Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE
Ronald van Harxen, STONE | zondag 8 september 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1047x
Ik mag hem wel, die groene. Met zijn zwarte oogstreep ziet hij er een beetje uit als een lid van het ouderwetse boevengilde. Zijn rode kruin accentueert dat nog eens. Mannelijke leden van het gilde zijn eraan te herkennen dat ze ook een rode streep onder het oog hebben, bij de vrouwen is die zwart. De specht van 6 september lijkt me een jong van dit jaar: de rode kopstreep is wel aanwezig, maar het zwart rond het oog is duidelijk nog in ontwikkeling. Mogelijk hetzelfde dier dat op 19 augustus zo brutaal zijn opwachting maakte. Een groentje dus.
Bij ons in Winterswijk is het de specht die je het vaakst te zien krijgt. Vaker nog dan de grote bonte, hoewel die veel algemener is. Dat heeft vooral met zijn gedrag te maken. Je hoort hem meestal eerder dan je hem ziet, luidruchtig als ze zijn. Zijn schaterende roep doet vermoeden dat hij je tegelijkertijd uitscheldt en uitlacht. Hij zal er zijn reden voor hebben. Niet zelden zie je er vervolgens een of twee vanuit een boom langs de kant van de weg opvliegen en na een sierlijke golfvlucht een aantal bomen verderop weer tegen de stam plakken. Het zijn nieuwsgierige beesten, altijd op zoek naar wat te eten of een verzetje. We komen ze regelmatig tegen op boerenerven, vooral als die door hoog opgaande eiken of andere geboomte omzoomd worden. Scheldend vliegen ze dan op als we uit de auto stappen, waarschijnlijk pissig omdat we ze stoorden.
Het zijn echte miereneters, miegampenetters zeggen we in het Nedersaksisch. Mooi hoe dat ‘etter’ in het Standaardnederlands (vroeger noemden we dat heerlijk hooghartig algemeen beschaafd) weer een heel andere, maar niet minder toepasselijke betekenis krijgt. Wegmier, weidemier, gewone steekmier, grauwzwarte renmier, glanzende houtmier, rode bosmier, bossteekmier, humusmier. Hij lust zal allemaal, rauw.
In de winter schijnen ze ook wel wantsen te eten. Daarvan zag ik er deze zomer een heleboel in mijn ´tuin'. Met de meest bizarre namen: zuringgrandwants, bessenschildwants, groene schildwants, grauwe schildwants, gewone rookwants, vuurwants en - wie die naam bedacht heeft verdient een matras vol bedwantsen - de kaneelglasvleugelwants. Zouden spechten trouwens onderling communiceren over waar ze trek in hebben? "Hé schat, wil je nog een grauwzwarter wegmier?" "Nee, dank je poepie, die komen zo langzamerhand écht mijn strot uit. Heb meer trek in een verse rookwants. Zie je die ook ergens?". Vroeger werd wel gedacht dat ze vooral rode bosmieren aten en dat de achteruitgang van deze soort ook nadelig had uitgepakt voor de groene specht. Maar zo kieskeurig zijn ze dus beslist niet.
Als ik de eerste broedvogelatlas van Sovon uit 1979 erbij pak, lees is dat de stand in de jaren 70 geschat werd op 4.500 - 7.500 broedparen (later gecorrigeerd tot 6.000 – 7.500). In de laatste atlas (2018) wordt gesproken van 8.000 tot 9.500 paartjes. Een mooie toename dus. Opvallend is dat het in de jaren 80 slechter met ze ging: slechts 3.000 - 4.500 broedparen. Koude winters, pesticidengebruik, biotoopvernietiging en afname van rode bosmieren werden daarvoor als oorzaken genoemd. Daarna nam de soort langzaam weer in aantal toen. In 2002 werd de stand op alweer op 4.500 - 6.000 geschat. Spoort mooi met het feit dat wij de laatste 10-15 jaar veel meer groene spechten horen en zien dan in de jaren daarvoor. Te veel kunnen er wat mij betreft niet komen. Wat ik al zei, ik mag ze wel die groentjes.
Vorig jaar hadden we de mazzel het nest (of beter gezegd de nestingang) van een groene specht op Beleef de Lente te hebben, u herinnert het zich vast nog. Prachtige beelden! Jammer is dat een camera in het nest zelf erg lastig is. Ze maken geen gebruik van nestkasten en een boom eerst doormidden te zagen om er een camera in te plaatsen is net even te veel gevraagd, vermoed ik. Met bovendien het risico dat hij toch een andere boom kiest. Op een voerplek vallen echter prachtige opnames te maken. Toen Pascal en ik in maart 2016 in Minnesota waren, stond er op ons logeeradres bij Doug en Mary in Hokah een knoeperd van een birdfeeder pal voor het keukenraam. In de korte tijd dat we er waren zagen we 3 spechten voortdurend weer terugkomen: red bellied woodpecker, downy woodpecker en hairy woodpecker. De beide laatste waren zo te zien familie van onze bonte spechten, maar de red bellied (hoewel geen directe familie) had wel wat weg van onze groene. Schitterende dier (zie foto). Hoe mooi zou het trouwens zijn een BdL-camera daar te hebben? Niet alleen spechten maar ook northern cardinal (rode kardinaal) blue jay, bluebird, tufted titmouse om maar eens een paar fraaigekleurde soorten te noemen. Ideetje?
Bij het schrijven van dit blog heb ik dankbaar gebruikt van de vogelatlassen die in 1979, 1987, 2002 en 2019 door Sovon zijn uitgebracht. Prachtig historisch materiaal!
Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..