Egyptian Goose, Alopochen aegyptiacus - Eenden (Anatidae)
Afrikaanse soort die sinds het einde van de jaren '60 in Nederland een gewone verschijning is geworden. Ontsnapte siervogels wisten zich net als in andere West-Europese landen goed te handhaven. Inmiddels is de nijlgans niet meer weg te slaan uit Nederlandse natuur- en weidegebieden en stegen de aantallen enorm. Komt vooral voor in het westen en noorden van het land en langs de grote rivieren. In de vlucht vallen de zwart-witte vleugels op. Verdedigt zijn territorium fel.
Nijlganzen zijn vaal grijsbruin gekleurd met roodbruine bovendelen. Op de borst zit een donkere vlek en de kop en hals zijn lichter, met een opvallende donkere vlek rondom het oog. De vleugels zijn zwart met een groenglanzende spiegel en een groot wit vlak. Roze, lange poten. Heeft vaak een opgerichte houding. Jonge nijlganzen zijn lichter van kleur en hebben geen vlekken rond oog en op de borst.
Man heeft een hees herhaalde roep met soms een versnelling. Roep van de vrouw lager en harder; meer snaterend en soms versnellend. Bij gevaar blazen beide.
63-73 cm, spanwijdte 134-154 cm
Kan het hele jaar broeden, maar meestal van eind maart tot eind mei. Eén of twee broedsels per jaar, meestal 6-9 eieren. Nest wordt fel verdedigd. Het bevindt zich vaak in boomholtes of onder struik/boom bij water. Broeden ook in oude nesten van blauwe reigers, ooievaars en, tot diep in bos, van buizerds en haviken. Broedduur 28-30 dagen, jongen (nestvlieders) na 65-70 dagen vliegvlug. Trekken daarna nog lang als familie rond.
Overal in de buurt van water kunnen nijlganzen voorkomen, in weidegebieden, bij meren en meertjes in parken van dorpen en steden etc. Ze rusten en ruien op open water. Ze broeden ook nabij water, maar kunnen ook tot diep in het bos broeden in oude nesten van roofvogels.
Nijlganzen foerageren op graslanden waar ze gras en kruiden eten; ook eten ze oogstresten op bouwland, met name mais. Daarnaast eten ze waterplanten, zoals fonteinkruiden. Foerageert lopend en zwemmend, ook grondelend.
Nijlganzen zijn in Nederland standvogels. Na de broedtijd zwerven ze rond en kunnen ze nog een behoorlijke afstand afleggen.
vrij talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
Enorme toename vanaf 1990. De laatste jaren zwakt de toename af, onder andere door afschot. Het succes van deze soort is deels een gevolg van het lange broedseizoen en meerdere broedsels per jaar, tot midden in de winter.
Aantal broedparen | 7700-13.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 38.900-43.100 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 50.100-56.300, sep (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In veel parken te vinden.
Komt in West-Europa voor. Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, België en Nederland. In Afrika beneden de Sahara.
De nijlgans geldt wereldwijd niet als een bedreigde vogel. In Nederland staat de nijlgans te boek als een exoot. In Europees verband is deze soort op de lijst van invasieve exoten gezet, wat betekent dat hij actief mag worden bestreden. Er zijn er tot dusverre geen aanwijzingen dat in Nederland de toename van de nijlgans ten koste van andere watervogelpopulaties gaat.
Nijlganzen zijn exoten. Vogelbescherming bevordert onderzoek en monitoring naar deze groep, om te voorkomen dat inheemse populaties worden geschaad. Bestrijding van invasieve exoten mag ten niet koste gaan van inheemse soorten. Zie voor meer uitgebreide informatie ons standpunt over Exoten.
De nijlgans is een niet-beschermde uitheemse soort. De soort geniet geen bescherming op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Nederlandse Wet natuurbescherming, omdat de soort niet van nature in het wild voorkomt in de Europese Unie. Het gaat om uitheemse dieren die door de mens zijn geïntroduceerd buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied en zich in de vrije natuur hebben weten te handhaven en voortplanten. Er zijn verschillende regels van toepassing op uitheemse soorten.
De Wet natuurbescherming bevat verschillende algemene regels die ook van toepassing zijn op uitheemse soorten. Het gaat om:
Het algemene verbod op dierenmishandeling uit de Wet dieren (artikel 2.1) is ook van toepassing op uitheemse diersoorten.
De nijlgans staat op de Europese lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die is vastgesteld op grond van EU verordening 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten. Deze verordening bevat diverse ge- en verboden ten aanzien van de soorten op de Europese lijst, zoals een import- en handelsverbod, maar ook een bezit- en fokverbod. Onder de Wet natuurbescherming zijn de provincies verantwoordelijk voor het zo veel mogelijk reduceren van de populaties van door de Minister van Economische Zaken aangewezen invasieve exoten (artikel 3.19).
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal