Het jaar van onze schollies
28.05.23 De drie kuukjes van de scholeksters op het dak wisten ons vanaf dag één te doen smelt..
Door
Roos Tol
Roos Tol | woensdag 3 maart 2021 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 640x
Hij is groot als een vink, waar hij ook familie van is en vaak
samen mee optrekt, en behoort tot de zangvogels.
Fringilla montifringilla.
Ofwel: de Keep.
Maar in tegenstelling tot de vinken zingt de keep niet bijster fraai. Nozeman en Sepp vermeldden het al in Nederlandsche Vogelen (deel 3, 1797); de keep werd in wintertijd wel gevangen en in
kooitjes gehouden om zijn sierlijke kleuren, “doch niet wegens haar geluid.
Immers zij slaan niet gelijk de andere vinken, maar roepen sterk en hierom
gebruikt men ze dikwijls aan de vinkenbanen, om de anderen te lokken.”
Hoe sierlijk de kleuren zijn, hebben we hier al diverse
keren kunnen waarnemen. Oranje borst en vleugeldekveren, zwart/zwartbruine kop
(winterkleed), witte buik.
Een typische wintergast; het aantal broedparen in Nederland is zeer klein.
Leef- en broedgebied bestaat uit bebost gebied, zoals aan de Veluwerand, de Utrechtse
Heuvelrug en in de Achterhoek.
Overwinteren doen ze in grote aantallen, wel 50.000 tot 100.000. En dan heb je
ook nog eenzelfde of zelfs grotere groep doortrekkers.
Het zijn zaadeters. Vooral beukennootjes vinden ze heerlijk. In een goed
beukenjaar kun je dus hopen op meer kepen. Maar ook de zaden van lariks, els en
berk eten ze wel, of zaden op velden, in parken en soms dus in tuinen. Het
helpt als je een bos in de buurt hebt…of misschien een wintervoedselakker?
28.05.23 De drie kuukjes van de scholeksters op het dak wisten ons vanaf dag één te doen smelt..
28.05.23 Gisteren waren we nog even op de cameralocatie om de laatste dingen af te spreken voo..
27.05.23 Dat moeten ringers wel zijn, toch? Die willen toch graag alle vogels ringen? Nee, mis..