Whiskered Tern, Chlidonias hybrida - Sterns (Sternidae)
De witwangstern is in Nederland de zeldzaamste van de drie soorten moerassterns. In tegenstelling tot de witvleugelstern lijkt de witwangstern niet op een zwarte stern, maar meer op een visdief. Grootste verschil met de visdief is de opvallende donkergrijze buik en de korte, grijze staart. Broedt de laatste jaren geregeld in Nederland.
Compacte moerasstern met vrij krachtige snavel, brede vleugels en ondiep gevorkte staart. Adulte vogels in zomerkleed hebben een donkergrijze borst en buik die contrasteren met de witte wangen en lichte ondervleugels. Op afstand van visdief te onderscheiden aan de geheel grijze bovenzijde (ook stuit en staart). Adulte vogels in winterkleed hebben een fijn zwartgestreepte achterkruin en een donkere vlek achter het oog. De krachtige snavel is dan zwart in plaats van rood. Een zijborstvlek ontbreekt (zwarte stern heeft die wel) en de bovenvleugel is egaal lichtgrijs. Onvolwassen vogels zijn op de rug donker gevlekt met een geelbruine tint.
Meestgebruikte roep is een korte, schorre en droge kreet.
23-29 cm, spanwijdte 64-70 cm
Broedt van mei - juni in kolonies van 10 tot 100 paar. Heeft één nest met 2-3 eieren. Broedduur 18-21 dagen. Bouwt nest vaak drijvend op waterplanten of in oevervegetatie. Kan een futennest gebruiken. De jongen verlaten direct het nest en zijn vliegvlug met 21-26 dagen. Ze krijgen nog 2-3 weken van beide ouders te eten.
Nestelt in stilstaand zoet of brak water met oevervegetatie en drijvende planten, ook in overstroomde uiterwaarden. Witwangsterns zijn te vinden in natte gebieden met een voorkeur voor zoetwatermoerassen, maar zijn ook aan te treffen bij meren en rivieren en bij kunstmatige wateren zoals visvijvers, waterzuiveringen en reservoirs.
Witwangsterns eten insecten en andere kleine in het water levende organismen zoals kikkers en visjes. Net als de andere zoetwatersterns pikken ze hun prooi vaak zonder te duiken vanaf het wateroppervlak. Insecten zoals libellen en juffers vangen ze ook in de lucht.
De witwangsterns uit West-Europa trekken in het najaar langs de kust naar Zuid-Europa en West-Afrika. De vogels uit Oost-Europa overwinteren in de Nijldelta, Oost- en Zuid-Afrika en trekken ook langs de kust. Dat gebeurt vanaf juli tot in november. In het voorjaar gaat het de andere kant op, vanaf april tot in juni.
In Nederland broedt de soort de laatste jaren geregeld in de provincie Groningen, in nieuwe natuurgebieden, met maximaal enkele tientallen paren. De populaties rond de Middellandse Zee zijn afgelopen eeuw afgenomen en die trend zet nog steeds door, moerasgebied aldaar neemt in oppervlakte af. Witwangsterns zijn opportunistische vogels. Het broedsucces hangt af of ze geschikt broedhabitat vinden, waardoor de aantallen verschillen van jaar tot jaar en trends lastig zijn vast te stellen.
Aantal broedparen | 57-61 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Bij het Zuiderlaardermeer broeden sinds 2012 geregeld witwangsterns.
Witwangsterns komen verspreid in Europa voor, vooral in Zuid -en Oost-Europa. In rivierdelta's, zoals die van de Donau, zijn de belangrijkste broedkolonies te vinden. In Nederland onregelmatig broedend, vanaf 2012 jaarlijks bij het Zuidlaardermeer.
De witwangstern staat op Europees niveau niet te boek als bedreigd, al zijn er niet altijd voldoende gegevens en fluctueren populaties. In een aantal landen gaat de soort duidelijk vooruit. In Nederland profiteert de witwangstern van nieuw aangelegde natuur zoals bij het Zuidlaardermeer in Groningen.
Vogelbescherming stimueert de ontwikkeling van natte natuurgebieden. Zowel in het Waddengebied, de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta als via de zogeheten klimaatbuffers: waterbergingsplekken die overstromingen moeten voorkomen en die tegelijk fungeren als 'nieuwe natuur'. Het Zuidlaardermeer in Groningen, waar recentelijk witwangsterns in Nederland hebben gebroed, is een voorbeeld van zo'n klimaatbuffer. WetlandWachten van Vogelbescherming zetten zich in voor de bescherming van de belangrijkste wetlands in Nederland.
De ontwikkeling van grootschalige, natte natuurgebieden is gunstig voor veel soorten moerasvogels, waaronder de witvleugelstern.
De witwangstern is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn witwangsterns beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de witwangstern is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen op grond van de Wet natuurbescherming. De soort komt slechts in beperkte mate in Nederland voor.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal