt eten op zee en maakt in de broedtijd lange tochten tot meer dan 100 km uit de buurt van de kolonie.
Eet schelpdieren, kleine vissen, vogeleieren en kuikens, knaagdieren en bessen. Zoekt lopend naar voedsel, vliegt achter trawlers aan maar pikt ook vissen uit het water die vlak onder het oppervlak zwemmen.
Trekt vanaf half juli tot eind september langs de kust zuidwaarts, tot aan Marokko. Door de mildere winters van de laatste jaren gaan ze minder ver of blijven ze soms zelfs in Nederland. Tussen maart en mei trekken ze weer terug naar het broedgebied. In Nederland zijn ook veel doortrekkende kleine mantelmeeuwen uit Engeland en Scandinavië te zien.
zeer talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal
De kleine mantelmeeuw wordt steeds talrijker. In 1926 werd het eerste broedpaar gesignaleerd, waarna in de jaren zeventig van de vorige eeuw het aantal explosief steeg. Het aantal broedparen is de laatste twintig jaar bijna verdrievoudigd tot zo'n 100.000. Profiteert meer van visafval van trawlers dan zilvermeeuw (is wendbaarder en gaat verder zee op).
Aantal broedparen | 75.000-90.000 (in 2019) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 530-1240 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 94.600-260.000, jul-aug,apr-mei (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Te zien in kust- en duingebied, vaak in groepen samen met zilvermeeuwen en grote mantelmeeuwen. In voor- en najaar overigens ook in grote getalen in het binnenland te zien.
Kleine mantelmeeuwen komen voor in Noord- en West-Europa. Het zijn zeevogels die langs de gehele Atlantische, Noordzee- en Oostzeekust voorkomen. In kleinere aantallen tref je kleine mantelmeeuwen ook in het binnenland aan. In Finland broeden kleine mantelmeeuwen tot ver in het binnenland rond de meren.
Niet bedreigd en in Nederland tot voor kort sterk toegenomen. Bedreigingen zijn vossenpredatie, voedselgebrek door afdekken vuilnisbelten, veranderingen in visserij (niet meer overboord gooien bijvangst), jacht (Denemarken), verstoring rust in kolonies.
Vogelbescherming zet zich op allerlei manieren in voor de bescherming van belangrijke vogelgebieden in Nederland, zoals het duin- en kustgebied of het Waddengebied, waar ook vaak zilvermeeuwen broeden of voedsel zoeken. Dat doen we door kennisoverdracht en door voorbeeldprojecten. Verder maakt Vogelbescherming zich sterk voor een meer duurzame visserij, zoals in het Waddengebied en in het IJsselmeer én voor natuurreservaten op de Noordzee.
Laat meeuwenkolonies in de broedtijd met rust, het is meestal niet toegestaan om er te komen in de broedtijd. In de steden langs de kust is het zaak om meeuwen niet te voeren, geen etensresten op straat te gooien en ondergrondse vuilcontainers en af te sluiten prullenbakken aan te brengen. Op die manier is mogelijk ervaren overlast in te dammen. Met draden en gaas kan men voorkomen dat kleine mantelmeeuwen op daken gaan broeden.
De kleine mantelmeeuw is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kleine mantelmeeuwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kleine mantelmeeuw is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende broedgebieden van de kleine mantelmeeuw zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. De belangrijkste daarvan zijn Duinen en Lage Land Texel, Duinen Vlieland en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal