Little Crake, Zapornia parva - Rallen (Rallidae)
Het klein waterhoen is de zeldzaamste ral die in Nederland broedt. Er zijn maar enkele bewezen broedgevallen van deze soort in Nederland, in Oost-Europa is het klein waterhoen algemener. Net als andere rallen leidt het klein waterhoen een verborgen leven in het moeras. Meestal kan alleen door middel van het horen van de zang zijn aanwezigheid worden aangetoond.
In het voorjaar het best te herkennen aan de zang: een luid, helder beginnend geblaf, afstervend en versnellend "kWÈ- -kwè--kwè-kwè-kwè-kwè-kwè-kwè".
In het najaar soms te zien langs slikranden van rietkragen. Dan te onderscheiden door lange tenen, bruine en zwart gestreepte bovendelen, korte geelgroene snavel met rood aan snavelbasis en ook korte vleugels; adulte man heeft loodgrijze onderdelen en vrouw beige onderdelen en witte keel. Jonge vogels hebben enige wit-bruine bandering op flanken, doorlopend naar onderstaart.
Zang: een luid beginnend geblaf, afstervend en versnellend "kWÈ- -kwè--kwè-kwè-kwè-kwè-kwè-kwè". Roep bestaat uit verschillende variaties van de "kwè"-klank uit de zang.
18-20 cm
Territoriaal. Broedt van mei - augustus, heeft vaak twee legsels van 7-9 eieren. Broedduur 21-23 dagen, maar 15-17 dagen per ei, doordat er één ei per dag wordt gelegd. Beide ouders bebroeden de eieren. Nest is een ondiepe beker van plantaardige stengels en bladeren; geplaatst in dichte vegetatie in de buurt van of boven water, vaak op pol of laag van dood plantmateriaal. De jongen zijn nestvlieders. Na een aantal dagen kunnen ze zelf eten zoeken. Ze kunnen na 45-50 dagen vliegen.
Moeras, rietland en ruigte; oude rietvelden met lisdodden die grotendeels onder water staan. Leefgebied lijkt op dat van waterral.
Voornamelijk insecten, zoals spinnen en waterkevers, maar ook wantsen en bladluizen, netvleugeligen en larves van vliegen. Soms ook zaden van waterplanten, wormen, spinnen en jonge plantenscheuten. Foerageert vaak al klauterend door het riet of over een slikrand, maar kan ook zwemmen.
Lange-afstandstrekker. Broedt van Oost-Europa tot Kazachstan, trekt in september richting zuid-Iran, Pakistan en Afrika, maar over de winterverspreiding in Afrika is niet veel bekend. Gevallen bekend in Senegal, Niger, Nigeria, Oeganda en Kenia. Keert terug in april, rond de Middellandse Zee soms al eind maart.
Slechts een paar zekere broedgevallen in Nederland bekend. Bijna jaarlijks worden zingende vogels gehoord.
Aantal broedparen | 0-8 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Soms in net ontwikkelde natte natuurgebieden, grotendeels 's nachts actief. Wordt bijna jaarlijks in de Weerribben waargenomen.
Komt her en der verspreid in Europa voor, maar grote aantallen zijn alleen in Oost-Europa te vinden.
In Nederland zijn slechts enkele broedgevallen bekend. Op Europees niveau geldt de soort niet als bedreigd door het grote verspreidingsgebied en een stabiele trend.
Vogelbescherming heeft met het Beschermingsplan Moerasvogels een belangrijke bijdrage geleverd aan het beheer van geschikte leefgebieden in Nederland. Daarnaast hebben we met andere natuurorganisaties bijgedragen aan het instellen van ‘klimaatbuffers'. Klimaatbuffers spelen in op de veerkracht van ecosystemen om zich aan te passen aan veranderingen. Zo kan men in moerasgebieden water opvangen in tijden van overstromingen, terwijl ze water kunnen leveren in tijden van droogte. En tegelijkertijd staan deze gebieden garant voor prachtige natuur. Via een netwerk van vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming een vinger aan de pols in de voor vogels belangrijke 'natte' gebieden in Nederland.
Terreinbeheerders kunnen maatregelen nemen waar het klein waterhoen van kan profiteren. De belangrijkste actie die ondernomen kan worden, is het tegengaan van de verdroging van veel potentiële leefgebieden. Vogelaars kunnen helpen met het in kaart brengen van aantallen en broedgevallen in Nederland. Zoek daarvoor bij Sovon naar 'Nacht van de rallen'.
Het klein waterhoen is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, is het klein waterhoen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van het klein waterhoen is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen op grond van de Wet natuurbescherming. De soort komt slechts in beperkte mate in Nederland voor.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal