Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Vijver

Live

Kerkuil

Live

Slechtvalk

Live

Koolmees

Live

Tapuit

Live

Torenvalk

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Merel

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Visarend

Exclusief

Gekraagde roodstaart

Toon alle blogs & vlogs
Foto Andre Eijkenaar

Door Mary Mombarg
Kerkuilenwerkgroep Nederland

Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Mary Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | woensdag 30 april 2025 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 189x

Man en vrouw kerkuil zijn in afwachting van het eerste jong dat uit het ei kruipt. De kans is groot dat dit jong kuiken 1 (K1) gaan heten. Dit bracht me tot de vraag hoe kleurrijk de uilenjongen de wereld in zullen gaan kijken.
Foto André Eijkenaar

Nachtzicht met een prijs

Wij zien de kerkuilen op de camera’s vooral in zwart-wit; daarvoor zijn wij afhankelijk van infraroodlicht. De uilen zien dit licht niet en hebben het ook niet nodig: ook zonder infraroodlicht kunnen ze met hun superieure nachtzicht héél goed zien waar ze ’s nachts heengaan. Het blijkt dat dit nachtzicht wel met een prijs komt.

Om die prijs te begrijpen, moeten we iets preciezer kijken naar vogelogen. Voor bijna alle vogels zijn de ogen een heel belangrijk zintuig. Er zijn maar weinig vogels die slecht kunnen zien. Ik kan zelf alleen de kiwi bedenken, een nachtactieve Nieuw-Zeelandse loopvogel die vooral met geur zijn weg vindt. Maar op wélke manier vogels goed kunnen zien, verschilt wel per soort.

Kleuren versus nachtzicht

De meeste vogels kunnen goed kleuren zien. Dat is van levensbelang: het helpt met het uitzoeken van rijpe vruchten, het vermijden van mogelijk gevaarlijke prooien zoals bijen (tenzij je een bijeneter bent…) en met het zoeken van een geschikte partner, omdat een kleurig verenkleed ook signaleert dat de vogel in goede conditie is, denk bijvoorbeeld aan de gele borst van de koolmees.

De structuren in het oog die helpen met het zien van kleuren, helpen niet zo veel met nachtzicht. En andersom: de structuren die helpen met nachtzicht, helpen niet met het zien van kleuren. Hoewel er allerlei tussenvormen zijn, kun je doorgaans dus niet het beste van beide werelden hebben.

Kleurenzicht opgeofferd

En dat is dus de ‘prijs’ die onze kerkuilen betalen voor hun uitzonderlijke goede nachtzicht. Ze zien weinig kleuren. Of dat echt alleen zwart-wit is, of toch een klein beetje fletse kleur, weten we niet zeker, maar duidelijk is dat de wereld er voor hen soberder uitziet dan voor ons.

Gelukkig hebben ze die kleuren als nachtactieve muizenjager helemaal niet nodig. Ze hebben weliswaar een ander pad genomen dan de meeste vogels, maar dit heeft ze wel naar succes geleid. Dus ik denk niet dat ze de kleuren missen.

Bij zoogdieren werkt dit hetzelfde: onze katten en honden kunnen ’s nachts heel goed zien waar ze heengaan, maar met weinig kleuren. Wij mensen zijn ’s nachts vrij hulpeloos zonder kunstmatige verlichting, maar kunnen wel weer veel kleuren zien en genieten daarvan. Ik ben ook erg blij met elk zeldzame moment dat man kerkuil zijn vleugels buiten de kast in vol kleurenbeeld strekt.

Draaien met hun kop

Behalve dat ze veel beter ’s nachts kunnen kijken, verschillen kerkuilen nog op een ander wezenlijk punt van ons. Hun ogen zitten onbeweeglijk in de oogkas. Daarom moeten ze hun hele kop draaien om in een andere richting te willen kijken.

Als compensatie voor het betrekkelijk kleine gezichtsveld (110 graden) hebben uilen het vermogen om ongelooflijk snel en soepel te draaien. Ze presteren het zelfs om hun kop 270 graden (driekwart!), zowel naar links als naar rechts en van boven naar beneden te draaien, terwijl het lichaam roerloos op zijn plaats blijft.

Voor de mens is deze beweging gevaarlijk en onmogelijk: de nekwervels zullen beschadigen en de halsslagader zal scheuren, omdat het bloedvat tekort is. Dus, probeer dit niet thuis te imiteren.

Hoe kan dat?

In Amerika spoot medisch illustrator Fabian de Kok-Mercado een kleurstof in de aderen van een aantal dode uilen. Vervolgens legde hij de dieren in verschillende houdingen van de kop onder de scanner. Van de geprepareerde aders maakte hij wetenschappelijke illustraties, waarvoor hij een prijs heeft gewonnen in 2012. Bij de bestudering vonden de wetenschappers twee bijzondere aanpassingen die het draaien mogelijk maken:

·         Bloedvaten onder de schedelbasis maken een grote lus en worden steeds wijder met meerdere verbredingen in de richting van de kop (bloedreservoir voor de hersenen). Zie hierboven, het linker gedeelte van de afbeelding.

·         De halswervels bestaan uit brede doorgangen en er is extra ruimte doordat de aderen de wervels al eerder verlaten. Dat is hierboven mooi te zien op het rechter deel van de afbeelding.

Meer weten?

Via de website van de Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland kun je het boek van Johan de Jong over de kerkuil te bestellen: De kerkuil, ecologie, gedrag en bescherming.

Foto Johan de Jong

Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs