Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Oehoe

Live

Vijver

Live

Slechtvalk

Live

Ooievaar

Live

Bosuil

Live

Torenvalk

Live

Visarend

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Binnenkort

Koolmees

Binnenkort

Merel

Veelgestelde vragen

Heeft u een vraag over een van de Beleef de Lente vogelsoorten, die hier niet
beantwoord wordt? Stel hem op de webpagina van die soort (naast het live beeld).

Kerkuil

Helemaal niets doen is inderdaad niet echt bevorderlijk voor haar spieren en conditie en als ze straks mee moet gaan jagen, is er ook niet echt tijd om dat weer langzaam op te bouwen. Ze mag best 1-2 dagen wat rustig meejagen, maar dan moet ze wel weer vol aan de bak om samen voldoende prooien binnen te halen.

Daarom probeert ze toch een beetje in beweging te blijven en maakt ze eigenlijk iedere nacht wel een paar korte rondjes. Om een beter beeld te krijgen van hoe dat werkt wordt in OZ ook de tijd bijgehouden, dat V niet op de eieren ligt.

 

 

 

Dat hangt heel erg af van de omstandigheden en van wat M op dat moment aan het doen is.

Uilen hebben een zeer goed gehoor zoals in diverse blogs al wel eens beschreven is, maar als er veel wind is of veel spetterende regendruppels wordt het ook voor hen lastig om daartussendoor nog de geluiden te horen die wel belangrijk zijn om waar te nemen.

Als M ergens vlakbij stil zit en niets zegt maakt ie natuurlijk zo goed als geen geluid en zelfs als hij aan komt vliegen is dat zo stil dat V dat niet zal horen. Dat is een van de redenen waarom M vaak zijn territoriumkreet laat horen als hij wegvliegt of als hij weer terugkomt. Dan weet, behalve de buren, in ieder geval ook V wie die uil is die daar buiten bezig is. En die territoriumkreet die kan ik (eigenaar van de locatie) zelfs over 150 meter horen als het niet te hard waait, dus V zeker.

 

 

 

Ja, dat klinkt natuurlijk best aantrekkelijk op het eerste gezicht. Ringen van vogels is echter aan strenge regels gebonden en gelukkig maar. Ten eerste moet je als ringer een opleiding volgen en daarna gecertificeerd zijn, maar dan nog mag je niet zomaar lekker doen wat je handig lijkt.

Vogels worden met standaard ringen geringd waar zelfs internationale afspraken over zijn gemaakt. Daarnaast zijn er inderdaad ook speciale onderzoeksprojecten, waarbij bij uitzondering bijvoorbeeld met kleurringen mag worden geringd, maar dan alleen als er een goede wetenschappelijke reden voor is.

Dus dat gaan we, zelfs als we het al zouden willen, zeker niet voor elkaar krijgen. Gelukkig mag iedere ringer wel zelf bepalen of hij/zij links of rechts ringt en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van, zoals je voorgaande jaren hebt gemerkt.

 

 

Het verschil zal in donker en licht zitten, plots uit het donder zie je dat het iets lichter is, maar zien doe je nog niet echt. Wanneer het kuiken ook daadwerkelijk iets kan zien, is ook voor ons nog een open vraag.

 

 

 

Voor ons lijken alle uilen, ooievaars en andere soorten vogels op elkaar, maar net als bij de mens hebben ze zo ieder hun eigen kenmerken waardoor ze meteen weten dat het een vreemde is.

 

Voor ons lijken alle uilen, ooievaars en andere soorten vogels op elkaar, maar net als bij de mens hebben ze zo ieder hun eigen kenmerken waardoor ze meteen weten dat het een vreemde is.

Dus net als dat wij zouden doen, wijzen we ze een indringer meteen de deur. Eruit! Hoop dat je vraag zo voldoende is beantwoord.

 

 

 

 

Een marter is inderdaad te groot voor de kerkuil. De kerkuil eet voornamelijk kleine knaagdieren, zoals veldmuizen,woelmuizen, spitsmuizen en ratten. Heel soms een kikker of vogeltje, maar dat is zeldzaam.

 



 

 

Dit doet m omdat hij v nu het liefst in de kast houdt. Hij wil er zeker van zijn dat het zijn ‘genen en eieren’ zijn waar hij mede voor moet zorgen. Dus zolang v in de kast blijft is er vrijwel geen risico dat v vreemd gaat.

 

Goede vraag en er zijn een aantal redenen waarom dat interessant is. Een kerkuil is de enige uil in Nederland die ook spitsmuizen vangt en eet. Als we weten hoeveel spitsmuizen er binnen worden gebracht zegt dat ook iets over hun aanwezigheid in het gebied en of dat verandert gedurende het broedseizoen. Ook voor WAM en WOM geldt dat. WAM zal in de meeste gevallen een bosmuis zijn en dat geeft aan dat de uil vooral in de bosrand jaagt, terwijl een WOM meestal een rosse woelmuis zal zijn en dat is dan weer echt een soort die in het open veld gevangen wordt.

Tot slot is het ook interessant om te schatten hoeveel gram prooi er wordt gegeten. En omdat een WAM een stuk zwaarder is dan een spitsmuis en een woelrat weer zwaarder dan een WAM of een WOM kun je veel nauwkeuriger het totaal gewicht aan prooien schatten.

Veel kijkplezier nog,

Team Kerkuil


De kerkuil vliegt zelden snel. Tijdens de jacht heeft hij een vlucht die half zwevend half vliegend is (ca. 10-30 km/h). Topsnelheden zijn niet echt bekend; ik heb weleens een schatting gezien van ca. 80 km/h en ik denk dat dat ongeveer wel klopt.


De meeste kennis over ontwikkeling van eieren voordat ze gelegd worden komt uit kippenonderzoek. Dit is uiteraard alleen in gevangenschap te bepalen en meestal ten koste van het leven van het onderzochte exemplaar.

Daarom is dit voor kerkuil en de meeste andere soorten niet in detail onderzocht, maar gemiddeld duurt de eivorming bij vogels 25-30 uur. Het grootste deel hiervan is voor de vorming van de harde eischaal, wat zo'n 24 uur in beslag neemt. Het vrouwtje heeft hier een onvoorstelbare kalkvoorraad voor nodig, maar bij kerkuilen krijgt zij gelukkig ook heel veel kalk binnen in de vorm van skeletdelen van de prooien.

Interessante conclusie is ook dat met een gemiddelde tussentijd van ca. 50 uur tussen de eieren het volgende ei dus pas bevrucht wordt nadat het vorige is gelegd en dat is lang niet bij alle vogels het geval.

 

 

Een interessante vraag, de stuitklier is voor de wetenschap een vrij nieuw onderwerp. Echter waren mensen vroeger al erg geïnteresseerd in de functie van de stuitklier. Ik heb geprobeerd hier informatie over te zoeken, echter is er maar weinig literatuur over dit onderwerp beschreven. 

De stuitklier is een orgaan dat vetachtige substanties afscheidt, de vogels kunnen met behulp van hun snavel de veren daarmee insmeren. Deze vettige substantie heeft meerdere functies, waaronder het soepel houden van de veren en ze waterafstotend houden.

De productie van deze vettige substantie wordt gestimuleerd doordat de vogel er met zijn snavel over wrijft. Dus hoe vaker hij met zijn snavel eroverheen wrijft, hoe meer vettige substanties er worden geproduceerd.

Hiermee regelt de vogel zelf hoeveel hij nodig heeft, in periodes van balts is het erg belangrijk dat het verenkleed er het mooiste bij staat. In die periodes wordt dus veel meer geproduceerd dan in bijvoorbeeld de winter. Maar de stuitklier zal nooit 'op' raken, tenzij het dier ziek is oid.

De kerkuil begint gelijk te broeden bij het eerste ei, de gemiddelde broedtijd is 30 dagen.

Op de bodem liggen geen keutels, maar dit zijn braakballen, dus restmaterialen welke door de kerkuil uitgebraakt worden. In de braakballen zitten botjes, haren e.d. dus onverteerbare delen van hun prooien.

De kerkuil braakt deze uit in op de nestplaats, in dit geval de nestkast, tegen de tijd dat de kerkuil haar eieren gaat leggen zul je zien dat de braakballen worden verpulverd, ze dienen als nestmateriaal.

Jazeker! In tegenstelling tot sommige andere soorten uilen versmaden kerkuilen een spitsmuis niet. Het is wellicht niet hun favoriete voedsel. Spitsmuizen zijn geen knaagdieren zoals muizen, in de biologie behoren ze tot de orde van de insecteneters. Sommige soorten spitsmuizen scheiden in hun speeksel een gifstof af waarmee ze hun prooidieren doden of verlammen. Die gifstof zal bitter smaken en dat maakt misschien dat sommige uilen als ze het voor het kiezen hebben liever iets anders eten.

Vogels eten om voedingsstoffen en brandstoffen binnen te krijgen zodat ze kunnen overleven. Onderzoek lijkt er op te wijzen dat vogels veel minder smaakpapillen hebben dan mensen. Dat kan betekenen dat ze minder goed smaak waarnemen of onderscheiden.

Voor zover we weten is hier geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. We weten wel - na al die seizoenen Beleef de Lente en uit observaties van webloghouders - dat als een van de oudervogels weg valt het soms lukt om jongen groot te krijgen. Omdat de grootte van het legsel gebaseerd is op een taakverdeling tussen man èn vrouw zullen dan meestal niet alle jongen het halen.

Dat zijn er soms wel een stuk of tien. Doordat kerkuilen na het eerste ei meteen beginnen te broeden kan er bij een legsel met veel eieren een enorm verschil in grootte zijn tussen de jongen. De jongste of minst sterke kuikens zullen het dan niet altijd overleven. 

Meestal wordt er om de andere dag een ei gelegd maar een pauze van drie tot vijf dagen komt ook voor. Als het eerste ei er is begint Vrouw Kerkuil direct te broeden. Meer informatie, zoals bijvoorbeeld hoeveel eieren er gemiddeld worden gelegd en hoe lang er wordt gebroed vind je in de weblogs en in het informatieblok rechtsonder van de live beelden.

Ze doen het kennelijk graag in de kast! Informatie over het paargedrag vind je in het weblog 'Huwelijk tussen kerkuilen gesloten' van 10 maart. Bijvoorbeeld dat zo'n tien dagen voor het eerste ei gelegd wordt de uilen 's nachts gemiddeld één keer per uur paren. Er wordt ook nog gepaard als de eieren al bevrucht zijn en zelfs als er al jongen zijn. Dit gebeurt om de band te versterken tussen het broedpaar.

Door één poot dicht tegen het lichaam en onder de veren te houden verliest de uil minder warmte, de poten zijn minder dicht bevederd. Een vogel in rust maakt minder lichaamswarmte aan, koelt af en probeert dit dus op deze manier een beetje te compenseren.