Western Great Egret, Ardea alba - Reigers (Ardeidae)
De grote zilverreiger is van oorsprong een vogel uit het oostelijke, mediterrane gebied. Door het beschikbaar komen van geschikte leefgebieden heeft deze hagelwitte reiger zijn verspreiding inmiddels uitgebreid tot in Nederland. De Oostvaardersplassen vormen hier het belangrijkste bolwerk. Dit gebied is de springplank vanwaar andere gebieden inmiddels gekoloniseerd worden. Met name in de winter zijn grote aantallen te vinden in weidegebieden, die waarschijnlijk zowel uit Oost- (Polen), Zuidoost- (Oostenrijk/Zwitserland), als Zuid-Europa (Frankrijk) komen.
Grote witte reiger, die voor weinig vergissing kan zorgen. Lange gele snavel en doorgaans zwarte poten. In de broedtijd worden gedurende een korte periode de poten rood en de snavel zwart. Geen verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Vooral in het broedseizoen een rollend "krraahh".
80-102 cm, spanwijste 140-170 cm
Broedt van april tot juni bij voorkeur in kolonies in rietmoerassen, oeverzones van meren en plassen, bossen langs rivieren (ooibossen) en aan kusten bij de mondingen van rivieren. Om te nestelen heeft de grote zilverreiger een flinke hoeveelheid overjarig riet nodig, maar geregeld worden ook wilgen gebruikt om het nest in te bouwen. In één legsel worden 3-4 eieren uitgebroed in 25-26 dagen, en na 40-60 dagen zijn de jongen volgroeid. Desalniettemin maken ze al lopend/klimmend uitstapjes van het nest na 20-30 dagen.
In de broedtijd is de grote zilverreiger vaak te vinden in rietmoerassen en ooibossen. In de winter is hij in Nederland op veel meer plekken te zien, als de vogels uit Zuid- en Oost-Europa hier komen overwinteren. Dan gebruiken ze voedselrijke weilanden en sloten om te foerageren. Doordat ze in groten getale overnachten op slaapplaatsen (bijvoorbeeld Biesbosch) worden hier vaak slaapplaatstellingen gehouden
Divers, voornamelijk vis, maar ook kikkers, muizen, kleine vogels en mollen. Foerageert actiever dan de blauwe reiger op vis in poelen, sloten en ander ondieper water, soms op muizen in grasland.
Zeer uitgebreide trekbewegingen na de broedtijd, grote aantallen uit Europa overwinteren in Nederland en de rest van waterrijke (kust)gebieden/estuaria in Europa. Bij weersveranderingen (vorst/sneeuw) in de winter volgen vaak grote trekbewegingen naar het zuiden.
zeer schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | wintergast in vrij klein aantal
De enige grote kolonie in Nederland (Oostvaardersplassen) is stabiel, breidt zich nog maar langzaam uit naar andere plaatsen (bijvoorbeeld De Wieden). Het aantal overwinterende grote zilverreigers blijft elk jaar stijgen.
Aantal broedparen | 300-340 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 8100-16.500 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 9600-18.600, okt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In de winter bijna overal waar zoet water is aan treffen. Vooral in polders en in uiterwaarden.
In Europa is de soort vooral talrijk in Zuidoost-Europa en de landen rond de Zwarte Zee. Het broedgebied wordt ruwweg begrensd door de 20 graden Celsius Juli-isotherm. Veruit de meeste grote zilverreigers broeden in Oekraïne, gevolgd door Hongarije, Oostenrijk en Roemenië.
De aantallen grote zilverreigers zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen in Europa als gevolg van wettelijke bescherming en het netwerk van Natura 2000. Tegenwoordig behoren ze tot de gebruikelijke invulling van ons Hollands winterlandschap. De soort is als broedvogel gebaat bij groot, nat en rustig rietland in combinatie met een rijke fauna van kleine vissen en ongewervelde dieren. De Oostvaardersplassen zijn en blijven vooralsnog het belangrijkste broedgebied voor de grote zilverreiger. In 2014 broedden drie paartjes in het Lepelaarplassengebied als gevolg van eerdere herinrichtingsmaatregelen in het kader van het Beschermingsplan Moerasvogels. Sinds 2017 staat de soort niet meer op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels.
Vogelbescherming heeft zich enorm ingespannen voor de kwaliteit van moerasgebieden. Onder meer door het opstellen van een Beschermingsplan Moerasvogels en door actieve inbreng bij de beheerplannen van Natura 2000-gebieden. Een vogel als de grote zilverreiger heeft daar ook van geprofiteerd. Voor het beschermen van belangrijke wetlands heeft Vogelbescherming een netwerk van vrijwillige WetlandWachten. Zij fungeren als ogen en oren in het veld en rapporteren over misstanden en treden dan ook op met hulp van Vogelbescherming. Ook adviseren zij over beheermaatregelen. Vogelbescherming zet zich via BirdLife International in voor internationale vogelbescherming en bescherming van trekwegen.
Overheden en terreinbeherende organisaties kunnen de grote zilverreiger helpen aan geschikt broedgebied (uitgestrekt, nat en overjarig rietland). Maar daarnaast heeft de grote zilverreiger, zoals de ervaring leert in de Oostvaardersplassen, ook behoefte aan geschikte foerageerplaatsen, met een rijke fauna van kleine vissen en ongewervelde dieren. Dit vraagt om een hoge waterkwaliteit en voldoende rust.
De grote zilverreiger is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grote zilverreigers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grote zilverreiger is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende broedgebieden van de grote zilverreiger zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Het gaat om Biesbosch, Deelen, Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, Oostvaardersplassen en Veluwerandmeren. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal