Geplaatst op 2 december 2025
Miljoenen jaren hebben vogels zonder het gevaarlijke virus geleefd, pas rond de jaren 2000 slaat het virus in deze vorm toe. Nu sterven vogels een langzame dood op het land of verdrinken ze. Dit zegt alles over hoe wij met dieren omgaan. Wilde vogels zijn niet de boeman, ze zijn het slachtoffer.
Oorspronkelijk kwam de variant die dodelijk is voor vogels – de hoog-pathogene vorm – niet voor. In de jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekten onderzoekers dat de onschuldige variant, waar vogels niet ziek van worden, in stallen met veel kippen door middel van één mutatie in een heel dodelijke, hoog-pathogene, vogelgriep kon veranderen. Dit is inmiddels meermaals gebeurd, zowel in Europa als in Azië. In 1996 werd in een commerciële ganzenhouderij in de Chinese provincie Guangdong een virus van het subtype H5N1 aangetroffen. Later sprong dat virus over naar wilde vogels en ging het voor het eerst langere tijd rond in wilde vogelpopulaties met ernstige gevolgen. Trekvogels kunnen deze varianten verspreiden over de wereld, maar alleen omdat die in de intensieve pluimveehouderij is ontstaan.
De realiteit van nu is dat zich in Nederland bijna 90 miljoen kippen bevinden. Ons land heeft de hoogste dichtheid aan pluimvee in Europa: zesmaal hoger dan het Europees gemiddelde. Wereldwijd staat Nederland in 2024 in de top van exporterende landen van kippenvlees. We produceren in hoge mate ook voor het buitenland en dat in een land waar we een gebrek aan ruimte hebben. Door enorme aantallen dieren op een kleine oppervlakte te houden in de huidige, intensieve manier van pluimveehouderij, zullen er steeds weer uitbraken van vogelgriep of andere ziektes volgen. Want in Nederland liggen veel pluimveebedrijven dicht bij elkaar, met zeer hoge dierdichtheden. Dit verhoogt het risico op het ontstaan van de dodelijke hoog-pathogene vogelgriep en de snelle verspreiding naar wilde vogels.
Recentelijk wees de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders naar de kraanvogels die vanuit Afrika naar het noorden trekken en het virus verspreiden. De LTO, vakgroep Pluimveehouderij, zegt dat het virus in de lucht zit en meekomt met de trekvogels. Zolang we naar wilde trekvogels blijven wijzen als belangrijkste oorzaak, gaan we het grote probleem nooit oplossen. Wat wél te doen? Omdat het virus bijna overal ter wereld voorkomt en langdurig in het water en op veren aanwezig blijft, achten wetenschappers uitroeiing van de dodelijke varianten die nu rondwaren onmogelijk. Toch moeten we niet afwachtend zijn.
Vogelbescherming Nederland dringt aan op verschillende maatregelen. Essentieel is het verminderen van de totale pluimveestapel vanwege de milieu- en gezondheidsrisico’s. Daar kunnen immers gevaarlijke virussen tot stand komen. Daarbij is ook specifiek het verminderen van het aantal pluimveehouderijen nabij waterrijke natuurgebieden van groot belang. Geen pluimveehouder is gebaat bij vestiging in waterrijke gebieden, omdat het virus zich juist daar makkelijker kan verspreiden. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer wateroppervlak zich in de buurt van een stal bevindt, hoe groter het besmettingsrisico is.
Gezien de impact van de dodelijke vogelgriep kunnen we niet langer wegkijken van het echte probleem. Vogelbescherming dringt aan op het maken van keuzes die leiden tot voldoende ruimte voor wilde vogels, zodat er sterke vogelpopulaties ontstaan en vogels voldoende uitwijkmogelijkheden hebben om besmetting te beperken. En dat kan, nu we staan voor het maken van keuzes over verdeling van ruimte.
Opgehokt of vrij: vogels zijn het slachtoffer. En er liggen meer risico’s op de loer, want ook mensen zijn al aan het virus overleden. Een virus dat overspringt van dier op mens, we hebben het eerder meegemaakt. Daarom moeten we nu handelen, voor de vogels. Én voor de mens. Het is de hoogste tijd dat vogels de ruimte krijgen.
Karsten Schipperheijn
Directeur-bestuurder Vogelbescherming Nederland
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.
Hoe gaat het met een vogelsoort? Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang? Wat zijn effectieve maatregelen om die achteruitgang aan te pakken en een soort te beschermen? Vogelbescherming ondersteunt en initieert om die reden wetenschappelijk onderzoek.