Bohemian Waxwing, Bombycilla garrulus - Pestvogels (Bombycillidae)
De pestvogel bewoont dichte taiga in Noord-Rusland en bosrijke gebieden van Scandinavië. Als in de gebieden in de winter te weinig bessen te vinden zijn, komt de pestvogel naar Nederland. Zo'n invasie van grote aantallen treedt onregelmatig op; andere jaren is het een vogel die schaars is tijdens de winter. In het verre verleden werd de vogel gezien als brenger van onheil, vandaar ook z'n naam: pestvogel. Ze zijn ongeveer zo groot als een spreeuw en hebben een opvallende kuif.
Rossig beigebruin verenkleed, met opvallende kuif. De brede staartpunt en de toppen van de handpennen zijn helder geel van kleur. Zwart oogmasker en zwarte bef. Mannetje heeft bredere gele staartband en meer felrode wasachtige aanhangsels aan het eind van de armpennen. Jonge vogels met minder wit op de toppen van de handpennen. Op afstand en in vlucht spreeuwachtig.
Helder, hoog belletje.
18-21 cm
Pestvogels broeden niet in Nederland, maar in het noorden van Rusland en Scandinavië. Broedt van eind mei - eind juli. Ze hebben zo'n twee legsels per jaar met tussen 3-7 eieren, meestal 5.
Pestvogels worden in Nederland vooral aangetroffen op besdragende struiken, zoals Gelderse roos. Meestal in tuinen en parken in het stedelijk gebied. Al met al een totaal andere omgeving dan de noordelijke sparrenbossen waar de pestvogel broedt.
Bessen van meidoorn, Gelderse roos, liguster, cotoneaster en andere struiken. In de broedtijd insecteneter, vangt deze in vlucht als een vliegenvanger. Dit gedrag is ook in Nederland te zien op warme voorjaarsdagen in april.
In de meeste jaren zijn pestvogels (vrij) schaars in Nederland en worden ze in de winter vrijwel alleen in het noorden van het land gezien, vooral in november en december. Soms is er een invasie in ons land, als er niet genoeg bessen te vinden zijn in het hoge noorden. Die kan in oktober beginnen, maar ook later tot in februari plaatsvinden. Vogels vliegen dan ook wel door naar België en Frankrijk. Vanaf februari tot april verdwijnen de pestvogels uit Nederland.
wintergast in vrij klein aantal
Onvoldoende gegevens voor een trendanalyse. Aantallen wisselen sterk van jaar tot jaar, afhankelijk van of er een invasie is of niet.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 100-1200 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In het noorden van het land in tuinen en parken waar de Gelderse roos staat.
De broedgebieden van de pestvogel liggen rondom de noordpool in de boreale naaldbossen. De meeste broedparen leven in Rusland voor zover bekend. Ook in Zweden en Finland leven grote aantallen.
De pestvogel wordt niet bedreigd.
Besdragende struiken van uiteenlopende soorten hebben een grote aantrekkingskracht op pestvogels. Plant ze in je tuin. Vooral plaatsen met véél van deze struiken kunnen langdurig door deze vogels bezocht worden. Lijsterbes, liguster, meidoorn, Gelderse roos en tal van cultivars (sierappels, cotoneaster) zijn prima geschikt.
De pestvogel is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn pestvogels beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de pestvogel is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen op grond van de Wet natuurbescherming. De soort komt in wisselende aantallen als doortrekker en wintergast in Nederland voor.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal