Purple Heron, Ardea purpurea - Reigers (Ardeidae)
De purperreiger is een sierlijke reiger met een fraai uiterlijk. Hij is donkerder, iets kleiner maar vooral slanker dan de bekende blauwe reiger. In vlucht vallen vooral de ver uitstekende poten met lange tenen op. De purperreiger is een moerasbewoner en broedt in kolonies in drassig, overjarig rietland en in door oud riet omgeven struweel. Het voedsel bestaat vooral uit vis en amfibiën, die in ondiep open water gevangen worden. Het zijn trekvogels, die overwinteren in West-Afrika ten zuiden van de Sahara. Purperreigers zijn een stuk zeldzamer dan de algemene blauwe reiger.
De purperreiger heeft een kenmerkende bruinoranje nek met zwarte strepen. Het mannetje lijkt zeer veel op het vrouwtje, maar is gemiddeld iets groter. Verder hebben de sierveren witte punten. Jonge vogels zijn geelbruin en houden een bruin kleed tot en met het tweede jaar. De vlucht is wat grilliger dan blauwe reiger, waarbij de vleugels ook iets geknikter worden gehouden. De ver uitstekende poten met lange tenen vallen op, net als de meer gehoekte 'keelzak' dan bij de blauwe reiger.
Minder zwaar en heser dan blauwe reiger.
78-90 cm, spanwijdte 120-150 cm
Broedt van april tot juni. Legt 2 tot 8 bleek-blauwgroene eieren. Man en vrouw broeden deze vervolgens in 25 - 30 dagen uit. Het broeden start vanaf het eerste ei dat wordt gelegd, waardoor de jongen opeenvolgend uit het ei komen. De jongen kunnen na 45 - 50 dagen vliegen en worden tot zo'n twee weken na uitvliegen door beide ouders verzorgd. Bij reigers is het normaal dat het laatstgeboren jong niet overleeft door rivaliteit onder de jongen (waarbij oudere, sterkere jongen de zwakkere nestgenoten verdringen). De oudst levende wilde vogel die bekend is, was 23 jaar.
Purperreigers broeden in moerassen met veel riet en struikgewas. De nesten worden in kolonies gemaakt, op een veilige plaats in uitgestrekt rietland waar oud riet en wilgenstruiken worden benut. Het voedsel wordt gezocht in ondiep water met een rijke oeverbegroeiing. Nederland vormt de uiterste noordwestgrens van het verspreidingsgebied. Europese broedvogels trekken weg naar Afrika om te overwinteren.
Viseter, vangt vooral vis van circa 2 tot 15 centimeter, bij uitzondering groter. Ook kikkers, waterinsecten en (rivier)kreeftjes, muizen, mollen, hagedissen en wat de reiger verder voor de snavel komt. In de typische laagveen-broedgebieden van de purperreiger vormen modderkruipers (de grote modderkruiper is een bedreigde vissoort van de 'rode lijst') soms een substantieel deel van het menu.
Trekt na het broedseizoen in augustus-september weg naar Afrika, waar ten zuiden van de Sahara niet-trekkende soortgenoten worden opgezocht. Er is uitstekend onderzoek gedaan (met behulp van zender- en loggertechnologie) om de preciese trek van purperreigers in kaart te brengen. Hiermee is veel kennis over de gekozen routes en strategie verzameld. Zo blijken de routes tussen individuele vogels sterk te verschillen. Trek vindt vooral 's avonds en 's nachts plaats. Voorjaarstrek van maart tot in mei.
schaarse broedvogel | wegtrekkend
In de laagveengebieden van Nederland zijn zo'n 30 kolonies van purperreigers. In de grootste kolonies zijn tussen 100 en 200 paartjes te vinden. De Nederlandse populatie kelderde tussen 1970 en 1990 van minimaal 900 paar tot nog slechts 220. De oorzaken lagen vooral buiten Nederland, in de overwinteringsgebieden. De Sahelregio in Afrika kampte met jarenlange droogten. Toch waren de broedgebieden in Nederland (en de rest van Europa) ook niet optimaal in orde, waardoor er weinig mogelijkheid tot vlot herstel was. Vanaf 1990 gaat het zowel in de Sahel als in het Nederlandse broedgebied weer beter en neemt de populatie toe.
Aantal broedparen | 1150-1200 (in 2022) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1-5 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Bolwerken van de purperreiger zijn de Nieuwkoopse Plassen (Zuid-Holland) en de Zouweboezem (Utrecht). Hier zijn ontmoetingen met purperreigers kansrijk. Ook in de Weerribben, Wieden, Alde Faenen en andere grote laagveengebieden komen purperreigers voor.
Nederland vormt de uiterste noordwestgrens van het leefgebied. Buiten Europa komen bovendien grote populaties (die niet trekken) voor in Afrika. Het leefgebied strekt zich van Nederland uit over heel Europa, maar de soort komt nergens echt noordelijker voor dan Nederland. In Zuidoost- en Zuid-Europa komen ook flinke populaties voor in geschikte, grote natte leefgebieden.
Nederland is belangrijk voor moerasvogels; een flink deel van de West-Europese populatie broedt in ons kleine land. De laagveenmoerassen van Friesland, Overijssel en het Groene Hart zijn voor purperreigers van belang. Sinds 2017 staat de soort niet meer op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels.
Met het Beschermingsplan Moerasvogels voorzag Vogelbescherming in een bundeling van kennis en beheeradviezen waarmee terreinbeherende organisaties vervolgens aan het werk gingen. Met als resultaat dat de kennis om ze effectief te beschermen enorm is toegenomen.
Purperreigers profiteren van goed beheerde natuurgebieden, een verantwoordelijkheid van overheden en terreinbeheerders.
De purperreiger is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn purperreigers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de purperreiger is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
De Wet natuurbescherming bevat een aantal verboden handelingen die van toepassing zijn op alle inheemse vogels. Deze verboden gelden in heel Nederland. De wet verbiedt:
Overtreding van deze verboden is een economisch delict en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. De verboden worden ook bestuursrechtelijk gehandhaafd. Uitzonderingen op de verboden zijn opgenomen in de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De wet voorziet in een algemene bevoegdheid voor de provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om onder strikte voorwaarden een ontheffing of vrijstelling te verlenen van de verboden (artikel 3.3).
Verschillende broedgebieden van de purperreiger zijn aangewezen en beschermd op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Het gaat om Alde Feanen, Boezems Kinderdijk, De Wieden, Deelen, Naardermeer, Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, Oostelijke Vechtplassen, Weerribben, Zouweboezem en Zwarte Meer. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle plannen, projecten en andere handelingen die mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal