Navigatie overslaan
Neststeen met huismus / Frans Hijnen

Vogels weten Brabantse neststenen te vinden

Moderne gebouwen bieden steeds minder leefruimte voor vogels en vleermuizen. Daarom zetten de vijf grootste Brabantse steden zich in om neststenen en vleermuiskasten in te bouwen bij nieuwbouw of renovatie, samen met de provincie Noord-Brabant, de Zoogdiervereniging en Vogelbescherming Nederland. Met succes, blijkt uit monitoring door vrijwilligers. De vogels weten de neststenen al goed te vinden. Vleermuizen hebben iets meer tijd nodig, maar ook zij lijken belangstelling te hebben voor de nieuwe woonruimte.

Huismussen en gierzwaluwen

In Eindhoven zagen vrijwilligers dat verschillende locaties al werden bezet door huismussen. Die zitten niet alleen in de neststenen maar hebben soms na renovatie ook weer hun plekje onder de dakpannen gevonden. In Helmond werden gierzwaluwen dicht bij de neststenen gezien en mogelijk is er al eentje in gebruik. Dat is voor gierzwaluwen snel, meestal doen zij er langer over om nieuwe nestplekken te verkennen en in gebruik te nemen. Dat is dus veelbelovend.

De neststenen zijn ook gewild bij andere soorten dan waarvoor ze bedoeld zijn. In plaats van de gierzwaluw of de huismus hebben in sommige stenen bijvoorbeeld koolmezen, spreeuwen of zwarte roodstaart hun intrek genomen. In Breda hadden de beoogde vogelsoorten de nieuwe nestplekken nog niet gevonden, maar deze locaties zijn ook pas in 2021 opgeleverd. De huismus is al wel in de omgeving gezien dus de kans is groot dat ze de onderkomens binnenkort zullen ontdekken.

Vleermuizen

Vleermuizen hebben over het algemeen meer tijd nodig om nieuwe verblijfplaatsen in gebruik te nemen. Ook is hun aanwezigheid pas goed te zien als ze er al wat langer zitten. Het is dus nog wat te vroeg om al conclusies te trekken over het succes van de vleermuiskasten, maar de eerste tekenen stemmen hoopvol: In Helmond werden al vrij snel uitwerpselen van een dwergvleermuis onder een vleermuiskast gevonden. In de overige steden werden nog geen sporen van bewoning door vleermuizen gezien. In de komende jaren blijven vrijwilligers de ontwikkelingen volgen.

Brabantse steden steeds vogel- en vleermuisvriendelijker

Vogels als de huismus en gierzwaluw zijn, net als sommige vleermuissoorten, grotendeels afhankelijk van onze bebouwing. Al eeuwen broeden zij in de gaten en kieren in onze muren en daken. Door het isoleren van huizen en het steeds strakker bouwen zijn die broed- en verblijfsplekken zo goed als verdwenen. Daardoor zijn deze gebouwenbewoners flink in aantal afgenomen.

In Eindhoven, Tilburg, Helmond, Breda en Den Bosch worden sinds 2017 nieuwe nest- en verblijfsplekken voor vogels en vleermuizen gecreëerd. Al 1170 van de 1845 beoogde voorzieningen zijn geplaatst, de rest volgt in de komende tijd. Vrijwilligers monitoren elk jaar de resultaten. Hun waarnemingen geven inzicht hoe de neststenen en inbouwkasten door verschillende soorten worden gebruikt, en helpen zo om de soorten beter te beschermen.