Draai door tot je er draaierig..
07.06.25 Waar de broedtijd, voor ons als kijkers meestal een wat saaie en voorspelbare aangele..
Sommige gegevens die door deze provider worden verzameld, zijn bedoeld voor personalisatie en het meten van de effectiviteit van advertenties.
Sommige gegevens die door deze provider worden verzameld, zijn bedoeld voor personalisatie en het meten van de effectiviteit van advertenties.
Sommige gegevens die door deze provider worden verzameld, zijn bedoeld voor personalisatie en het meten van de effectiviteit van advertenties.
Door
Eveline van der Jagt
Eveline van der Jagt | woensdag 14 mei 2025 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 46x
Ware muizen hebben een typisch muizenuiterlijk (zoals ‘Mickey Mouse’) met grote oren en ogen, een puntige snuit en lange staart. Zo ook de bosmuis (Apodemus sylvaticus). Er kan wat betreft deze soort gemakkelijk verwarring optreden met de grote bosmuis of andere ware muizen. Oppervlakkig bekeken lijken ze in veel opzichten ook op de huismuis (Mus musculus).
Anders dan de naam doet vermoeden is de bosmuis niet strikt aan bossen gebonden. Sterker nog, het dier is een opportunist die in vrijwel ieder biotoop met voldoende dekking voorkomt, zowel binnen als buiten bebouwd gebied. In het vrije veld is de bosmuis vrij algemeen voorkomend op plaatsen waar de huismuis schaars is. En zeker in de winter is het een soort die ook in huizen verblijft.
De bosmuis heeft een geel- tot donkerbruine rug en een witte tot grijze buik. Er is geen duidelijke grens (demarcatielijn genoemd) tussen boven- en onderzijde. Vaak heeft de bosmuis een gele borstvlek. De gele borstvlek vormt nooit een halsband, in tegenstelling tot die van de grote bosmuis, waar dit wel het geval is. Jonge dieren zijn grijsbruin op de rug en donkergrijs tot wit op de buik. De staart is lang en tweekleurig: donker van boven en licht van onder. De staartlengte is 80 tot 120% van de lengte van het lijf. Over de staart lopen 130 tot 180 ringen. Hij heeft korte voorpoten met vier tenen en lange achterpoten met vijf tenen. De oren zijn groot en steken duidelijk uit de vacht en de ogen zijn donker en groot. Hij heeft een lange snuit met een roze neusspiegel, grijze snorharen en sterke tanden.
De huismuis is slank gebouwd en heeft een variabele vachtkleur. Buiten levende dieren hebben een bruingrijze tot vaalbruine bovenvacht en een grijs tot geelwitte buik. Binnen levende dieren zijn donkerder met een leigrijze tot lichtgrijze onderzijde. De buikvacht heeft lange zwarte haren. De vacht is veelal glanzend. De huismuis heeft korte poten met aan de achtervoet vijf tenen en aan de voorvoet vier tenen. De snuit is vrij spits met een roze neusspiegel en lange snorharen, de oren zijn niet groot, maar steken duidelijk uit de vacht en de ogen zijn vrij klein. De huismuis heeft beitelvormige voortanden die zijn hele leven lang doorgroeien en door middel van knagen kort gehouden moeten worden. Op zijn bovenste snijtand heeft de huismuis aan de achterzijde een inkeping (dit hebben bosmuizen niet). De weinig behaarde staart is ongeveer zo lang als het lichaam en is voorzien van geschubde ringen. De huismuis heeft een scherp gehoor en vlucht bij het minste geluid. Huismuizen verspreiden een karakteristieke muffe lucht.
Zie je een ware muis, maar twijfel je over de soort? Dan helpt deze informatie je hopelijk verder!
07.06.25 Waar de broedtijd, voor ons als kijkers meestal een wat saaie en voorspelbare aangele..
07.06.25 Zo kijk je een paar avonden of het kuiken de stap gaat wagen, zo zit je tegen een leg..
06.06.25 Toch een betere titel dan: Waarom zou je mollen mollen? Maar het komt op hetzelfde ne..
Meld je aan voor Vogelnieuws en ontvang nieuws, inspiratie en tips over vogels. En blijf op de hoogte van beschermingsprojecten en evenementen.
Meld je aan