Eurasian Wryneck, Jynx torquilla - Spechten (Picidae)
Rode lijst
De draaihals is met zijn bruine camouflagekleuren een heel ander soort specht dan de bekende grote bonte specht. In Nederland vooral als zeldzame doortrekker te zien. Hij nestelt in boomholten, vooral in berken. Alleen tijdens de broedperiode zitten draaihalzen vaak, zoals de andere spechten, tegen een boomstam; de rest van het jaar vooral op de grond. Draaihalzen foerageren in schrale pioniervegaties op zandgrond en leven van mieren. Ze overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Draaihalzen zijn onopvallende, maar onmiskenbare vogels. Hun bruine verenpak biedt een uitstekende camouflage in de oude loofbomen waarin ze broeden. De draaihals dankt zijn naam aan de flexibele hals, die in vreemde kronkels gedraaid kan worden.
Schel, klaaglijk gekekker in de broedtijd.
16-17 cm, spanwijdte 34 cm
Broedt in mei-juni. Heeft één tot twee broedsels per jaar met tussen de 7-12 eieren. Broedduur: 11-14 dagen. Is een holenbroeder. Gebruikt nestholten van andere spechten en ook nestkasten. De jongen zitten 20-25 dagen op het nest voor ze uitvliegen.
Gebroed wordt in oude, meestal deels verrotte loofbomen. Nu in open loofbos op zandgrond (veelal grenzend aan heide), vroeger ook wel in boomgaarden en tuinen. De draaihals eet mieren (vooral zwarte wegmieren en hun poppen zijn favoriet). Ze zoeken ze in bomen en op de grond.
Vooral mieren, maar ook andere ongewervelden. Zoekt op de grond naar voedsel, steekt daarbij de lange kleverige tong in mierengangen.
De Nederlandse draaihalzen overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara. Vanaf half april-begin mei zijn ze weer terug in Nederland. Tot in mei zijn ook overal in Nederland doortrekkers (zeldzaam) waar te nemen die richting Scandinavië gaan. Ze trekken 's nachts. In het najaar doortrek van half augustus tot ver in oktober.
uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in klein aantal
De draaihals is sinds begin jaren zestig in aantal gedaald, vooral in gebieden buiten de Veluwe. Maar ook op de Veluwe is de soort afgenomen. Deze aanhoudende afname, zoals ook elders in West- en Midden-Europa, bracht het aantal draaihalzen terug tot rond 200 paar omstreeks 1975. Sinds de eeuwwisseling zijn er hooguit enkele tientallen paren.
Aantal broedparen | 175-225 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 500-2000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Veluwe; open duinen in augustus en september.
Geheel boreaal, gematigd en subtropisch Europa, maar veel minder in de Atlantische klimaatgebieden.
De draaihals staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'ernstig bedreigd'. Draaihalzen hebben te maken met een verslechterd voedselaanbod. De mieren die ze eten, verdwijnen of worden onbereikbaar voor deze vogel door vergrassing en verbossing van schrale pioniervegetaties. Vermindering van stikstof in de lucht (door intensieve landbouw/verkeer) is noodzakelijk om de situatie te verbeteren. Gebrek aan nestbomen - berken - is ook een probleem voor deze soort. Natte zomers zijn ook ongunstig voor het voedselaanbod van de draaihals. De populatie in Nederland is intussen erg geïsoleerd geraakt in een krimpende populatie in West-Europa (al verschilt de situatie per land). Droogte in de Sahel (het overwinteringsgebied) kan voor de draaihals ook negatief uitpakken.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Terreinbeheerders kunnen waar mogelijk vergrassing en verbossing tegengaan van open, zandige bodems en zo een geschikt leefgebied voor de draaihals in stand houden. Waarbij de aanwezigheid van voldoende nestbomen belangrijk is.
De draaihals is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn draaihalzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de draaihals is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
De Wet natuurbescherming biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van draaihalzen zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Twee (potentiele) broedgebieden van draaihalzen zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Het gaat om het Drents-Friese Wold & Leggelderveld en de Veluwe. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal