Navigatie overslaan
Graspieper / Jelle de Jong Alle berichten

Wat piept daar…?

Geplaatst op 28 maart 2014

Ze zijn de frustratie voor menig beginnend vogelaar: piepers! Het zijn kleine, bruine, onopvallende en vliegensvlugge vogels. Sommige soorten lijken ergerlijk veel op elkaar. De twee meest algemene in Nederland zijn graspieper en boompieper. Laten we die twee eens nader bekijken.

Boompieper en graspieper zouden een tweeling kunnen zijn, zozeer lijken ze op elkaar. Ze zijn ongeveer zo groot als een vink. Dat wil zeggen: de boompieper is een halve centimeter kleiner dan de vink en de graspieper is weer een halve centimeter kleiner dan de boompieper. Maar wie ziet dat nou?
Beide piepers hebben een bruin gestreepte rug en dito vleugels, een bruine kop en zwartbruin gestreepte borst. De borst van de boompieper is bovenaan misschien ietsje geler. Maar ze blijven bedrieglijk veel op elkaar lijken. Zoals vaker met vogels kijken, geldt hier: gebruik vooral ook je oren!

Als een parachutist

Maar behalve z’n zang zijn er andere aanwijzingen die kunnen helpen om boompieper en graspieper te onderscheiden. De boompieper zingt bijvoorbeeld vanaf een boomtop. Vliegt met snelle vleugelslag omhoog, om dan zingend en als aan een parachuutje langzaam te dalen naar de plek vanwaar hij vertrok. Een fraaie baltsvlucht met een zeer kenmerkend melodietje, dat een beetje klinkt als van een vink. Trillende, eerst versnellende reeksen, die overgaan in een luid en ver dragend, langgerekt siea-siea- siea-sie.

Biotoop

Ook de biotoop waar je de soort waarneemt, kan helpen. Boompiepers komen in een grote verscheidenheid aan leefgebieden voor. Van heideterreinen, hoogvenen, duinen, open bos tot golfbanen. En van grote kapvlaktes tot cultuurlandschappen met wegbeplanting en kleine bosschages. Maar houd in het voorjaar dus altijd de toppen van de bomen in de gaten.

Vertrek vanaf de grond

De graspieper is minder parachutist dan de boompieper, maar doet wel zijn best. Ook hij kent een typische zangvlucht, waarbij de vogel bijna altijd vanaf de grond opstijgt. Een aantal meters boven de grond daalt hij weer langzaam als aan een parachute neer. Maar om het niet al te gemakkelijk te maken, gebruikt een graspieper ook wel een zangpost in een struik of vanaf een hek. Zijn zang klinkt eenvoudiger en wat mechanischer dan van de boompieper. Meestal in drie delen: versnellende serie snelle tsip-roepen, ijlere langgerekte tsuuht-roepen en een snorrende triller.
De graspieper is meer een vogel van open graslanden, moerassen en heidevelden. Behalve de iets andere zang, blijft het vertrekpunt van de zangvlucht (grond of boom) toch het beste hulpmiddel om deze twee piepers te onderscheiden.

Luister naar de geluiden van de boompieper en graspieper in onze vogelgids.