Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Oehoe

Live

Vijver

Live

Kerkuil

Live

Slechtvalk

Live

Ooievaar

Live

Bosuil

Live

Torenvalk

Live

Visarend

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Binnenkort

Koolmees

Binnenkort

Merel

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Sappige slierten

Ronald van Harxen, STONE | woensdag 13 juni 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 868x

De meikevers raken op, dat is goed te merken aan de prooiaanvoer. Vorige week stond dan ook in het teken van de sappige slierten, oftewel regenwormen. Zagen we deze in de weken daarvoor maar mondjesmaat aangevoerd worden, vorige week was het met 287 exemplaren in een keer goed raak.

In de figuur hierboven zie je het aantal regenwormen dat per dag aangevoerd is, vanaf dag 0, de dag dat de eieren uitkwamen. In één oogopslag is te zien dat de aanvoer van wormen in de tijd gezien toeneemt van nagenooeg 0 in de eerste twee weken, tot meer dan 50 per dag in de loop van de vierde levensweek.

Regen + worm = regenworm?

Dan kun je natuurlijk bedenken dat dit vast met de weersomstandigheden te maken heeft. Vorige week viel er immers sinds lange tijd weer enige regen van betekenis. En regenwormen ... what's in a name! Dat zal ongetwijfeld ook een rol gespeeld hebben, maar tegelijkertijd is dat niet het hele verhaal. We zien namelijk in alle jaren hetzelfde patroon. De eerste weken worden er nauwelijks regenwormen aangevoerd, daarna gaat het per meter tegelijk.

Voedingswaarde, water en parasieten

Wat vermoedelijk een rol speelt is de geringere voedingwaarde van regenwormen vergeleken met bijvoorbeeld muizen of meikevers. Ook het hoge watergehalte speelt mogelijk een rol. Veel regenwormen betekent veel water en dus veel vocht dat weer geloosd moet worden. Bij een klein jong zou dat kunnen betekenen dat de ontlastig heel dun wordt waardoor de spijsvertering wellicht minder optimaal werkt. Beetje koffiedik, maar er zit volgens mij wel een kern van waarheid in.

Daarnaast bevatten regenwormen vaak parasieten zoals gaapwormen. Kleine jongen hebben nog weinig weerstand en wormen kunnen daardoor welig tieren en zich voortplanten, met alle gevolgen van dien. 

Zand

Op een mogelijk derde reden kwam ik door het onderzoek van Jeroen Onrust. Voor zijn promotie deed hij onderzoek naar regenwormen: het voorkomen ervan in gronden die op verschillende manieren bemest werden en het belang ervan voor weidevogels. In een korte mailcorrespondentie vertelde hij me dat regenwormen ook veel (onverteerbaar) zand bevatten, tot wel 20% van het gewicht. Dat zand is van nul en generlei waarde, maar moet wel weer uitgescheiden worden. Veel extra werk en energiekosten voor een kleintje van een paar dagen oud.

Bewuste keuze?

Het zou dus zo maar kunnen dat de oudervogels bewust geen regenwormen aanvoeren zolang de jongen nog klein zijn. Uiteraard kunnen ze zich dat alleen veroorloven als er voldoende andere prooi beschikbaar is. In de jaren 70 deed Michel Juillard in Zwitserland onderzoek naar de prooiaanvoer en hij vond enorme percentages regenworden, tot wel 90% aan toe. Muizen waren er nauwelijks die jaren. De broedresulaten waren navenant slecht. Als de jongen ouder zijn kunnen ze mogelijk beter overweg met wormen. Daar komt bij dat meikevers en rupsen tegen die tijd fors op hun retour zijn. Een handjevol sappige slierten is dan ongetwijfeld meer dan welkom. Bewuste eters, die steenuilen!


STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs