Navigatie overslaan
Vleugel van kanoet / Shutterstock Alle berichten
Vleugel van kanoet / Shutterstock Theunis Piersma

Door Theunis Piersma
hoogleraar Trekvogelecologie

Houdt de vogel op
bij zijn veren?

Geplaatst op 27 februari 2019

Begin dit jaar was ik een paar weken in Guinee-Bissau. Met een consortium van vijf instituten – twee Nederlandse, twee Portugese en een Guinee-Bissause – proberen we meer te weten te komen over het voedsel van trekkende steltlopers, over de trek zelf en over de overleving van de vogels daar. Ik was er verantwoordelijk voor het satellietzenderwerk en voor de begeleiding van twee promovendi. Mede daardoor heeft het even geduurd voor ik tijd had voor de derde aflevering in deze serie.
Kanoet / Pixabay Kanoet / Pixabay

Huid met veren

De eerste paar nachten in de stad Bissau werd ik lek gestoken door bed bugs; hotels kunnen gevaarlijke plekken zijn! Het bracht me op pijnlijke wijze het thema voor deze column in herinnering: de huid als buitengrens van een organisme. Houdt een lichaam op bij de huid? Staat het ‘binnengebeuren’ los van het ‘buitengebeuren’? Of, om wat dichter tegen vogels aan te schurken, representeert die balg in de la van het museum in volle omvang wat een vogel is? (Een balg is de afgestroopte huid met veren, zoals die voor wetenschappelijke doeleinden wordt geprepareerd en bewaard.) Het antwoord op alle drie deze vragen is ‘nee’, want alles wat binnen de huid gebeurt wordt sterk beïnvloed door wat er buiten die huid gebeurt.

Onze kanoeten aan de West-Afrikaanse kust bijvoorbeeld, kunnen onder de brandende zon behoorlijk verhit raken. Om af te koelen moeten ze flink wat verdampingswater vrijmaken uit het zoute water dat ze binnenkrijgen. Dat betekent: véél zout uitscheiden en dat doen ze door grotere zoutklieren te laten groeien.

Een ander staaltje van lichaamsverandering zien we bij kanoeten die schelpen moeten kraken om het vruchtvlees te bemachtigen. Dat kraken doen ze in hun maag. Bestaat het aanbod uit louter dikke schelpen, dan maken de vogels een grotere en sterkere spiermaag.

Een derde voorbeeld: de buitenwereld houdt ook gevaar in. Zoals de aanwezigheid van roofvogels. Als er steeds slechtvalken in de buurt zijn, verliezen kanoeten opzettelijk gewicht maar ze houden daarentegen grotere vliegspieren aan! De buitenwereld dwingt schepsels dus niet alleen tot ander gedrag – iets wat we ons nog wel kunnen voorstellen – maar ook tot lichamelijke aanpassingen!

Grazen op de toendra

De natuur is zelfs één grote ‘vervlechting van organisme en omgeving’, want omgekeerd ontkomt ook de directe omgeving niet aan de invloed van vogels en andere organismen. Waar ganzen grazen bijvoorbeeld, floreert de toendra. Ganzen eten gras, maar ze verteren het weinig efficiënt. Daardoor bevat hun poep veel voedingsstoffen, en dat is weer gunstig voor de volgende grasgroei. Als de vogels weer verdwenen zijn, en de boel niet met wortel en al te grazen hebben genomen, kan het gras op de begraasde plekken door die mest harder groeien dan op delen waar niet gegraasd is.

Grauwe gans / Koos Dansen Grauwe gans / Koos Dansen

De gansjes van Konrad Lorenz

Feitelijk is gedrag niks anders dan een reactie van het organisme op de omgeving. Die omgeving bestaat niet alleen uit vegetatie, lucht, water, maar ook uit ‘de anderen’, de soortgenoten, de ouders. Beroemd zijn de gansjes van Konrad Lorenz. Hij ontdekte dat jonge grauwe ganzen in gevangenschap geen enkele aandrang tot trekken hebben; dat hadden ze van hun ouders moeten leren. En net uit het ei gekropen gansjes volgen het eerste willekeurige, bewegende object als ware het hun moeder. Wanneer na 36 uur – zo lang duurt deze ‘gevoelige periode’ – nog geen surrogaatmoeder voorbij is gekomen, zullen ze zich nergens meer aan hechten.

Roodmus / Shutterstock Roodmus / Shutterstock

Sigarettenfilter-roodmussen

Minstens zo spectaculair zijn de gedragingen van de sigarettenfilter-roodmussen in Mexico-stad. Ze pulken de filters van sigarettenpeuken uit om er hun nesten mee te bekleden. Mexicaanse onderzoekers ontdekten dat ze daarmee parasieten uit het nest jagen en zo de gezondheid en overlevingskans van hun jongen aanzienlijk vergroten. De mussen leerden dit kunstje van elkaar; men noemt het culturele verspreiding van gedrag.

Kortom: ons lichaam kan niet bestaan zonder de omgeving en andersom. Wij mensen zien onszelf graag als onafhankelijke, zelfstandige individuen. Maar denk even aan onze ontwikkeling; zonder de juiste omstandigheden tijdens het opgroeien – die voor elke ‘gevoelige periode’ weer anders zijn – kunnen we geen volwaardig mens worden. Waar houdt die invloed van de omgeving op? Niet bij onze huid in elk geval. En dat geldt evenzeer voor vogels.

Van Guinee-Bissau naar Siberië

Een mooi staaltje van wereldwijde vervlechting ontwaarde mijn Spaanse collega Jorge Gutierrez. Hij ontdekte in Guinee-Bissau een kanoet, die de afgelopen zomer door het team van Jan van Gils in Siberië gevangen en gekleurringd was toen hij als vader zijn kuikens begeleidde.

Nu in februari bleek hij al weer bezig te zijn met de aanleg van zijn nieuwe zomerveren, die hopelijk de komende poolzomer op de toendra rond eieren en kuikens worden gedrapeerd. Veren, gemaakt van schelpdiertjes in Guinea-Bissau! Vogel, veren, schelpen; binnenwereld, grens, buitenwereld?

De Ontsnapping van de Natuur is de titel van het boek dat ecoloog Thomas Oudman en hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma samen schreven. Prof. Piersma’s leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen wordt mede betaald door Vogelbescherming.

In zeven stappen zal Piersma op deze plaats met (vogel)voorbeelden illustreren waarom problemen vaak verergeren door ‘oplossingen’ uit de wetenschap. De auteurs pleiten voor een werkelijk duurzame omgang met de natuur.

Wetenschappelijk onderzoek

Hoe gaat het met een vogelsoort? Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang? Wat zijn effectieve maatregelen om die achteruitgang aan te pakken en een soort te beschermen? Vogelbescherming ondersteunt en initieert om die reden wetenschappelijk onderzoek.

Meer over onderzoek

Meehelpen strandbroeders te beschermen?

We zoeken vrijwillige vogelwachten die op verschillende stranden broedvogels beschermen door toezicht te houden en voorlichting te geven aan bezoekers. Ook het helpen bij afzettingen en doen van
waarnemingen is mogelijk.

Meer informatie