De twee kleinste en jongste kuikens hebben het helaas niet gered. Om de andere kuikens een kans van overleven te bieden voert moeder het dode kuiken aan de jongste kuikens.
Oorzaak
Net als vorig jaar zien we ook dit jaar dat het jongste kuiken het niet overleeft. De warmte in de kast en onvoldoende aanvoer van muizen zijn waarschijnlijk de reden, dat dit jongste kuiken het niet red.
Strategie
Doordat de Kerkuil om de 2 dagen een ei legt en wel direct begint met broeden, zie je dat er een groot leeftijdsverschil zit tussen het oudste en jongste uilskuiken. Wanneer er voldoende voedsel is dan worden alle uilskuiken groot, maar bij schaartste redden de jongsten het vaak niet. Gemiddeld verlaten er 2-3 jongen uiteindelijk de nestkast en in muizenrijke jaren 3-4 jongen. Het is een natuurlijk proces.
Niets gaat verloren
Het overleden jong wordt niet de nestkast uitgewerkt, maar door moeder opgevoert aan de andere jongen. Opvallend is dat vooral de jongste kuikens gevoerd worden. Op deze manier gaan er geen voedingsstoffen verloren en vergroot het de overlevenskans van de andere kuikens.
Vooruitzicht
De resterende jongen zien er goed en levendig uit en hun kansen om deze kritieke levensfase te overleven zijn gunstig. Hopelijk vliegen ze straks allemaal uit.
Het dode jong wordt verdeeld onder de nog levenede jongen.
De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten?
Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
