Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Oehoe

Live

Vijver

Live

Kerkuil

Live

Slechtvalk

Live

Ooievaar

Live

Bosuil

Live

Torenvalk

Live

Visarend

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Binnenkort

Koolmees

Binnenkort

Merel

Toon alle blogs & vlogs

Tsjirpen en meer

Mary Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | donderdag 9 mei 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1085x

Op Bevrijdingsdag kroop het vierde kuiken uit het ei gevolgd door het vijfde kuiken op zeven mei. Het eerste geboren kuiken gaat inmiddels de tweede week in. De eerste geluidjes zijn hoorbaar.
Foto Hans Menop

De eerste geluidjes

De kuikens die uit het ei zijn maken hele zachte geluiden. Die hebben vele benamingen. Het eerste geluid dat een jonge kerkuil laat horen, wanneer het uit het uit het ei is gekomen, is een “rinkelend” getsjilp, gecombineerd met piepende, krassende en klokkende kreten: tsjirpen.

Het tsjirpen is gedurende de eerste weken een opvallend en karakteristiek geluid bij de jonge uilen. Het geluid wordt veelal gehoord vlak vóór, tijdens en na het voeren van de jongen door vrouw kerkuil. Ook wanneer één van de jonge uilen niet onder de beschermende vleugels van vrouw kerkuil zit, laat ze, in het ritme van de ademhaling, het getsjirp horen. De geluiden van de jonge kerkuilen krijgen in de literatuur allerlei namen: “Zirpen”, “Piepen”, "Pépie", “Zirplaut”, “Wimmern”, “Chittering”. Het tsjirpen omvat een scala aan fijne geluidjes.

Tegen het einde van de eerste levensweek krijgt het blazen geleidelijk de overhand.

Tweede week

Vanaf de zevende dag produceert een jong van de kerkuil de eerste braakbal. Die braakballen zijn lang en smal en wegen nog geen gram. De inhoud bestaat grotendeels uit haren met een enkele maal kleine botjes.

Tegen het einde van de tweede week maakt de eerste witte donslaag van de kuikens, die het lichaam nooit volledig heeft bedekt, plaats voor een tweede, die gelig-wit tot hagelwit van kleur is.

 

 

Foto André Eijkenaar

Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs