Mediterranean Gull, Larus melanocephalus - Meeuwen (Laridae)
De zwartkopmeeuw, die lijkt op de kokmeeuw, is een vrij schaarse soort in Nederland. Zwartkopmeeuwen komen hier vooral voor in de Delta, maar steeds vaker ook in andere delen van het land (IJsselmeergebied). Het voedsel wordt vooral in open landbouwgebieden verzameld. Zwartkopmeeuwen overwinteren langs de Atlantische kust van Frankrijk, Groot-Brittannië en incidenteel ook Spanje en Noord-Afrika.
Adulte vogels hebben geheel witte slagpennen. Bovendelen zijn lichtgrijs en de onderdelen geheel wit. De kopkap is zwart, met een duidelijk witte oogrand. Bloedrode, dikke snavel, rode poten. Mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit. 's Winters verdwijnt de kopkap en blijft er alleen nog een donkere 'veeg' over achter het oog. Eerstejaars vogels lijken op onvolwassen stormmeeuwen maar hebben geheel witte ondervleugeldekveren en een lichtere grijze middenbaan op de bovenvleugel. Daarnaast zijn de poten zwart of rood en is de snavel nagenoeg zwart. Eerstejaars vogels krijgen vanaf september al lichtgrijze bovendelen en de donkere 'veeg' achter het oog verschijnt. Tweedejaars vogels lijken al op adulte vogels maar hebben een variabele hoeveelheid zwarte vlekken op de vleugelpunten en vlekkerige kop.
Kenmerkende roep is een opvallend en ver dragend, nasaal "kjèw", vrij laag.
37-40 cm, spanwijdte 94-102 cm
Broedt vanaf mei in kolonies waar ze vanaf begin april terugkeren. Dichtstbijzijnde nest gemiddeld 63 cm. Kolonies tot 1000 paren. Soms heeft een enkel paar ook een nest in een kolonie van andere meeuwen. In het westen van Europa beginnen nieuwe kolonies vaak met het broeden van enkele paartjes tussen de kokmeeuwen. Heeft één legsel per jaar met meestal 2-3 eieren. Broedduur 23-26 dagen. Nesten zijn kuiltjes in een schaarsbegroeide ondergrond. De jongen zijn vliegvlug na 35-40 dagen.
Broedt in kustlagunes, moerassen in open laagland, bij voorkeur met enige vegetatie, over het algemeen vermijden ze kale grond; soms in de kustgebieden op kwelders. Vaak in intensief bewerkte graslanden te vinden.
Veelzijdig in zijn methoden om voedsel te vinden. Zoekt vooral lopend naar voedsel op land en in ondiep water en op slik, maar jaagt ook op vliegende insecten en pikt voedsel uit het water. Voedsel voornamelijk insecten, zoals emelten, kevers, rupsen, maar ook jonge vogels, vis en afval.
Grotendeels trekvogel, het grootste deel van de populatie overwintert in het gebied rondom de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en aan de kusten van West-Europa. Dagtrekker in losse groepjes, veelal langs de kust. In Nederland komen de broedvogels aan in april. Vanaf juli verlaten ze de kolonies. Weinig doortrek in Nederland, nog het meest in het zuidwesten van het land. De aantallen zijn met name klein doordat Nederland het noordelijkste verspreidingsgebied is.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend
De aantallen zwartkopmeeuwen laten een sterk toenemende trend zien. Momenteel ligt het aantal broedparen ruim boven de 2000 en lijkt de groei ook de komende jaren door te zetten. Het Deltagebied herbergt nog steeds het grootste deel van de populatie maar in bijna elke provincie broeden nu zwartkopmeeuwen.
Aantal broedparen | 4050-4200 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 30-60 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Zoetwatermeren in Zeeland, maar ook steeds vaker elders, zoals in Waterland bij Amsterdam en in de Eempolder in Utrecht. Vaak op intensief beheerd boerengrasland. Duikt in wintermaanden soms ook op in steden tussen andere meeuwensoorten.
De populatie in West- en Zuid-Europa is klein, maar groeiende. Komt van oorsprong uit het gebied rond de Zwarte Zee. Ontbreekt in Noord-Europa.
Op Europees niveau geldt de soort niet als bedreigd vanwege het grote verspreidingsgebied en de stabiele grote populatie. De Europese zwartkopmeeuwpopulatie heeft in het verleden wel te lijden gehad van verstoring door recreatie.
Vogelbescherming zet zich in voor een meer natuurlijke kustontwikkeling, zoals in de Waddenzee en de Delta. Daarvan kan ook een de zwartkopmeeuw profiteren.
Terreinbeheerders kunnen maatregelen nemen tegen verruiging en verbossing van het landschap. Op die manier komen er meer geschikte broedlocaties beschikbaar.
De zwartkopmeeuw is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zwartkopmeeuwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zwartkopmeeuw is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende broedgebieden en foerageergebieden van de zwartkopmeeuw zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Dit zijn Haringvliet, Krammer-Volkerak, Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, Westerschelde & Saeftinghe en Zoommeer. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal