Nederland zonder kerkuilen: bijna werd het de waarheid

Bernice Goffin | maandag 3 mei 2021 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 468x

Tegenwoordig broedt ruim 90% van de Nederlandse kerkuilen in nestkasten. Vroeger was dat wel anders. Foto Jelle de Jong.

Kerken en boerderijen

De naam ‘kerkuil’ is niet zomaar gekozen: vroeger broedde de kerkuil graag in kerktorens. Maar de Engelse naam ‘barn owl’ (vertaald: boerderij-uil) was eigenlijk nóg toepasselijker. De kerkuil zocht graag hoekjes en nisjes van boerenschuren op om in te nestelen. Een groot deel van de Nederlandse kerkuilen broedde op zulke plekken.

Alles moet ‘netjes’

Maar tijden veranderden. Opeens moest alles netter worden opgeruimd en moesten gebouwen schoner blijven. Broedende vogels waren niet meer welkom en zowel kerken als boerderijen werden voor een groot deel afgesloten. De kerkuil was opeens dakloos. Dat was dan ook deel van de reden dat we in de jaren ’60 nog maar enkele tientallen kerkuilpaartjes overhadden in Nederland. Het was één voor twaalf voor de kerkuil.

Nestkasten doen wonderen

Gelukkig lieten uilenliefhebbers dat niet zomaar gebeuren. Met noeste arbeid werden er steeds meer nestkasten in elkaar getimmerd en opgehangen, om zo de dakloze kerkuilen weer een plekje te geven. De kerkuilen bleken al gauw zeer dankbaar en bezetten massaal de nestkasten. De populatie nam weer toe en inmiddels mogen we weer genieten van duizenden kerkuilen in ons land!

Bescherming blijft belangrijk

Dat betekent niet dat kerkuilenbeschermers achterover kunnen leunen. Een dikke 90% van de Nederlandse kerkuilen broedt nu in nestkasten en het is dan ook van groot belang dat deze nestplaatsen goed onderhouden worden. Bovendien dreigen er nieuwe gevaren: de kerkuil is kwetsbaar voor aanrijdingen op ons steeds drukkere wegennet en de intensivering van agrarische activiteiten kan de voedselsituatie op het boerenland doen verslechteren. Kerkuilenbescherming blijft hard nodig.

Kennis is bescherming

Om de kerkuilen goed te kunnen beschermen, is het belangrijk dat we veel over ze weten. Hoe verspreiden ze zich, hoeveel jonge vogels redden het naar volwassenheid en wat is het broedsucces? Deze vragen kunnen we allemaal beantwoorden door kerkuilen te ringen. Deze ringgegevens geven ons een schat aan informatie. In het volgende blog zal Ben een tipje van de sluier oplichten over de unieke bevindingen die we dankzij ringwerk kunnen doen.

Wat kunnen we leren van ringen? Lees het volgende blog van Ben voor een unieke bevinding! Foto Jelle de Jong.

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over