Navigatie overslaan
Beleef de Lente Alle berichten

RIP Benjamin, het nestdotje

Geplaatst op 28 juni 2016

Even slikken voor de kijkers van Beleef de Lente. Op het einde van het seizoen krijgen ze toch nog het nodige drama te verwerken. Drie jonge kerkuilen redden het niet en dienen en passant ook nog als voedsel voor de rest van het kroost. Zielig? Nee, planning van de natuur. Dit soort nestdotjes zijn ten dode opgeschreven en worden zelden groot.

Benjamin was zijn naam. Althans zo noemen de kijkers van Beleef de Lente het kleinste kerkuilenjong. Met zes grotere broers en zussen had dit jong geen schijn van kans. Er is een naam voor dit soort nakomertjes: nestdotjes. Sterk geboren, maar als laatste in de rij, hebben ze weinig kans om op te groeien. Ook twee andere kuikens zijn inmiddels dood en dienden daarna als voer voor de overgebleven jongen.

Broedstrategie

Het is een broedstrategie die je vooral bij roofvogels en uilen ziet. Direct na het leggen van het eerste ei wordt er begonnen met broeden en de eieren komen dan ook na elkaar uit. Het leeftijdsverschil en de kracht van de jongen kan daarom enorm verschillen. Is er genoeg voedsel dan is de kans groot dat alle jongen opgroeien: een succesvol jaar. Is er weinig voedsel, dan geldt het recht van de sterkste. Gaat het kleinste jong dood, dan is er een extra voedzaam maaltje beschikbaar voor de overige jongen. En dat vergroot weer hun overlevingskansen, zo efficiënt is de natuur dus.

Tuinvogels

Ook sommige tuinvogels passen deze strategie toe, maar dan op andere wijze. Ze beginnen met een iets te groot gezin. Denk aan de koolmees van Beleef de Lente. Ze legt een enorm aantal eieren en creëert daarmee een nest vol bedelende snaveltjes. Is het een goed jaar, dan groeien ze allemaal op. Zo niet, dan zit het nakomertje moederziel alleen in de hoek en vist het constant naast de hapjes die aangedragen worden. Het is een gruwelijk idee, deze broedstrategie, maar als je er langer over nadenkt óók een logische. Vooraf weet je nooit hoe het broedseizoen gaat verlopen, dus je zorgt voor zoveel eieren als je aankunt.

Kauwen

Bij kauwen pakt deze broedstrategie weer anders uit. Zij gaan niet zoals roofvogels direct beginnen met broeden of leggen zoals de koolmees zoveel mogelijk eieren. Nee, zij geven de eieren een verschillende grootte mee. Kauwen leggen meestal vier a vijf eieren. Na het tweede ei neem het volume per ei af. Het laatste ei is het kleinst en dit jong heeft daarmee de kleinste kans om uit te vliegen. In het verleden is een onderzoek naar deze broedstrategie gedaan. Daarbij zijn de eieren tussen de verschillende nesten verwisseld: eieren van dezelfde grootte bij elkaar, om de jongen zo gelijke kansen te geven. En wat blijkt? De jongen gaan met elkaar de strijd aan, de ouders kunnen het niet bolwerken, er wordt voedsel verspild en uiteindelijk valt er daardoor ook een jong af. Alleen heeft het de ouders en de jongen onnodig veel energie gekost.

Zo’n nestdotje ziet er dus zielig uit, maar de broedstrategie die er achter schuilgaat is natuurlijk en heel efficiënt.