Mallard, Anas platyrhynchos - Eenden (Anatidae)
De wilde eend is een algemeen voorkomende watervogel, die veel te vinden is in parken en vijvers. Het mannetje, de woerd, is te herkennen aan de opvallende groene kop en witte nekband. Ook heeft hij als enige eendensoort gekrulde staartveren. Het vrouwtje heeft een meer gecamoufleerd vooral bruin verenkleed. Gedurende de winter worden koppeltjes gevormd, waarbij het er soms heftig aan toe gaat; niet zelden proberen de vogels elkaar te verdrinken om zo rivalen te elimineren. Veel eenden in parken zijn mengvormen van wilde eenden met allerlei gedomesticeerde eenden.
Man heeft in prachtkleed een groene kop, witte nekband en donkerbruine borst. Stuit en middelste gekrulde staartveren zijn zwart. Het vrouwtje is onopvallender bruin. De donkerblauwe "spiegel" met witte rand op de vleugel is een gedeelde eigenschap en een goed kenmerk om vrouwtje te onderscheiden van de gelijkende krakeend die een witte spiegel heeft. Na het broedseizoen lijkt de man meer op het vrouwtje. Aan de kleur van de snavel zijn ze dan nog te onderscheiden; zeemkleurig bij de vrouw, die van de man geel. Wilde eenden hebben oranje poten.
Vrouw kwaakt overbekend. Mannetje maakt zachte onopvallende geluiden, een raspende roep en tijdens de balts fluit hij.
50-65 cm, spanwijdte 75-100 cm
Heeft een lange broedperiode die van februari tot augustus kan duren. Gedurende die tijd heeft de wilde eend een broedsel meestal bestaande uit 7 tot 11 eieren (maar kan lopen van 1-13). Broedduur: 24-32 dagen. Het nest is een ondiep kuiltje in de buurt van water, bedekt met mos, donsveertjes en takjes. Broedt in paartjes of in losse groepen. De jongen kunnen na 52-70 dagen vliegen.
Daar waar voedselrijke wateren zijn, komen wilde eenden voor. Meestal wordt het nest in de buurt van water gemaakt, onder struiken en tussen planten, in boomholtes, maar ook met enige regelmaat in tuinen. Wilde eenden hebben een voorkeur voor zoet water, maar beperken zich daar niet toe. Ze zijn onder meer te vinden in boerensloten, kanalen, rivieren en vennen. Het water dient niet meer dan een meter diep te zijn voor hen om voedsel in het water te kunnen vinden.
Wilde eenden eten zowel waterplanten als grassen en kleine waterdiertjes. De soort is omnivoor en eet wat er voor handen is. In het water zoeken ze naar voedsel door gedeeltelijk onder water te duiken, op het land grazen ze gras.
Wilde eenden die in Nederland broeden zijn, net als in andere regionen met een gematigd klimaat, voornamelijk standvogels. Ze trekken slechts over kleine afstanden bij slechte weersomstandigheden. Eenden uit noordelijker streken trekken wel naar het zuiden wanneer het koud begint te worden. De wilde eenden uit ons land wijken uit naar continentaal Europa, Groot-Brittannië en Ierland.
zeer talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | wintergast in zeer groot aantal
De wilde eend is de algemeenste watervogel van Nederland. Het aantal wilde eenden is aan enige schommelingen onderhevig. Bovendien vertoont de soort in verschillende habitats een andere trend. Sovon heeft berekend dat de soort in het duingebied, door verdroging als gevolg van drinkwaterwinning, achteruit is gegaan, maar deze achteruitgang wordt gecompenseerd door een toename in het agrarisch gebied. Sinds ongeveer 1990 nemen de aantallen om onduidelijke redenen af, sinds 2000 met zo'n 20%. Ook het aantal vogels dat 's winters wordt geteld in Nederland neemt af sinds ongeveer 2000. De oorzaak kan liggen in gemiddeld zachtere winters, waardoor Noord-Europese broedvogels vermoedelijk minder neiging hebben om in Nederland te overwinteren.
Aantal broedparen | 180.000-280.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 530.000-700.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 450.000-550.000, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In boerensloten en parken goed te zien. De kunst is daarbij om ze te onderscheiden van de 'soepeenden', wilde eenden die gemengd zijn geraakt met gedomesticeerde eenden.
De soort komt over grote delen van het noordelijk halfrond voor. Zo ook in vrijwel alle boreale en gematigde klimaatgebieden van Europa en Noord-Amerika. De wilde eend is daarnaast in diverse landen geïntroduceerd als siervogel of om als voedsel te dienen.
Bedreigingen voor de wilde eend zijn onder meer watervervuiling, het verlies of veranderd beheer van natte gebieden en de jacht.
Vogelbescherming zet zich in voor de waterrijke gebieden van Nederland waar ook de wilde eenden verblijven. Dan gaat het zowel om waterkwaliteit, rustgebieden als de beschikbaarheid van voedsel. Onze inzet is om deze algemene vogel ook algemeen te houden. Daarnaast heeft Vogelbescherming zich altijd ingespannen om de wilde eend van de jachtlijst af te krijgen. Dat is met de in 2016 bekend geworden achteruitgang met zo'n 20% sinds 2000 des te urgenter geworden.
De overheid kan de wilde eend van de jachtlijst afhalen en provincies zouden geen ontheffingen moeten verlenen in het kader van schadebestrijding. Wilde eenden kunnen erg goed vliegen en vinden makkelijk voedselgebieden. Ze hoeven niet bijgevoerd te worden. Hoewel ze dankbaar gebruik maken van brood, is dat af te raden omdat er zout in het brood zit. Als u toch wilt bijvoeren, bied dan een granenmengsel aan.
De wilde eend is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn wilde eenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de wilde eend is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
De wilde eend is onder de Wet natuurbescherming aangewezen als soort die onder strikte voorwaarden mag worden bejaagd door jachtgerechtigden gedurende bepaalde periodes van het jaar (van 15 augustus tot en met 31 januari). Verder is de wilde eend door een aantal provincies onder de Wet natuurbescherming aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante provinciale verordeningen is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Verschillende natuurgebieden zijn voor deze soort aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in onderstaande database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal