Heeft u een vraag over een van de Beleef de Lente vogelsoorten, die hier niet
beantwoord wordt? Stel hem op de webpagina van die soort (naast het live beeld).
De meeste kennis over ontwikkeling van eieren voordat ze gelegd worden komt uit kippenonderzoek. Dit is uiteraard alleen in gevangenschap te bepalen en meestal ten koste van het leven van het onderzochte exemplaar.
Daarom is dit voor kerkuil en de meeste andere soorten niet in detail onderzocht, maar gemiddeld duurt de eivorming bij vogels 25-30 uur. Het grootste deel hiervan is voor de vorming van de harde eischaal, wat zo'n 24 uur in beslag neemt. Het vrouwtje heeft hier een onvoorstelbare kalkvoorraad voor nodig, maar bij kerkuilen krijgt zij gelukkig ook heel veel kalk binnen in de vorm van skeletdelen van de prooien.
Interessante conclusie is ook dat met een gemiddelde tussentijd van ca. 50 uur tussen de eieren het volgende ei dus pas bevrucht wordt nadat het vorige is gelegd en dat is lang niet bij alle vogels het geval.
Een interessante vraag, de stuitklier is voor de wetenschap een vrij nieuw onderwerp. Echter waren mensen vroeger al erg geïnteresseerd in de functie van de stuitklier. Ik heb geprobeerd hier informatie over te zoeken, echter is er maar weinig literatuur over dit onderwerp beschreven.
De stuitklier is een orgaan dat vetachtige substanties afscheidt, de vogels kunnen met behulp van hun snavel de veren daarmee insmeren. Deze vettige substantie heeft meerdere functies, waaronder het soepel houden van de veren en ze waterafstotend houden.
De productie van deze vettige substantie wordt gestimuleerd doordat de vogel er met zijn snavel over wrijft. Dus hoe vaker hij met zijn snavel eroverheen wrijft, hoe meer vettige substanties er worden geproduceerd.
Hiermee regelt de vogel zelf hoeveel hij nodig heeft, in periodes van balts is het erg belangrijk dat het verenkleed er het mooiste bij staat. In die periodes wordt dus veel meer geproduceerd dan in bijvoorbeeld de winter. Maar de stuitklier zal nooit 'op' raken, tenzij het dier ziek is oid.
De kerkuil begint gelijk te broeden bij het eerste ei, de gemiddelde broedtijd is 30 dagen.
Op de bodem liggen geen keutels, maar dit zijn braakballen, dus restmaterialen welke door de kerkuil uitgebraakt worden. In de braakballen zitten botjes, haren e.d. dus onverteerbare delen van hun prooien.
De kerkuil braakt deze uit in op de nestplaats, in dit geval de nestkast, tegen de tijd dat de kerkuil haar eieren gaat leggen zul je zien dat de braakballen worden verpulverd, ze dienen als nestmateriaal.
Dat zijn er soms wel een stuk of tien. Doordat kerkuilen na het eerste ei meteen beginnen te broeden kan er bij een legsel met veel eieren een enorm verschil in grootte zijn tussen de jongen. De jongste of minst sterke kuikens zullen het dan niet altijd overleven.