Navigatie overslaan
Keizerspinguin / Shutterstock Alle berichten
Keizerspinguin / Shutterstock Jeanet van Zoelen

Door Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming

De kakkerlakken maken kans. Vogels en mensen ook?

Geplaatst op 18 augustus 2020

Ellendige voorbeelden van vogelproblemen door een opwarmende aarde. Opbeurende voorbeelden van vogels die zich aanpassen. En: waarom dit alles ons een zorg moet zijn.

Vogels lijden onder klimaatverandering, althans, een flink aantal. Allereerst een paar voorbeelden, om u een idee te geven van de soorten problemen waar ze tegenaan lopen.

Problemen dicht bij huis

Dicht bij huis hebben ook uw tuin-koolmezen een probleem door klimaatverandering. Als de dagen eenmaal lang genoeg zijn, gebruiken zij onder meer de temperatuurstijging als een maatstaf voor wanneer ze starten met eieren leggen. Het is steeds vroeger in het jaar warm weer en koolmezen starten daarom gemiddeld eerder een legsel: nu al begin mei in plaats van half mei. Veel rupsen - belangrijk op het menu van jonge mezen - komen echter nóg eerder uit hun ei door de opwarming, waardoor de koolmezen (en andere rupseneters) te weinig voedsel vinden voor hun jongen.

Bonte vliegenvangers hebben een vergelijkbaar probleem, met nog een extra obstakel. Ze overwinteren in tropisch West-Afrika en gebruiken de verandering in het tijdstip waarop de zon opkomt en ondergaat als aanleiding voor de start van hun terugreis. Ze zijn dus echt veel te laat terug om nog genoeg rupsen te vinden. Ze komen overigens wel steeds vroeger terug, maar houden het tempo niet bij, het is een soort wedloop met de rupsen.

Koolmees / Shutterstock Dicht bij huis hebben uw tuin-koolmezen een probleem door klimaatverandering: de rupsen komen steeds vroeger. Koolmees / Shutterstock

Vroeg gras en verdronken wadplaten

Ook brandganzen hebben last van de opwarming van de aarde. Ze hebben in hun overwinteringsgebied in Nederland geen goede manier om er achter te komen wanneer de grasgroei goed op gang komt in hun broedgebieden in Zweden of Noord-Rusland. Op die plekken broedt een deel van de populatie, omdat ze er door de afwezigheid van ziekteverwekkers en parasieten minder in het immuunsysteem hoeven te investeren. De sneeuw smelt er nu eerder dan voorheen, dus het gras groeit eerder en de brandganzen moeten dus ook eerder zien te gaan broeden om in de pas te blijven lopen met hun voedsel. Soms lukt dat.

Dan de kluut, die broedt op kwelders in het Waddengebied en zoekt daar wormpjes, slakjes en andere schelpdieren. Hij verliest door smeltend poolijs, gletsjers en permafrost mogelijk voedsel- en broedgebieden, want de hierdoor veroorzaakte zeespiegelstijging kan namelijk op de lange termijn leiden tot het verdrinken van wadplaten (waar ze eten zoeken). Wat we nu al merken, is dat nesten op kwelders frequenter wegspoelen tijdens de vaker optredende voorjaarsstormen. De schelpdieren kunnen verder massaal sterven tijdens hittegolven. De kluut is natuurlijk niet de enige wadvogel die daar last van heeft.

Kluut / Shutterstock Door smeltend poolijs, stijgt de zeespiegel en verdrinken wadplaten: weg voedsel- en broedgebied van de kluut. Kluut / Shutterstock

De wijde wereld

Een kijkje buiten Nederland, want soorten die in specifieke gebieden leven, zoals poolgebieden, koraalriffen, of hoog in de bergen zijn extra kwetsbaar. De keizerspinguïns op Antarctica bijvoorbeeld. Die lieverds, waarbij het mannetje de hele lange, koude, donkere poolwinter, maandenlang niet eet en dat ei maar warm staat te houden tot zijn vrouwtje terugkomt met vis. Ze broeden op drijvend zee-ijs… Waar moeten ze broeden als dat steeds verder wegsmelt?

Ook de bruine gent (Engels: brown booby, vrij vertaald bruine lummel) en honderden andere vogels die voor hun voedsel afhankelijk zijn van de vissen en weekdieren die leven bij koraalriffen krijgen problemen. De wereldwijde opwarming zorgt namelijk voor verbleking van het rif, ziektes en een langzamere groei van de koralen. De vispopulaties in de riffen nemen hierdoor drastisch af en daarmee niet alleen het voedsel van zeevogels, maar ook dat van miljoenen mensen.

Roodborst / Elwin van der Kolk De roodborst kiest: wegtrekken of blijven? Roodborst / Elwin van der Kolk

Buigen of barsten

Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel. Er zijn vogels waarbij het wat minder nauw komt wanneer ze starten met leggen, zoals moerasvogels. In moerassen zijn de hele lente en zomer insecten te vinden, dus het moment van broeden ligt voor hen minder gevoelig. Ook kunnen sommige vogelsoorten zich (deels) aanpassen aan de verandering in temperatuur, leefgebied of voedselbron.

Zo zullen door de toenemende temperaturen de broedgebieden in Nederland (en de rest van het noordelijk halfrond) naar het noorden opschuiven. Sommige soorten schuiven mee, zoals de spotvogel, die hier steeds minder wordt gezien, maar ten noorden van ons vaker. Het leefgebied van meer zuidelijke soorten zoals de bijeneter schuift juist naar Nederland toe en die zien wij daardoor regelmatiger. Voorwaarde is wel dat het gebied waar ze heen ‘schuiven’ geschikt leefgebied voor ze is.

Milde winters zorgen er ook voor dat sommige vogels niet wegtrekken in het najaar, of minder ver. Vogels zoals de gierzwaluw trekken altijd naar Afrika, maar anderen, zoals de roodborst kiezen jaarlijks of ze wegtrekken of blijven. En die flexibele vogels hebben voordeel van zachte winters, waarin ze genoeg eten vinden en hun barre reis zuidelijk niet hoeven te maken.

Bijeneter / Jelle de Jong Het leefgebied van meer zuidelijke soorten zoals de bijeneter schuift juist naar Nederland toe. Bijeneter / Jelle de Jong

Rupsen en gras tóch benutten

Terug naar het begin. Wat betreft de bonte vliegenvangers: sommige trekken toevallig vroeg en die hebben nu voordeel. Die vinden wel rupsen en krijgen wel jongen groot, die mogelijk ook vroeger trekken. Interessant is dat uit onderzoek blijkt, dat die vroege broeders ook steeds vaker aan een tweede legsel beginnen, wat tot voor kort nauwelijks voorkwam. Nog een kans op nog meer nakomelingen dus. Zo hebben de vliegenvangers in Nederland de timing van hun aankomst en broeden kunnen aanpassen en broeden ze tegenwoordig relatief gunstig ten opzichte van de rupsenpiek.

De brandganzen blijken ook klimaat-aanpassers. Een verrassende bevinding is dat ze in warme lentes, toch sneller proberen te trekken om eerder in hun broedgebieden aan te komen. Hoe ze het weten? Voor degenen die broeden in het hoge noorden, waar doorgaans het broedseizoen erg kort is, kan die vroegere lente en grasgroei zelfs relatief gunstig uitpakken, omdat het broedseizoen daardoor net iets langer kan worden - als ze tenminste eerder beginnen.

Brandganzen trekken ook steeds noordwestelijker om te broeden, omdat daar het gras goed is als ze arriveren. Vogels die de trekroutes van elkaar leren, hebben voordeel bij het omgaan met klimaatverandering, want ze kunnen zich daardoor sneller aanpassen. Aangezien ganzen in (familie)groepen leven hoeven maar een paar (vaak oudere) ganzen te ontdekken waar beter gras groeit en de kans is groot dat de jongere ganzen van lieverlee volgen.

Brandgans / Shutterstock In warme lentes proberen brandganzen sneller te trekken om eerder in hun noordelijke broedgebied te arriveren. Brandgans / Shutterstock

Let wel: dit artikel geeft een klein aantal voorbeelden. Zo hebben brandganzen die zeer noordelijk broeden, weer te maken met andere omstandigheden dan de brandganzen die zuidelijker broeden. Ze reageren dus anders op de verschillende mate van opwarming en effecten daarvan in combinatie met verschillende predatoren et cetera. Tussen vogels van verschillende soorten zit nog meer verschil en we weten lang niet alles over hun overwinterings- of broedgebieden. Soms niets. Maar dat ze reageren staat vast. Hopelijk geven deze voorbeelden u een beeld.

Vogels gemiddeld kleiner

Ook vogels als groep blijken zich aan te passen aan de opwarming van de aarde. Amerikaanse onderzoekers concluderen dat vogels hierdoor gemiddeld kleiner worden. Het lichaamsgewicht neemt af met gemiddeld 2,6 procent en de pootlengte met gemiddeld 2,4 procent. De vleugels daarentegen groeien met 1,3 procent. Volgens de onderzoekers is dat vermoedelijk om langere vluchten met een kleiner lichaam mogelijk te maken in reactie op een warmer klimaat.

Biodiversiteits-top

Kortom, klimaatverandering nekt vogelsoorten, maar er zijn ook vogels die zich tegen de klippen op aanpassen. Als de opwarming van de aarde nou het enige was, zouden die het misschien wel redden.

Helaas, ze kampen ook met verstedelijking, ontbossing, jacht, windmolenparken op rotlocaties, vergiftiging en zo door. Niet alles is meteen te verhelpen, maar sommige problemen wel. Daarom is de Biodiversiteits-top volgend jaar (2021) in China zo belangrijk. Met alle landen tezamen moeten we proberen om de aarde leefbaar te houden voor dier én mens.

De kakkerlakken maken kans, maar de mens?

En ja, biodiversiteit ís belangrijk. Alles wat leeft op aarde hangt met elkaar samen: mug, walvis, schimmel en mens. Het is een soort jenga-blokkentoren, of een motor. Een paar blokken of onderdelen minder gaat vaak nog. Daarna is de boel kapot. Zonder muggen geen vogels, zonder vogels geen zaadverspreiding, zonder zaden geen bomen en zonder bomen geen zuurstof of appels en dus geen mensen (dit is uiteraard wat kort door de bocht, maar het punt is duidelijk).

Er overleeft allicht wel wat, ook als wij de hele wereld volbouwen en vrolijk doorgaan met vervuilen. De kakkerlakken hebben een kansje, dat kleine beerdiertje dat zelfs in de ruimte doorleeft, wat bacteriën en wie weet een krokodil. En daar komt nieuw leven uit voort, leven dat zich zolang de aarde bestaat aanpast aan de omstandigheden, want wat kán overleven overleeft en plant zich voort. Maar of de vogel dat redt, of de mens? Tijd dus om bewust te kiezen: waagt u het erop, of probeert u zelf te doen wat kan voor een nog lang leefbare wereld?

 

Als u nog steeds niet overtuigd bent vanwege de natuur op zichzelf, denk dan aan uw gezondheid. Ontbossing bijvoorbeeld, moet niet alleen stoppen om klimaatverandering tegen te gaan, maar ook om te voorkomen dat steeds vaker virussen overspringen van dier op mens. We weten inmiddels hoe dat uitpakt.

Wat is klimaatverandering?

Klimaatverandering (of opwarming van de aarde) wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de uitstoot van broeikasgassen zoals koolstofdioxide en methaan in de atmosfeer. Het percentage van deze gassen is nu mogelijk hoger dan de afgelopen 20 miljoen jaar. Daarnaast stijgen ze minstens 100 keer sneller dan ooit in de afgelopen 600.000 jaar. Daarom spreken veel mensen ook van een klimaatcrisis.

Broeikasgassen in de atmosfeer hebben de afgelopen eeuw geleid tot een wereldwijde temperatuurstijging. De stijging is aan de noordpool het sterkst. Een duidelijk gevolg van deze opwarming is een warmer klimaat in veel regio's. Klimaatverandering zal verder in droge gebieden langdurige droogte en bosbranden veroorzaken. In tropische regio’s zullen vaker, hevigere orkanen voorkomen, wat leidt tot overstromingen en windschade. Verder stijgt naar verwachting de zeespiegel als gletsjers smelten, waardoor stranden en kusten afslijten. En terwijl de oceaan opwarmt, wordt hij ook zuurder omdat hij steeds meer kooldioxide opneemt.

Help mee vogels beschermen

Vogels zijn er overal en altijd: alledaags en fascinerend, spannend en ontroerend tegelijk. Wij kunnen ons een wereld zonder vogels niet voorstellen. Help mee vogels beschermen en ontvang ook nog eens ons magazine Vogels.

Word lid

Blijf op de hoogte

Lees nieuws en de mooiste artikelen op onze site. En ontvang maandelijks een selectie van de beste artikelen in je mail.

Aanmelden Vogelnieuws