Black-throated Loon, Gavia arctica - Duikers (Gaviidae)
De parelduiker is veel zeldzamer dan de roodkeelduiker. Hij wordt vooral langstrekkend aan de kust gezien, soms ook in het binnenland.
Parelduikers hebben in zomerkleed een fluweelachtige grijze kruin en achterhals, zwarte keel en een duidelijk patroon van witte blokken op de bovendelen. In winterkleed minder opvallend: heeft niet het 'witte gezicht' van de roodkeelduiker. Heeft vaak een opvallende witte vlek op de achterflank. Steil voorhoofd, met afgerond achterhoofd. Snavel horizontaal, bij roodkeelduiker iets omhooggehouden. Dikke hals en volle borst.
In het broedseizoen een luide, ritmische, hoge baltszang; daarnaast ook lange, klaaglijke en grommende geluiden, vooral 's nachts.
63-75 cm (excl. 10 cm poten), spanwijdte 100-122 cm
Broedtijd april-juni. Eén legsel met 2-3 eieren. Broedperiode 28-30 dagen. Jongen zijn nestvlieders en worden lang gevoerd door beide ouders. Vliegvlug na 60-65 dagen. Broedt niet in kolonies, paren zijn sterk territoriaal. Nest een stapel waterplanten direct aan het water. Hier vluchten ze naartoe bij onraad.
In de winter te vinden in ondiepe kustzeeën en rustige baaien, zelden op volle zee. Soms in het binnenland op plassen en meren. In de broedtijd op tamelijk grote, diepe meren, liefst met eilandjes. Vooral in de taigazone en in het boreale gebied, veel minder in de toendrazone.
Vooral vis, waaronder donderpadden, stekelbaarzen, haring, sprot, kabeljauw, baars, forel en alver. Soms waterinsecten, mollusken, kreeftachtigen en plantaardig materiaal.
Trekt zowel overdag als 's nachts. In Nederland vooral aan de kust, soms in het binnenland. Najaarstrek van september tot in december, maar verplaatsingen zijn de hele winter mogelijk. In voorjaar vooral februari, tot in april-mei; dan vaak in zomerkleed.
doortrekker en wintergast in zeer klein aantal
Aantal broedparen |
Wordt vooral langsvliegend gezien tijdens zeetrektellingen. Aantal overwinteraars te klein om een trend vast te stellen, maar lijkt redelijk stabiel in aantal, met weinig schommelingen van jaar op jaar. In Europa als geheel nemen de aantallen af.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Overal langs de kust op trek te zien, maar vaak moeilijk te onderscheiden van de veel talrijkere roodkeelduiker. Met rustig weer soms foeragerend te zien, vooral in het Deltagebied (Brouwersdam). Soms langdurig aanwezig in het binnenland, op plassen en grote meren.
Broedt in Schotland, Fenno-Scandinavië en Rusland. Het overwinteringsgebied strekt zich uit in zuidelijke richting tot de kust van Noordwest Spanje en de Middellandse Zee.
In broedgebieden bedreigd door verzuring van viswater, vervuiling met zware metalen en schommelingen van de waterstand (vooral tijdens het broeden). Op sommige plaatsen laag broedsucces door menselijke verstoring (waterrecreanten). Buiten de broedtijd kwetsbaar voor olievervuiling, vooral waar parelduikers zich verzamelen op rijke visgronden. Verdrinkt soms in visnetten. Mijdt windparken op zee.
Vogelbescherming pleit voor het instellen van zeereservaten, duurzame en ecologisch verantwoorde visserij, zorgvuldige planning van windparken op zee en zo schoon mogelijke zeeën.
Vermijd verstoring van broedende vogels in de broedgebieden. Parelduikers zijn daar erg gevoelig voor.
De parelduiker is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn parelduikers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de parelduiker is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Een natuurgebied dat door de parelduiker wordt gebruikt als foerageergebied is aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Dat is de Noordzeekustzone. Voor dit gebied gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal