Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Vijver

Live

Kerkuil

Live

Slechtvalk

Live

Ooievaar

Live

Bosuil

Live

Torenvalk

Live

Visarend

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Binnenkort

Koolmees

Binnenkort

Merel

Veelgestelde vragen

Heeft u een vraag over een van de Beleef de Lente vogelsoorten, die hier niet
beantwoord wordt? Stel hem op de webpagina van die soort (naast het live beeld).

Oehoe

Het netvlies van het oog van een uil heeft een overvloed aan lichtgevoelige, staafvormige cellen die "staafcellen" worden genoemd. Hoewel deze cellen zeer gevoelig zijn voor licht en beweging, reageren ze niet goed op kleur. Cellen die wel reageren op kleur worden "kegel" -cellen genoemd (in de vorm van een kegel), en het oog van een uil bezit er weinig, dus de meeste uilen zien in een beperkte kleur of in zwart-wit.

Omdat Oehoes een buitengewoon nachtzicht hebben, wordt vaak gedacht dat ze blind zijn in sterk licht. Dit is niet waar, omdat hun pupillen een groot aanpassingsbereik hebben, waardoor de juiste hoeveelheid licht op het netvlies valt. Het is zelfs zo dat Oehoes beter zien dan mensen bij helder licht.

Deze informatie en nog veel meer, kun je vinden op de site van OWN, OehoeWerkgroep Nederland.

Dat is inderdaad de bedoeling. Na ongeveer vier weken zijn de poten al sterk ontwikkeld en zal er - net als voorgaande jaren op dit nest - geringd worden.

Dat is inderdaad de bedoeling. Na ongeveer vier weken zijn de poten al sterk ontwikkeld en zal er - net als voorgaande jaren op dit nest - geringd worden.

De bodem van de bak bestaat uit hardhouten latten met daartussen kleine kiertjes die voor de afwatering zorgen. In de bak is een laagje grind gedaan met daar bovenop nog een laagje houtspaandermateriaal. Mogelijk zijn de kieren door het nestmateriaal en het erop zitten door vrouw oehoe wat dichtgeslibd, waardoor de afwatering toch wat te wensen over laat.

Maar gelukkig dient vrouw oehoe als een paparaplu voor de eieren en straks voor haar jongen.
De veren van vogels zijn zo gebouwd dat de haartjes van de veren en de veren zelf elkaar ook deels bedekken. Als een soort dakpannen. Daarnaast hebben ze een stuitklier vanwaar uit ze een vettige substantie uitsmeren over hun veren. De veren worden zo waterafstotend, en hierdoor zullen vogels, en dus ook de oehoe, niet al te veel last van de regen hebben.

 

Die brengt ze naar een voorraadplek. Dat kunnen meerdere plekjes zijn; bijvoorbeeld een holte in een boom, een gevorkte tak of een andere plek die veilig voelt. In principe wordt tijdens de broedperiode geen prooi bewaard op of rond het nest om het nest schoon te houden. Het is best wel bijzonder dat deze vrouw oehoe dat wel al regelmatig gedaan heeft.

 

Dikkie Dik: 02/04 - 11u23 X

leukevenkijken: 02/04 - 14u00 X

Sonja13: 03/04 - 03u13 X

Cinnepin: 03/04 - 05u20 X

Anna67: 03/04 - 14u00 X

KittyV84: 03/04 - 15u00 X

AnjaVanDijk: 04/04 - 04u04 X

PaulienR: 04/04 - 06u00 X

Marjo 6.0: 04/04 - 06u40 X

Jeanne V: 04/04 - 08u32 X

rubenheijstek: 04/04 - 19u00 X

sheraatje: 04/04 - 22u10 X

Gela60: 04/04 - 22u22 X

AnjoS: 04/04 - 23u58 X

Nini: 05/04 - 05u00 X

winelf: 05/04 - 07u10 X

Karlijn22: 05/04 - 08u42 X

Mod19: 05/04 - 10u05 ---> 12u!! winnaar poll 🎉

saskiaelf: 05/04 - 14u35

E.Overwater: 05/04 - 15u45

Anneke Labots 05/04 - 18u00

AdeHaan: 05/04 - 18u08

Hanny: 05/04 - 22u00

NJK2009: 05/04 - 23u53

Too5 5P: 06/04 - 02u03

Loekie1: 06/04 - 06u23

Thijs21: 06/04 - 09u48

Valerievanr: 06/04 - 14u30

Kraaij: 06/04 - 16u40

Jonnetje: 06/04 - 20u39

rob from Belgium: 07/04 - 07u07

Nachtuitje: 07/04 - 09u30

carlakonijn: 07/04 - 11u11

Jacqje: 09/04 - 05u28

Helma66: 09/04 - 06u06

Corine: 10/04 - 07u12

De broedduur van de oehoe bedraagt een kleine vijf weken. De eieren zijn gelegd op: 2,5,8 en 11 maart. 

Meestal komen eieren niet uit vóór de 32e dag na het begin van het broeden. En het verschilt soms flink: op de 35e of 36e dag kan het ook nog uitkomen. Vanaf 3 april wordt het dus spannend, het laatste ei zal waarschijnlijk medio april uitkomen.

Het blijft altijd een verrassing, want niet alle eieren die gelegd worden komen uit. Er kan veel misgaan. Een ei kan niet goed bevrucht zijn of het lukt het jong niet om uit het ei te komen.

 

Bos-, steen-, en kerkuil zijn overwegend holenbroeders (buiten nestkasten nestelen ze ook in allerlei soorten holen in bomen en schuren). Oehoes zijn weliswaar heel praktisch in hun broedplaatskeuze maar broeden doorgaans niet in holen. Dat is eigenlijk wel logisch, er zijn weinig holen groot genoeg voor hen. De oehoe broedt dus doorgaans op open nesten. Voormalig nesten van een havik voldoen, maar ook dus een bak in een boom.

Oehoes zijn nachtdieren. Ze jagen in de nacht en schemer en dus moeten hun ogen profiteren van al het licht wat ze kunnen verwerken. Ze hebben grote ogen en de pupillen hebben een groot aanpassingsbereik. Een grotere pupil laat meer licht door de lens zodat de beeldvorming op het netvlies optimaal is.

De ogen zijn niet als bij veel andere vogels aan de zijkant van de kop maar naar voren gericht, zoals bij de mens. Dat geeft hen een gezichtsbereik in drie dimensies - hoogte, breedte, diepte.

Ze kunnen hun ogen niet bewegen alleen recht vooruit kijken. Dat compenseren ze doordat ze hun kop - bijna helemaal - rond kunnen draaien en ook bijna ondersteboven.

Het 'fixeren' - het bewegen van de kop - heeft een functie in de positiebepaling, het beter kunnen bepalen van afstand.

Meer informatie over hoe de ogen functioneren vind je in het artikel 'Het gezichtsvermogen' op de website van de Oehoewerkgroep Nederland (OWN), oehoewerkgroep.nl

 

Het geluid wat de kuikens maken is een contactroep richting ouders. Vertaal het maar als: 'ik zit hier' en 'als je eten hebt, ik lust wel wat'.

Ze gaan waarschijnlijk flink meer roepen als ze van het nest af zijn. Dan is het extra belangrijk dat de ouders weten waar ze zijn. Niet alleen om ze te beschermen of te waarschuwen tegen gevaar, maar ook om te weten waar het eten naartoe moet.

Ook het oehoe-geluid is een contactroep. Het wordt gehoord bij volwassen oehoes als ze geslachtsrijp zijn, dat zijn ze na een jaar. Man gebruikt het oehoe als contactroep naar Vrouw maar ook als territoriale roep: 'mijn territorium, wegblijven'. Vrouw gebruikt het oehoe ook wel als contactroep, maar veel minder. We hebben haar een enkele keer kort oehoe horen roepen naar de jongen als ze op het nest komt.

Er zijn nog meer geluiden die oehoes gebruiken. Zo gebruikt Vrouw als contactroep bij Man ook een diepere en hesere versie van het bedelroepen dat je bij de jongen hoort. Vermoedelijk te vertalen als: 'kom op met een prooi'.

Er zijn variaties op het oehoe die gebruikt worden bij opwinding, bij prooioverdracht en bij het paren. Er zijn daarnaast nog alarmroepen en andere geluiden.

Op deze pagina kun je een aantal roepen horen:

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/oehoe

En hier (met veel informatie, ook over hoe het geluid gemaakt wordt):

https://www.oehoewerkgroep.nl/oehoe-geluiden/

 

 

Dat hangt af van voedselaanbod en concurrentie.

Een geschat gemiddelde is 40 vierkante kilometer. Een onderzoek in een Duitse regio noemt 33 territoria in een gebied van slechts 245 vierkante kilometer.

 

 

Oehoes zijn al geslachtsrijp na een jaar. Maar het duurt vaak langer voordat ze broeden. Daarvoor is nodig dat ze een territorium hebben gevonden met een goede nestplek en een ruim voedselaanbod - en uiteraard een partner.

Als ze geen goed territorium kunnen vinden zullen ze ongepaard rondzwerven als zogeheten 'floater'. Wanneer een vogel van een gevestigd paar in een territorium wegvalt is zo'n gat vaak snel opgevuld.

Ondanks hun grote formaat kunnen oehoes vrijwel geruisloos vliegen en zo hun prooien verrassen.

Ze hebben een geringe vleugelbelasting, ze kunnen heel langzaam vliegen zonder veel vleugelgeruis.

Daarnaast maakt de structuur van hun veren een vrijwel geruisloze vlucht mogelijk. Op de bovenkant van de vleugels zitten donzige veren. Ook speciale flexibele veren op de vleugelranden werken mee aan het verminderen van geluidsgolven.

 

We zien dit bij grotere prooien zoals konijnen, eenden en houtduiven. Deze prooien worden voorbereid, vaak is er een plukplaats in de buurt van het nest.

Waarschijnlijk doen ze dit omdat het efficiënter voedsel brengen betekent. Bij een grote prooi zit de voedingswaarde vooral in  andere - vleziger - delen dan de kop. Zonder de kop vervoer je een zware prooi dus met minder inspanning. En misschien speelt ook mee dat ze delen van een prooi die niet snel gevoerd worden niet in het nest willen hebben omdat het dan teveel vervuilt.

Bij een andere webcam is gezien dat een Man Oehoe enkele keren met een 'los' konijnenkopje naar het nest kwam. Mogelijk was dat in een periode dat hij even geen andere prooien had gevangen en probeerde waar hij bij Vrouw mee weg kon komen.

Dat cijfer is niet met zekerheid te geven want nestinspecties zijn enorm arbeidsintensief. Daarbij zijn niet alle territoria goed toegankelijk en zijn jongen na het uitvliegen soms niet gemakkelijk te vinden.

Uit onderzoek bij vastgestelde territoria in Nederland weten we wel het volgende. In 32 nesten werden 29 geslaagde broedsels aangetroffen, met 67 jongen zittend in de nesten. Dus gemiddeld 2,3 per broedsel.

We weten niet hoeveel van die 67 jongen zijn uitgevlogen. Waarschijnlijk was er nog sterfte voordat ze konden uitvliegen, hoeveel is niet bekend.

De oehoe is door de eeuwen heen bejaagd en op den duur verdwenen in Nederland. Het laatst bekende exemplaar zou in Den Helder zijn geschoten. Sinds 1997 is bekend dat ze weer in Nederland broeden nadat ze min of meer bij toeval zijn gehoord in de omgeving van de Sint Pietersberg bij Maastricht. De herintroductie van de oehoe in Nederland begon als immigratie, oehoes die in Duitsland zijn geboren en zich vestigden in het zuiden en oosten van Nederland.

In 2020 heeft de Oehoewerkgroep Nederland 46 territoria vastgesteld die bezet waren, waar roepende oehoes werden gehoord. In 32 daarvan werd een nest gevonden. Nog steeds is de provincie Limburg het bolwerk van de soort, gevolgd door Gelderland, Brabant en Overijssel. Maar ook elders zijn territoria vastgesteld.

Meer informatie vind je in het weblog van 20 mei 2021: 'Hoe gaat het met de oehoe in Nederland?'

De oorpluimen hebben een wat verwarrende naam want ze hebben niets te maken met de oren van de oehoe, die zitten lager op de kop aan de rand van het gezichtsmasker.

Hebben die oorpluimen dan wel een functie?

Jazeker, je kunt ze zien als een graadmeter voor hoe de oehoe zich voelt, en wellicht is het ook een communicatiemiddel wat ze onderling gebruiken.

Bij gevaar of verstoring staan de oorpluimen van een oehoe recht omhoog, bij rust liggen ze meer plat achterover.

Meer informatie in het weblog van 23 mei 2021: 'De stand van de oren'.

Vrouw Oehoe heeft in de broedtijd een broedplek, een kale plek die sterk doorbloed wordt en waarmee ze op de eieren gaat liggen. Zo kan ze de warmte van haar lichaam gericht overbrengen.

Met de langere veren op de borst en buik, de 'onderrokken', houdt ze de jongen goed warm onder haar lichaam zolang die nog te weinig dons hebben om hun temperatuur zelf te regelen.

Na het broeden ziet Vrouw er weer uit als daarvoor. De veren om de broedplek hoeven niet meer wijd te staan om het contact tussen eieren en huid zo close mogelijk te maken. Als ze de jongen ook niet meer warm hoeft te houden heeft ze weer een gladder liggend verenpak.

De Oehoewerkgroep Nederland (OWN) heeft dit berekend op basis van onderzoeken eerder hier bij Beleef de Lente en bij een webcam in Duitsland.

Een volwassen oehoe heeft zo'n 360 gram voedsel per dag nodig. Een dikke rat is genoeg voor 1 dag.

Voor de jongen is dat natuurlijk afhankelijk van de leeftijd, vlak na de geboorte hebben ze nog niet veel nodig. Als ze wat ouder zijn krijgen ze in de groeifase tussen de 226 en 479 gram per dag.

Als alles goed gaat kunnen wilde oehoes wel 25 jaar oud worden. In gevangenschap in een dierentuin is dat soms meer.

Veel oehoes die in het wild en in vrijheid leven sterven niet door ouderdom maar door menselijke activiteiten. Ze worden slachtoffer van bijvoorbeeld verkeer, prikkeldraad, hoogspanningsmasten, aantasting van het leefgebied. Ook verzwakken en sterven oehoes als ze prooien eten die vergiftigd zijn met bestrijdingsmiddelen die de mens in het milieu en daardoor in de voedselketen brengt.

Goed gezien: ze hebben inderdaad wimpers. En anders dan bij de mens zijn dat geen haren maar kleine veertjes.

Ook anders dan bij de mens: ze hebben geen twee maar drie oogleden. Dat derde ooglid is transparant en dient als extra bescherming voor het oog. Het wordt ook wel knipvlies genoemd, de Latijnse naam is membrana nicticans.

We denken dat vogels vooral trouw zijn aan een territorium of een nestplek. Oehoes zijn erg plaatstrouw en dan is de kans heel groot dat ze meerdere seizoenen in het territorium bij elkaar blijven.

Maar dat hoeft niet zo uit te pakken want er is wel concurrentie. Rond een bezet territorium zwerven ongepaarde vogels, zogeheten 'floaters'. Dat zijn jong-volwassenen die nog geen territorium hebben of oudere vogels die hun territorium zijn kwijtgeraakt. Die floaters zorgen ervoor dat als in een territorium een partner wegvalt dat 'gat' snel opgevuld wordt.

Er zijn waarnemingen gedaan dat een man oehoe meer dan één broedsel kan hebben in hetzelfde broedseizoen, bij verschillende vrouwen.

Bij sommige zangvogels is aangetoond dat jongen uit één broedsel dezelfde moeder maar niet dezelfde vaders hebben. Of dat laatste zich bij oehoes voordoet is niet bekend.

Mooie vraag, en een mooie mogelijke verklaring. Een verschil in grootte betekent dat je als paar zowel grotere als kleinere prooien kunt vangen. Dan heb je meer kans om te overleven en je jongen groot te krijgen. Bij de sperwer bijvoorbeeld kan de kleinere behendige man zangvogeltjes tot in heggen achtervolgen.

Een andere verklaring is dat het broeden veel energie vraagt van Vrouw. Dan kan het zo zijn dat grotere / sterkere vrouwtjes in de evolutie meer kans hadden om te overleven en dat zij genetisch materiaal met dat verschil in grootte doorgeven aan de volgende vrouwelijke uilen.

Dé natuurlijke vijand van de oehoe is de mens. Door aantasting van broed- en jachtgebieden, vervuiling, opstapeling van landbouwgif bij prooidieren, stropen, verkeer, prikkeldraad, electriciteitsmasten, windmolens.

Jonge oehoes lopen het risico om een sterker dier in de voedselketen tegen te komen. Onbewaakte eieren worden soms geroofd of stukgemaakt door andere vogels en zoogdieren.

Oudere oehoes kunnen gewond en mogelijk gedood worden in territoriale gevechten met andere oehoes.

Oehoe-eieren zijn wat groter dan kippeneieren. Bij zo'n grote vogel verwacht je misschien een reuze-ei maar de eieren zijn dus verhoudingsgewijs klein.

Gejo Wassink van de Oehoewerkgroep Nederland heeft speciaal als antwoord op deze vraag 28 eieren opgemeten. De gemiddelde grootte kwam uit op 59 x 48 mm.

Vrouwelijke oehoe's kunnen soms wel 70 cm hoog zijn, als ze rechtop zitten. De man iets minder, rond 65 cm.

De vleugelspanwijdte is enorm. Bij Vrouw tot wel 180 cm, bij de man tot 165 cm.

Bij de oehoes is de vrouw dus flink groter dan de man. En ook zwaarder, tot rond 4 kilo. Mannetjes zijn lichter, tot 2,5 kilo.

Oehoes eten ratten, muizen en andere zoogdieren zoals konijnen, halfwas hazen, egels, jonge vosjes en marters. Ook vogels staan op het menu, zoals duiven, kraaiachtigen en andere (kleinere) uilen.

Eigenlijk eten ze alles wat minder dan 3 kilo weegt, dat kunnen ze meenemen in snavel of klauw. Ze eten ook aas van grotere dieren zoals resten van reeën.