Great Crested Grebe, Podiceps cristatus - Futen (Podicipedidae)
De fuut is de meest algemeen voorkomende futensoort in ons land. Hij komt als broedvogel voor in allerlei soorten wateren, van stadsparken en grachten tot duinmeren, moerasgebieden, randen van grote wateren en riviernatuur. De grootse aantallen komen voor in Laag-Nederland. Futen paren soms al vroeg in het jaar met spectaculaire baltsrituelen.
In zomerkleed goed herkenbaar aan witgemaskerde kop met bruinrode krans, overlopend in zwart, en verlengde, zwarte kopveren. Ogen felrood. Bovenzijde bruin, onderzijde wit. Mannetje en vrouwtje identiek. In winterkleed vaalbruin en wit, met zwarte kopveren; kenmerkend is wit boven de zwarte teugel (tussen oog en snavel). Jongen zijn zwart-wit gestreept.
In de broedtijd vaak luidruchtig. Territoriumroep een ver dragend "ròòòhhh…". Daarnaast nog veel meer keelklanken en rauwe roepen. Jongen piepen hoog.
46–51 cm, spanwijdte 85–90 cm
Lang broedseizoen van maart tot in oktober, meeste broedsels mei-juni. Aantal eieren gemiddeld 3-4, varieert van 1-6. Meestal één broedsel, soms tweede als jongen eerste nest 6-7 weken oud zijn. Broedduur: 25-29 dagen. Nest op platform in water, gefixeerd aan begroeiing of tak, bij voorkeur goed verborgen in riet. Jongen verlaten al snel nest en worden op de rug oudervogels warm gehouden. Ze worden nog zo'n 10-11 weken gevoerd door de ouders.
Broedgebied bestaat uit allerlei typen natuurlijke en aangelegde zoete tot brakke wateren van 0,5 tot ongeveer 5 meter diepte met voldoende vis. Voorkeur voor aflopende oevers met vegetatie en niet al te dichte onderwatervegetatie. Behalve in moerassen, op plassen en andere wateren in het buitengebied ook in stedelijk gebied. Komt buiten de broedtijd ook in zoutwatermilieu voor.
Hoofdzakelijk vis, in mindere mate ongewervelden. Vis wordt duikend gevangen in water met niet al te dichte onderwatervegetatie. Vissoorten divers, onder meer voorn, alver, serpeling, riviergrondel, rietvoorn, brasem, stekelbaars. Visdiepte 2-4 meter.
Na het broedseizoen wordt broedgebied doorgaans verlaten. In de nazomer vleugelrui in grote groepen op grote, open wateren als het IJsselmeer, Randmeren, wateren in het Deltagebied (onder meer Grevelingen) en Waddenzee. In winter ook grote aantallen (duizenden) op de Noordzee. Bij aanhoudende vorst neemt belang van kustgebieden toe. Vogels uit Noord- en Noordoost-Europa trekken weg.
vrij talrijke broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | wintergast in vrij groot aantal
Verspreid voorkomen. Aantal futen in de loop van de vorige eeuw gegroeid door onder meer einde bejaging en meer voedselrijke wateren (meststoffen). Daarnaast heeft de fuut zich in stedelijk gebied genesteld. Schatting 13.000-16.000 broedparen.
Aantal broedparen | 11.000-16.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 22.300-30.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 28.800-37.000, sep (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vanaf vroege voorjaar: moeras en plas of stedelijke wateren voor de futenbalts. Najaar en winter: grote, open wateren.
Komt verspreid in heel Europa voor, met uitzondering van een groot deel van Scandinavië en het noorden van Rusland. Broedgebieden overwegend wateren en meren met beschutte oevervegetatie van riet en open water voor de visvangst. Europese populatie (excl. Europees Rusland) geschat op rond de 390.000 broedparen.
De fuut is in de tweede helft van de 20ste eeuw sterk in aantal toegenomen. Dit komt waarschijnlijk door eutrofiëring van het oppervlaktewater, verbetering van de waterkwaliteit, gewenning aan recreatie en aanpassing aan het leven in het stedelijk gebied. Gevoelig voor olievervuiling en verdrinking in visnetten (staand want).
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De fuut staat op de Oranje lijst van vogels die in Nederland doortrekken en overwinteren.
Vogelbescherming zet zich net als BirdLife in om algemene vogels ook algemeen te houden. Belangrijk daarbij zijn vrijwillige WetlandWachten. Die houden de vinger aan de pols in de wetlands van Nederland. Zij spreken overheden en terreinbeherende organisaties aan op het voorkomen van misstanden, zoals een tekort aan handhaving op het water. Het belang van de Noordzee als verblijfplaats voor overwinterende futen is lange tijd onderschat. Vogelbescherming en Stichting De Noordzee lieten in de winter 2010-2011 een telling uitvoeren vanuit de lucht van de vele duizenden futen op de Noordzee. Deze gegevens zijn nodig om voor de Hollandse kuststrook de noodzakelijke beschermingsstatus te krijgen.
Voor de fuut is een goede waterkwaliteit belangrijk. Dat vraagt om een constante inspanningen van vooral overheden, maar ook terreinbeheerders en de landbouwsector.
De fuut is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn futen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de fuut is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende natuurgebieden die door futen worden gebruikt als foerageergebied of als slaapplaats zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal