Navigatie overslaan
Roerdomp / Shutterstock Alle berichten

Wintervogels die komen, wintervogels die gaan

Geplaatst op 14 januari 2022

Winters met ijs en sneeuw worden steeds zeldzamer door de verandering van het klimaat. Daardoor is ook onze wintervogelbevolking veranderd. Waarom de bonte kraai wegbleef en de Cetti’s zanger zijn intrede deed: over een paar opvallende verschuivingen in wintervogelland.

Drie boerenzwaluwen scheren boven het water van het kalme Gooimeer bij Huizen, op zoek naar insecten. Prachtig om te zien natuurlijk, maar niet echt bijzonder. Toch wel: het is 1 januari 2016! Hartje winter dus, en ik sta te kijken naar mijn eerste boerenzwaluwen. De zwaluwen doen een serieuze poging te overwinteren, geholpen door het zachte winterweer en de insecten die zich dientengevolge op deze stralende nieuwjaarsdag op de vleugels wagen. De ‘boertjes’ zien er wat rafelig uit: ze ruien zelfs hun slagpennen zie ik, iets wat ze normaal in zuidelijk Afrika doen.

Boerenzwaluw / Jelle de Jong Boerenzwaluw / Jelle de Jong

Insecten langer beschikbaar

Boerenzwaluwen die overwinteren, het is nog steeds een zeer zeldzaam verschijnsel. Maar niet helemaal toevallig. Zoals bekend veranderen onze winters door klimaatverandering en worden ze gemiddeld steeds milder. Door zachte winters wordt het groeiseizoen van de vegetatie alsmaar langer en blijven insecten langer beschikbaar. De tjiftjaf is zo’n soort die uitsluitend van insecten leeft, normaliter wegtrekt, maar in zachte winters algemener is.

De Cetti’s zanger is een insectenetende standvogel uit Zuid-Europa die de laatste tientallen jaren zijn broedgebied heeft uitgebreid naar Nederland en nu vooral in de moerasgebieden van West- en Midden-Nederland voorkomt. Alleen een echt strenge winter kan de soort nog tijdelijk wegvagen uit ons land.

Niet of nauwelijks vorst betekent dat het oppervlaktewater relatief warm blijft en niet dichtvriest. IJsvogels profiteren ervan en hebben daarom tijdens reeksen van zachte winters een hoge overleving. Stevige vorst decimeert de populatie weliswaar aanzienlijk, maar ijsvogels broeden wel drie, soms zelfs viermaal per jaar. Daardoor kan de populatie zich snel herstellen. Ook andere viseters als fuut, blauwe reiger en roerdomp kunnen in zachte winters gemakkelijk bij hun voedsel komen.

Kievit / Luc Hoogenstein Kievit / Luc Hoogenstein

Kieviten en goudplevieren

Zachte winters maken het ook voor grote aantallen steltlopers, eenden en ganzen aantrekkelijk hier de winter door te brengen en niet weg te trekken. Kieviten en goudplevieren bijvoorbeeld kun je nu vaak de hele winter door op graslanden en akkers zien, net als kleine aantallen kemphanen. Ganzen profiteren van het steeds langere groeiseizoen van gras, waar vooral kolgans en brandgans van leven. Maar ook steltlopers van getijdengebieden, zoals zilverplevier, scholekster, rosse grutto, bonte strandloper en kanoet blijven steeds vaker de hele winter in de Waddenzee en de Delta. Waar je tegenwoordig ook ‘s winters kluten en bontbekplevieren kunt zien, vroeger toch echt zeldzaam in dat jaargetijde.

Buizerd en blauwe reiger / Shutterstock Buizerd en blauwe reiger / Shutterstock

Bescherming werpt vruchten af

Er zijn ook vogelsoorten die enkele tientallen jaren geleden ’s winters zeldzaam waren en die vooral hebben geprofiteerd van bescherming. De slechtvalk is daar een goed voorbeeld van; een soort die nu niet meer is weg te denken tijdens een dagje vogelen in de winter. Door verbod op giftige stoffen in chemische bestrijdingsmiddelen die in de landbouw werden gebruikt, kon de populatie zich herstellen. Geholpen door het vele intensieve beschermingswerk van vogelbeschermers, die speciale nestkasten ophingen.

Ook de zeearend, waar vogelaars in de jaren zeventig nog massaal op afkwamen, profiteerde van beschermingswerk. Vooral in Duitsland, waarna de zeearend zich vervolgens kon vestigen in grote, nieuwe moerasgebieden in Nederland, zoals de Oostvaardersplassen en de Biesbosch.

En neem de grote zilverreiger. Eeuwenlang door mensen op de huid gezeten voor de consumptie, voor hun veren en in Oost-Europa ook omdat grote zilverreigers als bedreiging voor viskwekerijen werden gezien. Dankzij wettelijke bescherming van de soort en van grote moerasgebieden door het Europese Natura 2000-netwerk is de grote zilverreiger inmiddels op veel plaatsen talrijker dan de vertrouwde blauwe reiger. Hij heeft zelfs al een volksnaam, slechts voorbehouden aan écht algemene vogels: witte reiger.

Bonte kraai / Jelle de Jong Bonte kraai / Jelle de Jong

Bonte kraaien blijven weg

Zijn er dan ook vogels die we ’s winters steeds minder zien? Jazeker, en een belangrijke oorzaak hiervoor is ook weer klimaatverandering. Want niet alleen in West-Europa worden de winters milder, maar ook in Scandinavië en de Baltische staten. De bonte kraai overwinterde rond 1980 nog met tienduizenden exemplaren in Nederland. Ik kan mij grote groepen bonte kraaien herinneren in het Vechtplassengebied en de Eempolders. Nu moet je ze met een lantaarntje zoeken. Bonte kraaien hebben hun trekgedrag aangepast en blijven tegenwoordig in hun Scandinavische broedgebieden overwinteren, waar ze profiteren van mildere winters en verbeterde voedselomstandigheden (afval, oogstresten). Ook grote aantallen roeken en kauwen blijven nu in Scandinavië hangen en worden nauwelijks meer trekkend gezien in oktober. Omdat we zelf nog steeds veel kauwen en roeken hebben valt dit veel minder op dan de achteruitgang van de bonte kraai.

Grote zaagbek / Jelle de Jong Grote zaagbek / Jelle de Jong

Maar er speelt meer

In Noordoost-Europa vriest het oppervlaktewater eveneens minder snel dicht dan vroeger.  Er zijn daarom ook vogelsoorten die langer in het Oostzeegebied blijven hangen, zoals brilduiker, grote zaagbek en nonnetje; de tendens is om steeds noordelijker te overwinteren. Maar het zou te eenvoudig zijn om de veranderingen in het ‘s winters voorkomen bij ons daar geheel op af te schuiven. In het IJsselmeergebied – belangrijk overwinteringsgebied voor deze eenden – is veel veranderd. Zo is het Markermeer door de afname van spiering veel minder aantrekkelijk voor nonnetjes en grote zaagbekken. Nonnetjes kon je langs de Oostvaardersdijk zien in groepen tot wel duizend exemplaren; kom daar nu nog eens om.

De vogelbevolking blijft veranderen, ook die in de winter. Die boeiende veranderingen kunnen we volgen en daar kan iedereen aan meedoen. Bijvoorbeeld door te participeren in diverse wintervogeltellingen van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Is dat een brug te ver, doe dan mee aan de Tuinvogeltelling, straks op 26, 27 en 28 januari!

Online cursus Vogels van Nederland

In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.

Inschrijven gratis cursus

Meer verhalen .... in Vogels

Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.

Lees meer