Navigatie overslaan
Tapuit / Elwin van der Kolk Alle berichten

Plaatstrouw tapuit maakt bescherming lastig

Geplaatst op 2 oktober 2014

Tapuiten blijken bijzonder plaatstrouw en dat maakt de kleine resterende tapuitpopulaties in Nederland extra kwetsbaar. Per resterende populatie zijn specifieke maatregelen nodig om het voortbestaan van deze ernstig bedreigde vogelsoort in Nederland veilig te stellen.

Afgelopen jaar luidde Vogelbescherming Nederland de noodklok voor de tapuit met een themadag voor beheerders, beschermers en onderzoekers en een brochure over de bescherming van de tapuit, Toevlucht voor de tapuit. In Ibis, een internationaal wetenschappelijk tijdschrift over vogelonderzoek, presenteren Stichting Bargerveen en Sovon Vogelonderzoek Nederland nu belangrijke resultaten van jarenlang onderzoek aan de tapuit, een onderzoek dat deels werd gefinancierd door Vogelbescherming Nederland.

Populatiemodel

Sinds 2006 doen Sovon en Stichting Bargerveen onderzoek naar de achteruitgang van de tapuit in Nederland. Het doel was uit te zoeken welke factoren invloed hebben op de groei van de populatie. In drie gebieden werden van 2007 tot en met 2011 tapuiten individueel gevolgd: in het Aekingerzand (Drents-Friese Wold), in de duinen bij Castricum en in de duinen bij Den Helder. Hier broedt in totaal de helft van de Nederlandse populatie. Broedsucces, overleving en demografische gegevens werden nauwkeurig bijgehouden. Deze data zijn gebruikt in een populatiemodel. Met dit model kunnen uitspraken worden gedaan over de mate van immigratie van tapuiten in de diverse deelpopulaties. De uitkomsten daarvan geven belangrijke aanknopingspunten voor bescherming en herstel van de tapuitenpopulaties.

Plaatstrouw

Tapuiten zijn bijzonder plaatstrouw. Weinig jongen vestigen zich buiten de populatie waarin ze zijn opgegroeid. Door een geringe mate van uitwisseling tussen de resterende populaties, is de omvang en de gezondheid van nog bestaande populaties, zoals die in de Kop van Noord-Holland, van enorm belang. De laatste, kleine populaties tapuiten zijn echter kwetsbaar, onder andere door genetische verarming en door kans op calamiteiten, zoals overmatige, incidentele predatie door bijvoorbeeld vossen. Vestiging in reeds eerder verlaten broedlocaties is door de geringe mate van immigratie een langzaam proces. Tapuiten vestigen zich bijna niet in eerder verlaten broedgebieden.

Maatregelen

Om de nog resterende populaties te redden van de ondergang dienen maatregelen genomen te worden. De manier waarop dit moet gebeuren verschilt per gebied, afhankelijk van het grootste knelpunt ter plekke. Zo is de predatie van nesten en volwassen tapuiten door vossen in de binnenlandse populatie van het Aekingerzand een knelpunt. Daarom wordt daar gewerkt met nestbescherming, een noodmaatregel die goed werkt. In de duinen van Castricum vindt er enige immigratie vanuit de populatie van Den Helder plaats. Om de populatie tapuiten van de duinen in Castricum veilig te stellen wordt geadviseerd meer habitat geschikt te maken voor tapuit. In de duinen bij Den Helder is de populatie het meest stabiel en betrekkelijk veilig.

Herstel broedgebied

Op korte termijn zijn maatregelen als plaggen, maaien en begrazing noodzakelijk om het broedgebied van de tapuit te herstellen. Voor de lange termijn moeten ze gericht zijn op een meer duurzame verbetering van het leefgebied. Herstelbeheer moet zich daarom richten op het weer op gang brengen van dynamiek van wind in gebieden die zijn vastgelegd.
Door verschillende organisaties, zoals het Landschap Noord-Holland en Staatsbosbeheer, wordt er in natuurgebieden hard gewerkt aan beschermingsmaatregelen voor de tapuit. Vogelbescherming bereidt nu met beheerders op de Waddeneilanden nog meer beschermingsmaatregelen voor.

Meer weten?

Illustratie: Elwin van der Kolk