De spanning stijgt!
27.03.25 Nog even en dan is het gedaan met de rust in deze kast. Overdag kijken we nu nog naar..
Door
Ben Mombarg
Beleef de Lente
Ben Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | woensdag 10 mei 2023 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 274x
Het eerste geluid dat een jonge kerkuil laat horen, wanneer het uit het ei is gekomen, is een “rinkelend” getsjilp, gecombineerd met piepende, krassende en klokkende kreten: tsjirpen. Het tsjirpen is gedurende de eerste weken een opvallend en karakteristiek geluid bij de jonge uilen. Het geluid wordt veelal gehoord vlak vóór, tijdens en na het voeren van de jongen door vrouw kerkuil. Ook wanneer één van de jonge uilen niet onder de beschermende vleugels van vrouw kerkuil zit, laat ze, in het ritme van de ademhaling, het getsjirp horen. De geluiden van de jonge kerkuilen worden in de literatuur van allerlei namen voorzien: “zirpen”, “piepen”, pépie, “zirplaut”, “wimmern” en “chittering”. Het tsjirpen omvat een scala aan fijne geluidjes. Tegen het einde van de eerste levensweek krijgt het blazen geleidelijk de overhand.
Voor de overlevingskansen van de kerkuil-jongen is het van groot belang dat zij gaan ‘bedelen’ om voedsel. De jonge kerkuilen sperren niet vanzelf, spergedrag zoals dat wel het geval is bij vele andere vogelsoorten. Vrouw kerkuil stimuleert het bedelgedrag gedurende de eerste dagen door ‘chittering’, waarop het jong met een iel ‘gechitter’ haar roep beantwoordt: het jong richt zich op en opent de snavel, zodat vrouw kerkuil kan beginnen met voeren.
Vanaf de zevende dag produceert het kuiken de eerste braakbal. Deze braakballen zijn lang en smal en wegen nog geen gram. De inhoud bestaat grotendeels uit haren met een enkele keer kleine botjes.
Tegen het einde van de tweede week maakt de eerste witte donslaag, die het lichaam nooit volledig heeft bedekt, plaats voor een tweede die gelig wit tot hagelwit van kleur is. Rond de 10e dag verschijnen korte schachten met donspluimpjes. De ogen kunnen gedurende langere tijd tot spleetjes worden geopend.
De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland
27.03.25 Nog even en dan is het gedaan met de rust in deze kast. Overdag kijken we nu nog naar..
27.03.25 Op de Morteltoren hebben we man BUS veel prooien aan vrouw 4NL zien overdragen. Veel ..
27.03.25 Terwijl we nu een tijdje naar broedende zeearenden zitten te kijken, is daar natuurli..