Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Mark Hessels
Mark Hessels | vrijdag 7 juni 2024 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 156x
De ervaren kerkuilkijkers weten het inmiddels wel. Dat is niet even gauw een paar weken kijken en dan weer wat anders doen. Nee, als je de voorbereiding en de balts er af trekt dan zit je nog steeds vast aan ruim 4 weken broedtijd en daarna nog ongeveer 8 weken opgroeien in de kast. En daar mag je dan nog 1-2 weken bij optellen vanwege het leeftijdsverschil tussen de oudste en de jongste. Dus bij de kerkuilen kun je minstens 13-14 weken genieten per broedsel, als alles goed gaat natuurlijk.
Vooral die periode van 8 weken, nadat ze uit het ei zijn gekomen is erg lang, ook in vergelijking met veel andere vogels. Vergelijk je dat met de meeste zangvogeltjes, dan is het met 2 weken vaak al wel klaar. Maar zelfs andere uilen als de steenuil (ca. 5 weken) en de bosuil (ca. 4 1/2 week) zijn bijna twee keer zo snel de kast uit, alleen de oehoe komt met zijn 7 weken nog wel aardig in de buurt.
Opvallende verschillen, die nog niet eens zo makkelijk uit te leggen zijn. Ik probeer toch een tipje van de sluier op te lichten.
De kerkuil legt opvallend kleine eitjes voor zo’n grote vogel. En uit kleine eitjes komen natuurlijk ook kleine kuikens. Met gemiddeld 17 gram als startgewicht moet een kerkuil kuiken een flinke reis afleggen om groot te worden. Zo moet een kuiken van de kerkuil vanaf uit het ei komen ongeveer 20x zo zwaar worden, voordat hij de kast uitgaat. Bij een bosuil is dat bijvoorbeeld maar ongeveer 12x. Dus een bosuil is bij ‘geboorte’ al veel meer uil dan een kerkuil en heeft daarom een stuk minder tijd nodig om te groeien naar het punt dat hij de wijde wereld in kan.
Maar verklaart dat dan alles ? Ikzelf moest ook ongeveer 20x zo zwaar worden, voordat mijn ouders voorstelden of ik niet eens op kamers wilde gaan wonen. Maar ik mocht daar 19 jaar over doen. En hoewel vogels en zoogdieren nauwelijks te vergelijken zijn, moet er waarschijnlijk nog meer spelen.
Waarom de kerkuil zo’n kleine eitjes legt heeft alles te maken met de broedstrategie. Een kerkuil kan veruit de grootste broedsels produceren van de Nederlandse uilen. Maar al die eitjes moeten wel gevuld worden natuurlijk (en dan bedoel ik niet met mayonaise) en dat moet allemaal geproduceerd worden door het vrouwtje. Veel eitjes gaat daarom vrijwel altijd gepaard met kleinere afmetingen, maar dan dus ook kleinere kuikens om mee te beginnen.
En hoe af moet een vogel eigenlijk zijn om het nest uit te mogen? Daar denken veel vogels ook heel verschillend over. Bij de boerenlandvogels worden de jongen er al uit geknikkerd als ze nog maar net droog zijn. De bosuil mag dan gelukkig een paar weken binnen blijven, maar wordt vervolgens wel verzocht te vertrekken voordat ie fatsoenlijk kan vliegen. Ga jij eerst maar eens een tijdje door de takken klauteren. Hoe de oehoe daarover denkt hebben we onlangs weer prachtig kunnen zien. Als een baksteen het nest uit. Voor de show nog wel even de vleugels spreiden, maar dat kan geen zachte landing geweest zijn. Deze uilen doorlopen de laatste fase van de ontwikkeling dus gewoon buiten het nest.
Hoe anders is dat voor de kerkuil. Die moet eerst echt helemaal af zijn voordat hij zich aan de rest van de wereld mag tonen. En OK, dan zit er links en rechts nog wel een toefje dons dat er nog af moet waaien, maar hij is wel echt helemaal klaar. En met een elegante glijvlucht verlaten zij de kast om na een sierlijke vlucht weer netjes te landen….. Oh, nu laat ik me toch weer iets teveel meeslepen geloof ik. Die eerste vlucht eindigt namelijk ook meestal met een landing op de ‘onderkin’ (je weet waar die zit toch, bij een vogel?). Maar na een paar uurtjes oefenen ontstaat er iets dat toch echt al vliegen genoemd mag worden. En dat gaat bij de bosuil en oehoe nog wel even duren voordat ze dat stadium bereiken.
Fascinerend he, hoe al die vogels het toch weer anders doen en desondanks allemaal redelijk succesvol zijn geworden. Daar spelen natuurlijk nog veel meer factoren een rol, maar voor nu laat ik het hier even bij.
Op de prachtige afbeelding hieronder kun je zien hoe de laatste weken van de ontwikkeling ongeveer zullen verlopen. Bij het verschijnen van dit blog zijn K1, K2 en K3 ongeveer 44, 42 en 40 dagen oud. De verandering naar prachtige jongvolwassen uil zal nu bijna per dag zichtbaar zijn. Met een uitstekende prooi-aanvoer ziet het er goed uit voor dit stelletje. Nog niet te vroeg juichen; er zijn nog vele gevaren, maar ze hebben al een groot deel van het opgroeien volbracht.
Geniet er nog even van voordat het weer voorbij is.
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..